Milieubelastende activiteit opslaan, herverpakken en bewerken van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik (paragraaf 3.2.10 Bal)
Voor opslaan, herverpakken en bewerken van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder opslaan, herverpakken en bewerken vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
De milieubelastende activiteit vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik staat in paragraaf 3.2.10 van het Bal. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. Het nadelige gevolg is vooral de externe veiligheid door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen.
De milieubelastende activiteit vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zijn artikelen voor vermaak of podiumgebruik. Ze hebben tot doel warmte, licht, geluid, gas of rook te maken. De artikelen bevatten explosieve stoffen of een explosief mengsel van stoffen.
Het gaat bij deze activiteit om het opslaan, herverpakken of bewerken van:
- 200 kg vuurwerk of meer in totaal van vuurwerk van categorie F1 en fop- en schertsvuurwerk zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid van het vuurwerkbesluit
- 25 kg vuurwerk of meer van categorie F2 en F3
- pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
Het gewicht is met omhulsel en verpakking van het vuurwerk, maar zonder de transportverpakking. De transportverpakking van vuurwerk is bepalend voor de ADR-classificatie van het vuurwerk. Vanwege deze verpakking (UN 4G kartonnen dozen) valt vuurwerk van categorie F1, F2 en F3 onder ADR-klasse 1.4.
Richtlijn pyrotechnische artikelen
De vuurwerk categorieën T1 en T2, F1,F2, F3 en F4 komen uit de richtlijn pyrotechnische artikelen.
- Categorie T1: pyrotechnische artikelen voor podiumgebruik. Het gevaar is gering.
- Categorie T2: pyrotechnische artikelen voor podiumgebruik. Alleen personen met gespecialiseerde kennis mogen deze artikelen gebruiken.
- Categorie F1: vuurwerk met zeer weinig gevaar en een te verwaarlozen geluidsniveau. Het vuurwerk is bestemd voor gebruik in een besloten ruimte, waaronder binnenshuis. Dit wordt ook wel fop- en schertsvuurwerk genoemd.
- Categorie F2: vuurwerk met weinig gevaar en een laag geluidsniveau. Het vuurwerk is bestemd voor gebruik buitenshuis in een afgebakende plaats.
- Categorie F3: vuurwerk met middelmatig gevaar. Het is bestemd voor gebruik buitenshuis in een grote open ruimte. Het geluidsniveau is niet schadelijk voor de gezondheid.
- Categorie F4: Hieronder valt het zogenoemde professionele vuurwerk dat veel gevaar oplevert. Dit vuurwerk mag alleen worden ontbrand door een persoon met een ontbrandingsvergunning en ontbrandingstoestemming.
Dit valt niet onder de milieubelastende activiteit
De regels uit paragraaf 3.2.10 van het Bal gelden niet voor:
- vuurwerk dat de krijgsmacht, de politie of de brandweer gebruikt voor instructiedoeleinden
- opslag voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger. Dit valt onder de milieubelastende activiteit Opslag- en transportbedrijf, groothandel en containeroverslag
- pyrotechnische artikelen voor nautisch gebruik. Deze zogenoemde noodsignalen vallen onder de milieubelastende activiteit Opslaan van ontplofbare stoffen voor civiel gebruik.
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor opslaan, herverpakken en bewerken vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Voor deze activiteit is dat alleen paragraaf 4.102 Opslaan, herverpakken en bewerken van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor opslaan, herverpakken en bewerken vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
Een omgevingsvergunning is nodig voor het opslaan, herverpakken of bewerken van:
- meer dan 25 kg pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T1 of T2
- meer dan 10.000 kg vuurwerk van categorie F1, F2 of F3
- vuurwerk van categorie F4
- vuurwerk dat niet in artikel 2.1.1 van het vuurwerkbesluit staat als vuurwerk voor particulier gebruik
De reden voor de vergunningplicht is de externe veiligheid.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf informatie moet aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor opslaan, herverpakken en bewerken vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
Niet alle regels voor vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- het Vuurwerkbesluit, bijvoorbeeld het in de handel brengen, tot ontbranding brengen en verkopen van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie
Bedrijfstakoverstijgende activiteit
Een bedrijfstakoverstijgende activiteit is een milieubelastende activiteit waarvoor het Rijk regels stelt in afdeling 3.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit is meestal geen zelfstandige bedrijf, maar wordt uitgevoerd als onderdeel van een bedrijf en soms ook binnen een huishouden. Voor de bedrijfstakoverstijgende activiteiten zijn landelijk eisen uitgewerkt die nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving beperken. Veelal gaat het om eisen over de technische uitvoering van de installaties. (nota van toelichting Bal, paragraaf 4.2.3, Stb. 2018, 293)
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.