Dit valt onder opslagtank voor vloeistoffen
De milieubelastende activiteit opslagtank voor vloeistoffen staat in paragraaf 3.2.8 van het Bal. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral de verontreiniging van de bodem en gevolgen voor de externe veiligheid door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen.
De milieubelastende activiteit opslagtank voor vloeistoffen is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Het gaat bij deze activiteit om het opslaan van bepaalde stoffen in:
Het gaat om het opslaan van de volgende stoffen:
Onder opslaan vallen ook de handelingen die daarbij horen. Bijvoorbeeld het vullen of legen van de opslagtank met een tankwagen. Het opslaan voor korte tijd en in afwachting van verder vervoer valt ook onder deze milieubelastende activiteit.
In de praktijk vindt opslag van vloeistoffen ook plaats in tankcontainers en verpakkingen. Als ze als opslagtank worden gebruikt, vallen ze onder de milieubelastende activiteit opslagtank voor vloeistoffen'. Bijvoorbeeld als de tankcontainer of verpakking op een vaste plaats staat en aansluit op een proces of installatie. Leidingen en een pomp vormen vaak de aansluiting. De tankcontainer of verpakking werkt dan als voorraadvat.
Met een verpakking wordt hier vooral een intermediate bulk container (IBC) bedoeld. Een tankcontainer is geschikt voor verschillende typen transport. Een tankcontainer heeft een vat van roestvast staal met daaromheen een isolatie- en beschermingslaag. De beschermingslaag bestaat vaak uit polyurethaan en aluminium. Om het vat zit een stalen frame, zodat het geschikt is voor vervoersmiddelen voor containertransport.
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor opslagtank voor vloeistoffen
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit de hoofdstukken 4 en 5 van toepassing zijn. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Voor de kernactiviteit het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit van de CLP-verordening gelden alleen de algemene regels uit paragraaf 5.4.3.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor opslagtank voor vloeistoffen
Een omgevingsvergunning is nodig voor het opslaan van bepaalde stoffen in een opslagtank, tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt. Het gaat om de volgende stoffen:
- vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3, 4.2, 4.3, 5.2, 6.1
- vloeibare gevaarlijke stoffen van verpakkingsgroep I van ADR-klasse 8
- vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit van de CLP-verordening. Het gaat daarbij om categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening
Het opslaan in een opslagtank, tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt met een inhoud van meer dan 150 m3 is altijd vergunningplichtig. Het gaat hierbij om de grootte van één tank , dus geen optelsom van meerdere kleine tanks. Verder maakt het niet meer uit welke stoffen – die onder de paragraaf vallen – in de tank zitten.
De reden voor de vergunningplicht is de externe veiligheid.
Uitgezonderd van de vergunningplicht zijn:
- opslag van stoffen van ADR-klasse 3 in een ondergrondse opslagtank,
- opslaan van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat het opslaan van diesel beperkte externe veiligheidsrisico’s oplevert.
- opslag van stoffen van ADR-klasse 3 in een opslagtank die niet vanuit een tankwagen wordt gevuld en een inhoud heeft van 300 liter of minder. Externe veiligheidsrisico’s doen zich bij deze kleine opslagtanks alleen voor bij het vullen.
Lozen afvalwater
Voor het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater is vaak ook een omgevingsvergunning nodig. Dat is het geval als het afvalwater afkomstig is bij een van de volgende vergunningplichtige activiteiten:
- het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1.
- het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen van verpakkingsgroep I van ADR-klasse 8.
- het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit van de CLP-verordening. Het daarbij om categorie 1, 2 of 3, van bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening.
- het opslaan in een opslagtank, tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt met een inhoud van meer dan 150 m3. Het maakt dan niet meer uit welke stoffen (die onder de paragraaf vallen) erin zitten.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan (verwijst naar een andere website) in of lees verder over milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
In de hoofdstukken 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit of het bedrijf informatie moet aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor opslagtank voor vloeistoffen
Niet alle regels voor een opslagtank voor vloeistoffen staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie