Uitleg stookinstallatie
Het Bal verstaat onder een stookinstallatie een technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd om de opgewekte warmte te gebruiken. Het gaat hierbij om stationaire bronnen zoals (CV-)ketels, luchtverhitters, ovens, fornuizen, kachels, gasmotoren en gasturbines.
Er is onderscheid tussen kleine, middelgrote en grote stookinstallaties. Kleine stookinstallaties zijn installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van maximaal 1 MW. Grote stookinstallaties zijn installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer. Middelgrote stookinstallaties zitten daar tussenin.
Veruit de meeste grote stookinstallaties gebruiken gas als brandstof. Daarnaast gebruiken stookinstallaties ook wel diesel en biomassa als brandstof.
Dit valt onder een stookinstallatie
De milieubelastende activiteit stookinstallatie staat in paragraaf 3.2.1 van het Bal. De activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. Nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van de lucht, lozingen, gebruik van energie en veiligheid. De milieubelastende activiteit stookinstallatie is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Het gaat om een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 100 kW.
Dit valt er niet onder
De regels uit paragraaf 3.2.1 van het Bal gelden niet voor:
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor een stookinstallatie
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor een stookinstallatie
Er is een omgevingsvergunning nodig voor de volgende activiteiten:
- een stookinstallatie voor niet-standaard brandstoffen. Dit is een stookinstallatie waarin een andere stof wordt verstookt dan:
- aardgas
- propaangas
- butaangas
- vergistingsgas
- biodiesel die voldoet aan NEN-EN 14214
- lichte olie
- halfzware olie
- gasolie
- rie-biomassa en pellets gemaakt uit rie-biomassa, voor zover wordt gestookt in een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 15 MW.
- het lozen van koelwater met een warmtevracht van meer dan 50 MW op een oppervlaktewaterlichaam, afkomstig van de milieubelastende activiteit stookinstallatie
Let op: de vergunningplicht voor een IPPC-installatie voor het stoken, die valt onder categorie 1.1 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), is aangewezen bij de activiteit Grootschalige energieopwekking.
De indieningsvereisten voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf informatie moet aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor een stookinstallatie
Niet alle regels voor stookinstallaties staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie