Definitie van ontgronden
Onder ontgronding vallen alle werkzaamheden die iets aan of in de hoogteligging van een terrein veranderen, of waarbij de bodem van een water wordt verlaagd.
Deze activiteiten vallen niet onder ontgronden in rijkswateren:
- normale onderhoudswerken
- grondboringen en sonderingen
- afgraven van grond in een gronddepot
Bevoegd gezag
De minister van Infrastructuur en Waterstaat is bevoegd gezag voor ontgronding in rijkswateren. Bij aanvraag van een omgevingsvergunning voor meerdere activiteiten kan het bevoegd gezag anders zijn. Kijk daarvoor op de pagina Bepalen bevoegd gezag omgevingsvergunning, onder de blokken 'meervoudige aanvraag'.
Algemene regels
Voor ontgrondingsactiviteiten in rijkswateren gelden:
Vergunning
De ontgrondingsactiviteit is in principe vergunningplichtig. In een aantal gevallen hoeft er geen omgevingsvergunning aangevraagd te worden. Activiteiten genoemd in artikel 6.28 van het Bal zijn vergunningvrij.
Aanvraagvereisten vergunning
De aanvraagvereisten voor een omgevingsvergunning staan in paragraaf 7.2.1 en artikel 7.162 van de Omgevingsregeling.
Beoordelingsregels vergunning
De vergunningverlener verleent de omgevingsvergunning alleen als de activiteit verenigbaar is met de doelen van de wet. De beoordelingsregels staan in artikel 8.76 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De vergunningverlener weigert de omgevingsvergunning in ieder geval als:
- de ontgronding niet veilig en stabiel is tijdens de uitvoering of na afloop
- het gebied na afloop niet goed ingericht en beheerd wordt
- de inrichting van de locatie niet aansluit bij de functie die daarvoor geldt
Voorschriften in de vergunning
De vergunningverlener kan voorschriften opnemen over:
- het werkplan, bijvoorbeeld als overleg nodig is of als de vergunningaanvrager het werkplan moet voorleggen aan een bestuursorgaan
- hoe de vergunningaanvrager aan de voorschriften kan voldoen en welke gegevens hij ter beschikking moet stellen
- paleontologie
De vergunningverlener mag ook andere voorschriften stellen. Bijvoorbeeld over veiligheid van omwonenden. De vergunningverlener kan geen voorschriften opnemen waarvoor maatwerk in het Bal is uitgesloten. Dit volgt uit artikel 8.77 en 8.78 van het Bkl.
Vergunningaanvragen ontvangen
Overheden ontvangen digitale vergunningaanvragen via het Omgevingsloket. Hiervoor sluiten ze aan op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Lees meer over vergunningaanvragen in het DSO.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze ontgrondingsactiviteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Meldingsplicht
Er staat in het Bal geen meldingsplicht voor de ontgrondingsactiviteit.
Informatieplicht
Ontgrondingsactiviteiten voor het testen van materieel en onderzoek naar winbare hoeveelheden stoffen zijn soms vrijgesteld van vergunningplicht. Voor deze activiteiten moet de initiatiefnemer minstens vier weken van tevoren gegevens en stukken verstrekken aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Om welke gegevens en stukken het gaat, staat in artikel 6.9 en 6.33 van het Bal.
Gedoogplicht
Het bevoegd gezag kan een gedoogplicht opleggen in de omgevingsvergunning voor onderzoek. Dit geldt voor onderzoek dat nodig is voor de vergunning. Bijvoorbeeld voor de aanvraag of voor monitoring tijdens de uitvoering. De gedoogplicht geldt voor rechthebbenden van grond of water waar onderzoek moet plaatsvinden. Dit staat in artikel 10.16 van de Omgevingswet.
Specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplichten voor ontgrondingsactiviteiten in de rijkswateren staan in artikel 6.6 van het Bal. De specifieke zorgplicht houdt in dat handelingen niet schadelijk mogen zijn voor de leefomgeving. De wetgever vond het niet nodig om nog andere direct werkende regels voor ontgrondingsactiviteiten op te stellen.
Beperkingengebiedactiviteit
Een ontgrondingsactiviteit is altijd gekoppeld aan een beperkingengebiedactiviteit waterstaatswerk. Dit volgt uit artikel 6.27 van het Bal. Hiervoor gelden dus ook de regels die gelden voor de beperkingengebiedactiviteit. De zorgplicht bepaalt bijvoorbeeld dat na afloop van de activiteit het waterstaatswerk weer zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat wordt gebracht. Daar valt natuurlijk niet de ontgronding zelf onder. Het gaat erom, dat degene die de activiteit uitvoert het omliggende gebied van de ontgronding weer in de oorspronkelijke staat terugbrengt.
Daarnaast geldt dat het waterstaatswerk zo min mogelijk wordt beschadigd. De ontgrondingswerkzaamheden moeten daarom zo efficiënt mogelijk plaatsvinden. Vaartuigen waarmee men werkt moeten ook naar behoren functioneren. Er mag bijvoorbeeld niets lekken. En als ter plaatse wordt getankt, moet dit zorgvuldig gebeuren.
Vrije doorvaart voor de scheepvaart
Bij het uitvoeren van de ontgrondingsactiviteit:
- mag geen hinder voor het scheepvaartverkeer ontstaan
- moet de vrije doorvaart van schepen gewaarborgd zijn, zowel in de breedte en diepte van de vaargeul als in de hoogte boven de vaargeul
- mogen bouwwerken, andere werken en objecten het zicht vanaf het schip niet verstoren
- mogen bouwwerken de werking van navigatieapparatuur niet verstoren
Deze onderdelen zijn vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet opgenomen als algemene regel in de Waterregeling. Door hun generieke werking zijn ze in de Omgevingswet opgenomen in de specifieke zorgplicht.
Geen decentrale regels
Voor ontgrondingsactiviteiten in de rijkswateren zijn decentrale overheden niet bevoegd om regels te stellen.