Dit is veranderd voor het opslaan van grond of baggerspecie

Regels voor opslaan van grond of baggerspecie in één paragraaf

In de voormalige regelgeving stonden regels voor het opslaan van grond of baggerspecie in zowel het Besluit bodemkwaliteit als het Activiteitenbesluit. Er was namelijk een onderscheid gemaakt tussen opslag buiten inrichtingen en opslag binnen inrichtingen. Onder de Omgevingswet komt dit onderscheid niet meer terug. Er is voor het opslaan van grond of baggerspecie één paragraaf met algemene regels. Dat is paragraaf 4.122 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Ook de regels over het samenvoegen van partijen, die voorheen in artikel 4.3.2 van de voormalige Regeling bodemkwaliteit stonden, zijn nu opgenomen in deze paragraaf.

Opslaan van grond of baggerspecie is een milieubelastende activiteit of lozingsactiviteit

De opslag van grond of baggerspecie is onder de Omgevingswet een aangewezen milieubelastende activiteit en/of een lozingsactiviteit (bij de opslag in een oppervlaktewaterlichaam). Samenhangende handelingen bij het opslaan van grond of bagger vallen onder dezelfde activiteit. Dit zijn handelingen als het samenvoegen van partijen, zeven en mechanisch ontwateren. Voor deze activiteit gelden algemene rijksregels. Het opslaan van grond of bagger op de locatie van het ontgraven valt niet onder deze activiteit, maar onder de regels voor het graven in de bodem.

Geen melding per partij maar voor de activiteit als geheel

In de regelgeving die gold vóór de Omgevingswet stonden verschillende eisen aan de melding vanuit het Besluit bodemkwaliteit en het Activiteitenbesluit. Onder de Omgevingswet is nu één set aan meldingseisen. De melding (of de omgevingsvergunning als vergunningplichtig) geldt voor de activiteit als geheel en niet per partij. Binnen die activiteit is het toegestaan om meerdere partijen grond of baggerspecie op te slaan. Het is dus niet nodig om per partij die u opslaat een afzonderlijke melding te doen. Voorheen was dat wel verplicht bij de tijdelijke opslag van grond of baggerspecie onder de regels van het voormalige Besluit bodemkwaliteit.

Minder vergunningen

Voor het opslaan van meer dan 10.000 m³ grond of baggerspecie geldt geen vergunningplicht meer, waar dit onder het Activiteitenbesluit wel het geval was. Voor het zeven en mechanisch ontwateren van de grond of baggerspecie is ook geen vergunning meer nodig. De kwaliteitsklasse van de grond of baggerspecie bepaalt nu of een vergunning nodig is. Alleen de opslag van grond met de kwaliteitsklassen matig verontreinigd en sterk verontreinigd en baggerspecie met de kwaliteitsklasse sterk verontreinigd is vergunningplichtig, ongeacht de omvang van de partij grond of baggerspecie. Dit geldt ook voor grond of baggerspecie van onbekende kwaliteit en herkomst.

In onderstaande tabel staat wanneer sprake is van een vergunning-, meld- en informatieplicht en welke algemene regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) gelden.

Versoepeling algemene regels bodem voor grond van kwaliteitsklasse wonen of industrie

In het Activiteitenbesluit golden algemene regels (bodembeschermende voorzieningen) voor de opslag van grond van de kwaliteitsklasse wonen of industrie. Bescherming van de bodem zou nodig zijn omdat het materiaal zou kunnen uitlogen. Uit langjarig onderzoek blijkt dat de uitloging van grond veel langzamer gaat dan aangenomen werd. De algemene regels voor de opslag van grond met kwaliteitsklassen wonen en industrie zijn dan ook komen te vervallen in de nieuwe regels in het Bal. Een eindonderzoek bodem is nog wel verplicht. Zo kan gecontroleerd worden of de bodem inderdaad niet nadelig beïnvloed is.

Verduidelijken van de eisen voor baggerdepots

De benodigde bodembeschermende voorzieningen voor baggerdepots zijn in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) uitgeschreven. De algemene regels zijn gebaseerd op de eisen uit het Activiteitenbesluit. Zo is duidelijker welke voorzieningen getroffen moeten worden. Deze eisen gelden ook voor grootschalige opslag van bagger.

Geen erkenningsplicht voor het ontwateren van herbruikbare baggerspecie

Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet gold een erkenningsplicht voor het ontwateren van baggerspecie als daarvoor een vergunning nodig was. Organisaties moesten erkend zijn voor de BRL SIKB 7500 en onderliggend protocol 7511. Onder de Omgevingswet geldt voor het ontwateren van baggerspecie geen erkenningsplicht meer. Ontwateren mag wel vrijwillig onder certificaat volgens protocol 7511 plaatsvinden.

Het ontwateren van baggerspecie die niet herbruikbaar is, blijft wel onder de erkenningsplicht vallen. Deze vorm van bewerken valt onder de BRL SIKB 7500 en onderliggend protocol 7510. Ook het samenvoegen van partijen baggerspecie blijft erkenningsplichtig, ook als dat gelijktijdig met het ontwateren gebeurd. Organisaties moeten erkend zijn voor de BRL 9335 en onderliggend protocol 9335-1. Tot 1 januari 2026 geldt een overgangstermijn en is het ook nog toegestaan om partijen baggerspecie samen te voegen onder de BRL SIKB 7500 en onderliggend protocol 7511.