Luchtvoorschriften opslaan van goederen (paragraaf 4.104 Bal)
Voor opslaan van goederen gelden luchtvoorschriften uit paragraaf 4.104 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het gaat om stofemissie bij op- en overslag van goederen in stuifklassen S1 tot en met S5. Voor andere op- en overslag geeft het Bal bij deze activiteit geen luchtvoorschriften. Het gaat om overslag buiten en om opslag, mengen en transport.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.104 valt
- hoofdstuk 3 van het Bal deze voor uw activiteit aanwijst
Indeling in stuifklassen
In het Besluit activiteiten leefomgeving staan vijf stuifklassen. Bijlage IV van het Bal geeft per stof een indeling in stuifklassen. Deze lijst geeft de meest voorkomende aan.
- S1: sterk stuifgevoelig, niet bevochtigbaar
- S2: sterk stuifgevoelig, wel bevochtigbaar
- S3: licht stuifgevoelig, niet bevochtigbaar
- S4: licht stuifgevoelig, wel bevochtigbaar
- S5: nauwelijks of niet stuifgevoelig
Voorbeelden van nauwelijks stuifgevoelige stoffen (S5) zijn puin, kalksteen, lava en puingranulaat. Voorbeelden van stuifgevoelige stoffen zijn cement (S1), zand (S2, S3 of S4) en tarwemeel (S1).
Overslag buiten
Overslag van stuifgevoelige goederen is verboden boven bepaalde windsnelheden (artikel 4.1066 Bal):
- goederen ingedeeld in stuifklassen S1 en S2, bij een windsnelheid van meer dan 8 m/s
- goederen ingedeeld in stuifklasse S3, bij een windsnelheid van meer dan 14 m/s
- goederen ingedeeld in stuifklassen S4 en S5, bij een windsnelheid van meer dan 20 m/s
Opslaan, mengen en transport
Opslaan en mengen in een gesloten ruimte
Het opslaan en mengen van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 tot en met S4 vindt plaats in een gesloten ruimte (artikel 4.1065 Bal). Voorbeelden van een gesloten ruimte zijn een gebouw, silo of gesloten container.
Bij opslag in een volledig gesloten container of ruimte voldoet het bedrijf automatisch aan de emissiegrenswaarde voor totaalstof. Het kan zijn dat de gesloten ruimte voorzien is van een afzuigpunt. Het bedrijf voldoet dan in ieder geval aan de emissiegrenswaarde voor totaalstof als de ruimte op onderdruk wordt gehouden en de afgezogen lucht door een filtrerende afscheider wordt geleid.
Bij opslag van goederen van stuifklasse S3, S4 of S5 in een silo met ventilatieopeningen of sleuven blijft de emissie vaak onder de ondergrens van 100 kg/jaar en is een filtrerende afscheider niet nodig. Alleen bij uitzondering zijn aanvullende voorzieningen nodig om aan de emissiegrenswaarde voor totaalstof te voldoen. Bijvoorbeeld als een geforceerde ventilatie of zichtbare stofemissie plaatsvindt.
Maatwerkruimte gesloten ruimte
De hoofdlijn voor het beperken van diffuse emissies is een gesloten ruimte. Maar dit wil niet zeggen dat dit voor alle bedrijven nodig of haalbaar is. Daarom zit er maatwerkruimte in het Bal. Met deze maatwerkruimte kan het bevoegd gezag een lokale afweging maken. Het kan afwijken van de regels voor diffuse emissie van het Bal met voorschriften die beter passen bij de lokale situatie.
Zo kan het zijn dat de kosten van een gesloten ruimte niet proportioneel zijn en dat er andere maatregelen mogelijk zijn om de leefomgeving en de gezondheid van mensen te beschermen. Een voorbeeld van een alternatieve maatregel is het nathouden van bevochtigbare stuifgevoelige goederen.
Pneumatisch transport
Bij pneumatisch transport van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 en S2 uit een container, bulktransportwagen of ander transportmiddel komt stof vrij. Het bedrijf voldoet in ieder geval aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof als bij het vullen van een opslagruimte het overstortpunt wordt afgezogen en door een geschikte filtrerende afscheider wordt geleid.
Continu mechanisch transport
Stofreducerende maatregelen voor continu mechanisch transport van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 tot en met S4 zijn (artikel 4.1068 Bal):
- gesloten systeem: de inlaatzijde en afwerpzijde hebben windreductieschermen of sproeiers. Of de inlaatzijde en afwerpzijde worden continu afgezogen en het afgezogen stof wordt teruggevoerd in de productstroom.
- open systeem: de inlaatzijde en afwerpzijde zijn voorzien van afscherming tegen windinvloeden of zijn voorzien van bevochtiging
Met deze maatregelen voldoet het bedrijf in ieder geval aan de emissiegrenswaarde voor totaalstof.
Laden en lossen van stuifgevoelige goederen
Stofreducerende maatregelen bij laden en lossen van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 tot en met S4 zijn (artikel 4.1069 Bal):
- Bij het laden en lossen met storttrechters moeten de trechters afzuiging hebben.
- Bij het laden en lossen met grijpers gebeurt dit met grijpers die van de bovenkant zijn afgesloten.
- Bij het laden en lossen van lichters heeft de lichterbelader een stortkoker. De stortkoker reikt tot op de bodem van het ruim of tot op het materiaal dat al is gestort.
- Bij het laden en lossen met pneumatische elevatoren zijn de weegbunkers en overstortpunten gesloten uitgevoerd, wordt het neergeslagen stof in de overstortpunten regelmatig verwijderd of heeft de stortschoen afzuiging.
Met deze maatregelen voldoet het bedrijf in ieder geval aan de emissiegrenswaarde voor totaalstof.
Afvoer bovendaks
Bij het opslaan en mengen van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 tot en met S4 moet de afgezogen lucht bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd (artikel 4.1073 Bal).
Emissiegrenswaarde stof
De emissiegrenswaarde voor totaal stof is maximaal:
- 5 mg/Nm3 bij het opslaan en mengen van goederen in stuifklassen S1 tot en met S4 in een gesloten ruimte.
- 10 mg/Nm3 bij pneumatisch transport uit een container, bulktransportwagen of ander transportmiddel van goederen in stuifklassen S1 of S2.
Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissievracht lager is dan 100 kg/jaar (artikel 4.1067 lid 3 Bal).
Toezicht: maatregelen of meetplicht
De toezichthouder controleert of het bedrijf de maatregelen voor het beperken van emissie van stof voldoende toepast (artikelen 4.1067, 4.1068, 4.1069). Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat ze voldoen aan de emissiegrenswaarden voor totaal stof voor het:
- opslaan en mengen van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 tot en met S4 in een gesloten ruimte.
- pneumatisch transport uit een container, bulktransportwagen of ander transportmiddel van goederen ingedeeld in stuifklassen S1 of S2.
De meting moet voldoen aan de eisen uit artikel 4.1072 van het Bal. Dit zijn vergelijkbare eisen als gelden voor een meting voor luchtvoorschriften die staan in hoofdstuk 5 van het Bal.
Geur
Bij de op- en overslag van bederfelijke goederen is mogelijk sprake van geurhinder. Het Bal stelt hier geen eisen aan. Wel kan het bevoegd gezag hier aanvullend eisen aan stellen om deze emissies te beperken. Dit kan via een maatwerkvoorschrift dat geldt voor de op- en overslag van bederfelijke goederen of via een maatwerkregel in het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 2.12 en 2.13 van het Bal.
Overgangsrecht
Voor vervallen uitzonderingen en voorwaarden geldt 2 jaar overgangsrecht. Zo is de uitzondering voor het buiten opslaan van goederen in de stuifklasse S2 en S4 vervallen. De periode van 2 jaar geeft het bevoegd gezag de tijd om zo nodig maatwerk op te stellen. Op de IPLO website staan tabellen met artikelen van het Activiteitenbesluit waarvoor het overgangsrecht geldt.
Ook kan het zijn dat er voor een bedrijf onder het Activiteitenbesluit een maatwerkbesluit of een vergunningvoorschrift gold. In dat geval blijft dit voorschrift gelden onder de Omgevingswet. Zie ook:
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast luchtvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels opslaan van goederen.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.