Luchtvoorschriften reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen (paragraaf 4.21 Bal)

Wanneer de regels van toepassing zijn

In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:

• uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.21 valt, en
• hoofdstuk 3 van het Bal paragraaf 4.21 voor uw activiteit aanwijst.

Materialen waar de luchtvoorschriften voor gelden

Het gaat bij deze luchtvoorschriften om:

• reinigen, lijmen en coaten van voorwerpen van rubber, kunststof, metalen, keramisch materiaal, steen, papier, karton, gips, film, kurk, hout of houtachtig materiaal
• het lijmen en coaten van bont, leer, textiel, planten of delen van planten

Afvoer bovendaks

Bij het reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen moet de afgezogen lucht bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd.

Afzuigen lucht afkomstig van het reinigen, lijmen en coaten

Om diffuse emissies in de lucht te voorkomen of beperken, moet afzuiging plaatsvinden bij het reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen.

Bronafzuiging bij reinigen, lijmen of coaten met vluchtige organische stoffen (VOS)

Om de emissie naar de lucht te beperken en geurhinder te voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau te beperken, moet bronafzuiging plaatsvinden bij:

• het reinigen, lijmen of coaten van voorwerpen door het vernevelen van vluchtige organische stoffen met een nevelspuit.
• het coaten van voorwerpen door het opbrengen van poeder.
• het reinigen, lijmen of coaten van voorwerpen met vluchtige organische stoffen door dompeling in open of halfgesloten baden.
• het lijmen of coaten van voorwerpen met producten die vluchtige organische stoffen bevatten.

Bronafzuiging moet ook plaatsvinden bij het:

• aansluitend op bovenstaande activiteiten drogen of uitharden van oppervlakken van voorwerpen met vluchtige organische stoffen
• het moffelen van materialen met een poedercoating.

Gaat het om het reinigen, lijmen of coaten van voorwerpen met vluchtige organische stoffen door dompeling in open of halfgesloten baden? En wordt hierbij gebruikgemaakt van hoogkokende stoffen? Dan is bronafzuiging niet verplicht.

Maatregelen vluchtige organische stoffen

De emissie van vluchtige organische stoffen naar de lucht wordt beperkt door gebruik van oplosmiddelarme producten en oplosmiddelarme applicatiemethoden. Dit is verplicht als men bij het reinigen, lijmen of coaten minstens 1.000 kg/jaar aan organische oplosmiddelen gebruikt (artikel 4.352 lid 1 Bal).

Er wordt in ieder geval voldaan aan deze eis als producten, met uitzondering van planten of delen van planten:

• een gehalte vluchtige organische stof hebben van niet meer dan 150 g/l voor gebruiksklare producten.
• voldoen aan de eisen die het Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen milieubeheer stelt aan het maximale gehalte vluchtige organische stof.
• een gehalte vluchtige organische stof hebben van niet meer dan 30 volumeprocent in reinigingsmiddelen.

Er wordt in ieder geval voldaan aan deze eis als bij het coaten van planten of delen van planten, een dompelmethode wordt gebruikt met:

• een volledig watergedragen verfbad bij droogbloemen.
• een watergedragen verfbad met niet meer dan 15 volumeprocent vluchtige organische stoffen die bestaan uit vloeibare kleurstoffen en, als dat nodig is, uitvloeimiddelen, bevochtigingsmiddelen of antischuimmiddelen bij snijbloemen. Voor snijbloemen met grote vaatbundels is een optrekmethode met een volledig watergedragen verfbad mogelijk.

Zie ook: Inzicht in verbruik organische oplosmiddelen.

Maatregelen vluchtige organische stoffen bij reiniging

Om de emissie van vluchtige organische stoffen naar de lucht bij het reinigen te beperken, is het nodig maatregelen te treffen. Dit moet alleen als het gebruik van organische oplosmiddelen minstens 1.000 kg/jaar is. De maatregelen zijn:

• droog reinigen, als dit mogelijk is.
• reiniging met waterige middelen, als droog reinigen technisch niet mogelijk is.
• reiniging met organische oplosmiddelen in een procesbad in een gesloten systeem, als reiniging met waterige middelen technisch niet mogelijk is.
• reiniging met hoogkokende, niet-gehalogeneerde oplosmiddelen, als reiniging in een gesloten systeem technisch niet mogelijk is.

Vindt reiniging plaats in een gesloten systeem? Dan blijft de inneem- en uitneemzone minstens een minuut gesloten, nadat de pompinstallatie of persluchtinstallatie is gestopt.

Maatregelen totaal stof

Een maatregel om stofemissies te reduceren is het afzuigen van de lucht en het afvoeren van de lucht door een geschikte filtrerende afscheider. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde van totaal stof.

Emissiegrenswaarde totaal stof

Bij het reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen geldt een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm³. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissie de ondergrens van 100 kg/jaar niet overschrijdt (artikel 4.348 lid 2 Bal).

Toezicht: maatregelen of meetplicht

De toezichthouder controleert of het bedrijf de afgezogen lucht door een geschikte filtrerende afscheider voert (artikel 4.348). Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat het voldoet aan de emissiegrenswaarden. Die meting moet voldoen aan de eisen uit artikel 4.351 van het Bal. Deze eisen zijn vergelijkbaar met die voor een meting voor luchtvoorschriften uit hoofdstuk 5 van het Bal.

Let op: er gelden ook andere voorschriften

Naast luchtvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Die vindt u op de pagina Inhoudelijke regels reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen.