Verwijderen asbest: regels in het Bbl
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan regels over het verwijderen van asbest bij sloopwerkzaamheden. Ze gaan over het verwijderen van asbest door bedrijven en de verwijdering van asbest door particulieren.
Asbestverwijdering door gecertificeerd bedrijf
Het verwijderen van asbest in risicoklassen 2 en 2A, mag alleen gebeuren door een bedrijf dat in het bezit is van het certificaat asbestverwijdering (zoals bedoeld in artikel 4.54d, lid 1 Arbeidsomstandighedenbesluit) voordat het slopen van het bouwwerk plaatsvindt (artikel 7.20 Bbl).
Asbestverwijdering door niet-gecertificeerd bedrijf
In sommige gevallen mag ook een niet-gecertificeerd bedrijf de asbestverwijdering doen (artikel 7.20, lid 2 in combinatie met artikel 7.9, lid 2 van het Bbl). Wel blijven de regels uit het Arbeidsomstandighedenbesluit gelden. Het gaat om het in z'n geheel of gedeeltelijk verwijderen van:
- rem- en frictiematerialen
- waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, telecombuizen en mantelbuizen van een ondergronds, openbaar leidingnet voor water, gas, elektriciteit, telecom of riool
- geklemde vloerplaten onder een verwarmingstoestel
- beglazingskit die is verwerkt in de constructie van een kas
- pakkingen uit:
- verbrandingsmotoren
- verwarmingstoestellen met een nominaal vermogen van minder dan 2.250 kW
- (onderdelen van) procesinstallaties, inclusief aan- en afvoerleidingen
- gas- en elektrotechnische componenten in gas- en elektriciteitsnetten door of namens de netbeheerder zelf
Het gaat ook om het in z’n geheel verwijderen van verwarmingstoestellen.
Risicoklassen 2 en 2A asbest
Asbest in risicoklasse 2 betekent dat in de lucht waaraan medewerkers blootgesteld kunnen worden tijdens het werk de concentratie chrysotiele en amfibole asbestvezels bij elkaar meer dan 2.000 vezels/m3 bedraagt. Het berekenen ervan vindt plaats over een referentieperiode van 8 uur per werkdag. Onder amfibole asbestvezels vallen actinoliet, amosiet, anthofylliet, tremoliet en crocidoliet.
Dit staat in artikel 4.48 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Asbest in risicoklasse 2A betekent dat in de lucht waaraan medewerkers blootgesteld kunnen worden tijdens het werk de concentratie amfibole asbestvezels meer dan 2.000 vezels/m3 bedraagt. Het berekenen ervan vindt plaats over een referentieperiode van 8 uur per werkdag. Onder amfibole asbestvezels vallen actinoliet, amosiet, anthofylliet, tremoliet en crocidoliet. Dit staat in artikel 4.53a van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Eindbeoordeling asbestverwijdering in binnenruimte
Na het verwijderen van asbest in risicoklasse 2 of 2A in een binnenruimte moet een eindbeoordeling plaatsvinden (artikel 7.22, lid 1 Bbl). De regels voor het uitvoeren van de eindbeoordeling staan in het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikelen 4.51a, lid 1, 2, 4 en 6 en 4.53c). Er mogen pas weer werkzaamheden plaatsvinden in de binnenruimte als de eindbeoordeling is geweest waaruit blijkt dat:
- er geen asbest meer zichtbaar is, en
- de concentratie in de lucht maximaal de waarde is die in het Arbeidsomstandighedenbesluit staat (artikelen 4.51a, lid 2 en 4.53c)
Dit staat in artikel 7.22, lid 3 van het Bbl.
Eindbeoordeling asbestverwijdering in buitenlucht
Na het verwijderen van asbest in risicoklasse 2 of 2A in de buitenlucht moet een visuele inspectie plaatsvinden (artikel 7.22, lid 2 Bbl). De regels voor het uitvoeren van de visuele inspectie staan in het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 4.51a, lid 3, 4, 5 en 6). Er mogen pas weer handelingen plaatsvinden aan het bouwwerk als uit de inspectie blijkt dat er geen asbest meer zichtbaar is (artikel 7.22, lid 4 Bbl).
Landelijk asbestvolgsysteem
Alle gecertificeerde bedrijven die asbest verwijderen, moeten hiervoor het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) gebruiken. Voor niet-gecertificeerde bedrijven geldt deze verplichting niet. Lees meer op LAVS-gebruiker: asbestverwijderingsbedrijf.
Verwijdering van asbesthoudende materialen door particulieren
Een particulier mag maximaal 35 m2 van de volgende asbesthoudende materialen uit een woonfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) of nevengebruiksfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) daarvan zelf verwijderen:
- geschroefde platen waarin asbestvezels hechtgebonden zijn (geen dakleien). Verweerde of kapotte platen dus niet want dan zijn de platen niet in z’n geheel te verwijderen.
- vloertegels
- niet-gelijmde vloerbedekking
Dit staat in artikel 7.9, lid 2, onder e van het Bbl.
In z’n geheel verwijderen
Het verwijderen van het materiaal moet in z’n geheel gebeuren. Het opdelen van grotere oppervlakten in kleinere mag dus niet. Zo is het niet toegestaan dat bij een dak waar 100 m2 aan asbesthoudende platen op ligt, een particulier 35 m2 verwijdert. En een bedrijf de andere 65 m2 verwijdert. De asbesthoudende platen vormen immers een geheel en het verwijderen ervan moet in één keer en zonder deze te breken.
Door het maximum van 35 m2 is het bijvoorbeeld niet toegestaan als een particulier in een woning 20 m2 aan asbesthoudende vloerbedekking verwijdert en ook 20 m2 asbesthoudende dakplaten van een bijbehorend schuurtje.
Meer informatie op Spelregels particuliere asbestverwijdering.
Aanvullende regels voor particulieren
De particulier moet bij de verwijdering van asbesthoudende (golf)platen, vloertegels of vloerbedekking ervoor zorgen:
- dat het verwijderen van de asbesthoudende materialen als eerste plaatsvindt bij het slopen
- om de asbesthoudende materialen:
- onmiddellijk van niet-asbesthoudende producten te scheiden
- zo veel mogelijk direct te verzamelen, te verpakken in niet-luchtdoorlatend, stevig verpakkingsmateriaal en af te sluiten
- op te slaan in een afgesloten opslagplaats
- die niet verpakt zijn onmiddellijk op te slaan in een afgesloten container
- dat het verpakkingsmateriaal is voorzien van een aanduiding dat het asbest bevat
- dat de verzamelde asbesthoudende materialen binnen 2 weken na verwijdering naar de milieustraat gaan.
Dit staat in artikel 7.21 van het Bbl.
Andere regels over asbest
Op deze pagina staat niet alle asbestregelgeving. Meer informatie daarover is te vinden op Asbestregelgeving.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Woonfunctie
Gebruiksfunctie voor het wonen. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Lees meer op de pagina Gebruiksfunctie: woonfunctie.
Gerelateerd begrip
Binnen het begrip 'woonfunctie' is de volgende begripsbepaling uit bijlage I, Bbl van toepassing.
Gebruiksfunctie: gedeelte van 1 of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen.
Nevengebruiksfunctie
De definitie van nevengebruiksfunctie volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is: een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie. Een voorbeeld van een nevengebruiksfunctie bij een schoolgebouw (onderwijsfunctie) is een gymnastieklokaal (sportfunctie) of een kantine (bijeenkomstfunctie).
Ga voor meer informatie naar de pagina Nevengebruiksfuncties.