Luchtvoorschriften smelten en gieten van metalen (paragraaf 4.12 Bal)
Voor de activiteit 'het smelten en gieten van metalen' gelden luchtvoorschriften uit paragraaf 4.12 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het gaat onder meer om de emissie van stof, lood en aminen bij het smelten en gieten van metalen. En het maken van kernen en vormen die worden gebruikt bij het gietproces.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In de hoofdstukken 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.12 van het Bal valt, en
- uw activiteit onder paragraaf 3.4.4 Metaalproductenindustrie valt
Afvoer bovendaks
Bij het smelten en gieten van metalen moet afvoer van de afgezogen lucht bovendaks en omhooggericht plaatsvinden.
Maken en coaten van vormen en kernen van zand, koude regeneratie van zand en uitbreken en ontzanden van gietstukken
Er komt stof vrij bij:
- het maken en coaten van vormen en kernen in kleigebonden of chemisch zand voor het gieten van metalen
- de koude regeneratie van zand voor het gieten van metalen
- het uitbreken en ontzanden van gietstukken
Een maatregel voor het reduceren van stofemissies is het afvoeren van de lucht door een geschikte afscheider. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof.
Daarnaast moet het uitbreken en ontzanden van gietstukken plaatsvinden in een gesloten ruimte met gesloten deuren en ramen.
Emissiegrenswaarde totaal stof
De emissiegrenswaarde van totaal stof is maximaal 5 mg/Nm3. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissievracht lager is dan 100 kg/jaar (artikel 4.208 lid 2 Bal).
Toezicht: maatregelen of meetplicht
De toezichthouder controleert of het bedrijf de emissies door een geschikte filtrerende afscheider voert. En of het uitbreken en ontzanden van gietstukken plaatsvindt in een gesloten ruimte. Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat het voldoet aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof.
Overgangsrecht
In het Activiteitenbesluit was de emissiegrenswaarde van totaal stof bij het uitbreken en ontzanden van gietstukken niet van toepassing als het gietstuk inclusief zandvorm vanwege het gewicht en de omvang niet verplaatsbaar is. Deze uitzondering komt niet terug in het Bal. Hierop is wel het overgangsrecht van toepassing (artikel 8.1.6 lid 2 Invoeringsbesluit Omgevingswet). De uitzondering blijft gelden tot 2 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het bevoegd gezag kan afwijken van het Bal (artikel 2.12 en 2.13 Bal).
Smelten van metalen
Emissies van dioxinen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK)
De emissie van dioxinen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in de lucht moet worden voorkomen of beperkt. Daarom is smelten alleen toegestaan voor de volgende metalen:
- metaal dat voldoet aan de technische standaarden voor reguliere toepassing van het metaal
- metaal waarvan de soort legering en de verhouding van metalen in de legering aantoonbaar bekend is
- metaal dat zichtbaar vrij is van olie, olie-emulsies, smeermiddelen of vet
- metaal dat geen eigenschappen bezit van bijlage III bij de Kaderrichtlijn afvalstoffen
Er gelden dus Europese eisen en eisen van het Bal. Het inzetten van metalen die niet aan deze eisen voldoen, is niet mogelijk onder de algemene regels van het Bal. Het voldoen aan de eisen van het Bal betekent trouwens niet dat voldaan is aan de Europese eisen. Over het algemeen kan het bevoegd gezag de volgende uitgangspunten aanhouden:
- Metalen in de vorm van broodjes voldoen aan de eisen uit het Bal. Dit moet ook blijken uit de productspecificaties bij de geleverde metalen.
- De gieterij kan metaal dat vrijkomt na nabewerking van gietstukken weer inzetten als grondstof. Dit heet 'omloop'. Over het algemeen zal dit metaal voldoen aan de eisen uit het Bal. Wel moet het metaal vrij zijn van bijvoorbeeld metaalbewerkingsvloeistoffen.
Technische standaarden die gelden voor reguliere toepassing van metaal
Het te gebruiken metaal moet voldoen aan de technische standaarden voor reguliere toepassing. Het moet daarom (bijna) vrij zijn van plastics, textiel en andere niet-metalen. Dit zal bijna in alle gevallen ook zo zijn. De aanwezigheid van andere stoffen beïnvloedt namelijk in veel gevallen de producteigenschappen negatief. Voor aluminium(legeringen) staan de technische standaarden in NEN-EN 13920-1:2003 en voor koper(legeringen) staan de technische standaarden in NEN-EN 12861:2018.
Ingezet materiaal bezit geen van de eigenschappen van bijlage III van de Kaderrichtlijn afvalstoffen
Het ingezette materiaal bezit geen van de eigenschappen van bijlage III van de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Het gaat hierbij niet om de eigenschappen van het metaal. Dit blijkt uit de Europese verordeningen nr. 333/2011 (metaalschroot) en nr. 715/2013 (koperschroot). Het gaat hierbij om (gevaarlijke) verontreinigingen die leiden tot 1 of meer van de eigenschappen zoals radioactiviteit. Onder deze verontreinigingen vallen ook verontreinigingen die de technische standaarden van regulier metaal niet beïnvloeden. De Europese verordeningen geven de criteria die bepalen wanneer bepaalde soorten metaalschroot niet langer als afval worden aangemerkt.
De Kaderrichtlijn afvalstoffen geeft in bijlage III aan waardoor een afvalstof het kenmerk ‘gevaarlijk’ krijgt. Het gaat om eigenschappen zoals ontplofbaar, kankerverwekkend en giftig.
Emissies van lood
Een maatregel om de emissie van lood en loodverbindingen te beperken is het afvoeren van de lucht door een geschikte filtrerende afscheider. Andere maatregelen zijn:
- bij het smelten van koper en koperlegeringen, aluminium en aluminiumlegeringen, zink en zinklegeringen, tin en tinlegeringen bevat de legering minder dan 2% lood
- bij het smelten van koper en koperlegeringen, aluminium en aluminiumlegeringen, zink en zinklegeringen, tin en tinlegeringen bevat de legering minder dan 5% lood en de smeltoven is minder dan 200 uur per jaar in bedrijf
- bij het smelten van koper en koperlegeringen, aluminium en aluminiumlegeringen, zink en zinklegeringen, tin en tinlegeringen bevat de legering minder dan 10% lood en is de smeltoven minder dan 100 uur per jaar in bedrijf
Met één van deze maatregelen voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor lood.
Toevoegen hogere percentages lood
Bij toevoegen van minder dan 2% lood aan de legering, blijft de loodemissie onder de ondergrens. Het toevoegen van meer lood zal eerder leiden tot een overschrijding van de ondergrens. Door de oven minder uren te gebruiken voor lood(legeringen) kan de gieterij metaal smelten zonder aanvullende maatregelen te nemen.
Bij het toevoegen van maximaal 5% lood kan de oven maximaal 200 uur gebruikt worden. Bij maximaal 10% toegevoegd lood kan de oven maximaal 100 uur worden gebruikt. Dit blijkt uit metingen gedaan in opdracht van de Koninklijke Metaalunie, de FME en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Overigens kan het zijn dat de gieterij dit lood niet ter plaatse toevoegt. De gieterij kan de legeringen ook kant en klaar kopen.
Het bedrijf kan via metingen aantonen dat ze zonder filtrerende afscheider voldoen aan de eisen in het Bal. In plaats van metingen kan het bedrijf dit ook aantonen met inkoopgegevens of een loodboekhouding. In een loodboekhouding registreert de gieterij:
- welk percentage lood in de legering aanwezig is
- hoe lang de oven in gebruik is geweest
Emissiegrenswaarde lood
De emissiegrenswaarde van lood en loodverbindingen (berekend als lood) is 0,5 mg/Nm3. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissievracht lager is dan 1,25 mg/jaar (artikel 4.210 lid 2 Bal).
Maken van croningkernen en coldboxkernen voor het gieten van metalen
Een maatregel voor het reduceren van totaal stof en aminen is het afvoeren van de lucht door een geschikte gaswasser. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof en aminen.
Emissiegrenswaarde totaal stof en aminen
De emissiegrenswaarde van totaal stof is 20 mg/Nm3. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissievracht lager is dan 100 kg/jaar. Voor aminen is de emissiegrenswaarde 5 mg/ Nm3. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissievracht lager is dan 50 kg/jaar (artikel 4.211 lid 2 Bal).
Toezicht: maatregelen of meetplicht
De toezichthouder controleert of afvoer van de emissies door een geschikte gaswasser plaatsvindt. Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat het voldoet aan de emissiegrenswaarden voor lood, totaal stof en aminen.
De meting moet voldoen aan de eisen uit artikel 4.216 van het Bal. Dit zijn vergelijkbare eisen als gelden voor een meting voor luchtvoorschriften die staan in hoofdstuk 5 van het Bal.
Maatwerk mogelijk voor Zeer Zorgwekkende Stoffen en geur
Bij het smelten en gieten van metalen kunnen emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) voorkomen. Dit zijn stoffen in de klassen ERS, MVP1 of MVP2. Paragraaf 4.12 ‘smelten en gieten van metalen’ van het Bal stelt hier geen eisen aan.
Bij het smelten en gieten van metalen kan sprake zijn van geurhinder. Het Bal stelt hier geen eisen aan, behalve het bovendaks en omhooggericht afvoeren van afgezogen lucht.
Het bevoegd gezag kan aanvullende eisen stellen om de emissie van ZZS en geur te beperken. Dit kan via een maatwerkvoorschrift voor het smelten en gieten van metalen of via een maatwerkregel in het omgevingsplan. Dit volgt uit de artikelen 2.12 en 2.13 van het Bal.
Bronnen van geur
Mogelijke bronnen van geurhinder bij het smelten en gieten van metalen zijn:
- het maken van thermohardende kernen
- het chemisch ontgassen van aluminiumbaden
- het koelen van producten in kleigebonden zand, vooral met producten met een hoge giettemperatuur, waarbij de metaal-zandverhouding hoog is ten opzichte van het kleigehalte. Ook het toevoegen van additieven aan de kernen (zoals houtmeel en maïsproducten), kan in combinatie met kleigebonden vormen leiden tot geurhinder.
- het uitbreken van producten uit kleigebonden zand, vooral met producten met een hoge giettemperatuur waarbij de metaal-zandverhouding hoog is ten opzichte van het kleigehalte.
- het uitbreken van producten uit met organische bindmiddelen gebonden zand, vooral met producten met een hoge giettemperatuur waarbij de metaal-zandverhouding en de kernzand-vormzandverhouding beide hoog zijn.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast luchtvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels smelten en gieten van metalen.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.