Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet vallen bouwwerken in gevolgklasse 1 onder het stelsel van kwaliteitsborging (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)). Dat geldt voor nieuwbouw (verbouw volgt later maar in ieder geval niet op 1 januari 2025, zie deze kamerbrief). Gevolgklassen 2 en 3 volgen naar verwachting na evaluatie van het stelsel.
3 gevolgklassen
De gevolgklassen zijn bepaald aan de hand van de mogelijke gevolgen voor gebruikers. Bijvoorbeeld als gevolg van brand of het instorten van een (deel van een) gebouw. Hoe groter de gevolgen zijn als er iets misgaat, des te hoger de gevolgklasse. De tabel hierna geeft per gevolgklasse aan wat de gevolgen zijn als het misgaat in het geval niet is voldaan aan de bouwtechnische regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
3 gevolgklassen met voorbeelden
Gevolgklasse |
Gevolg als het misgaat bij niet voldoen aan bouwtechnische regels Bbl |
Voorbeelden |
Gevolgklasse 1 |
Beperkte persoonlijke gevolgen |
- Woningen
- Eenvoudige bedrijfsgebouwen
|
Gevolgklasse 2 |
Reële kans op persoonlijke gevolgen |
- Bibliotheken
- Gemeentehuizen
- Onderwijsgebouwen
- Woongebouwen tot 70 meter hoog
|
Gevolgklasse 3 |
Kans op aanzienlijke persoonlijke gevolgen |
- Metrostations
- Voetbalstadions
- Ziekenhuizen
- Gebouwen hoger dan 70 meter
|
Gevolgklasse 1
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het stelsel van kwaliteitsborging van toepassing op bouwactiviteiten die vallen onder gevolgklasse 1. Dat geldt alleen voor nieuwbouw (permanent of tijdelijk). Verbouw volgt op z'n vroegst op 1 januari 2025.
Onder gevolgklasse 1 valt het bouwen van de volgende bouwwerken:
- Op de grond gebouwde woningen. Denk aan vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen, rijtjeswoningen, woonwagens. Ook nevengebruiksfuncties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van dergelijke woningen vallen dan onder gevolgklasse 1. Denk aan garages of kantoor aan huis.
Wat er niet onder valt zijn zorgwoningen, woningen voor kamergewijze verhuur (zoals studentenhuizen), woningen die niet op de grond zijn gebouwd of woningen in een woongebouw zoals een:
- woongebouw met appartementen
- beneden-bovenwoning met op de begane grond een woning en op de verdieping een woning (met entree op de begane grond)
- woning op een kantoorgebouw of winkelpand
- Woonboten en andere drijvende woningen. Ook nevengebruiksfuncties daarvan vallen dan onder gevolgklasse 1 (zoals kantoor aan huis).
- Op de grond gebouwde vakantiehuisjes en andere vakantieverblijven. Staan ze niet op de grond of liggen ze in een logiesgebouw (denk aan gebouw met vakantieappartementen of hotelkamers), dan vallen ze niet onder gevolgklasse 1.
- Bouwwerken van maximaal 2 bouwlagen met een industriefunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Bijvoorbeeld opslaghallen, veestallen, productiehallen, magazijnen, kassen of werkplaatsen. Ook nevengebruiksfuncties van dergelijke gebouwen vallen dan onder gevolgklasse 1. Denk aan een kantoor of een kantine bij een opslaghal. Kantoorgebouwen en winkelpanden vallen niet onder gevolgklasse 1.
- Bouwwerken van maximaal 2 bouwlagen met een industriefunctie die een nevengebruiksfunctie van een andere gebruiksfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) zijn. Denk aan het bouwen van een magazijn bij een winkel (winkelfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). Zo'n magazijn valt onder gevolgklasse 1, ook al valt de winkel zelf niet onder gevolgklasse 1.
- Bovengrondse infrastructurele werken voor langzaam verkeer tot maximaal 20 meter overspanning. Denk aan kleine bruggen voor fietsers, voetgangers, rolstoelgangers of bromfietsen. De bruggen mogen niet over een rijks- of provinciale weg liggen. Bruggen of viaducten voor auto’s vallen niet onder gevolgklasse 1.
- Andere bovengrondse bouwwerken die geen gebouw zijn, tot maximaal 20 meter hoog. Denk aan kleine zendmasten, antennes, keermuren, walmuren, kademuren, gemalen of kleine windmolens. Waterkerende constructies (zoals stuwen en sluizen) vallen niet onder gevolgklasse 1.
Dit staat in artikel 2.17, lid 3, van het Bbl.
In een factsheet van de VNG staan geïllustreerde voorbeelden van gevolgklasse 1.
Geen gevolgklasse 1 in bepaalde gevallen
Soms valt een bouwactiviteit die aan de beschrijving hierboven voldoet niet onder gevolgklasse 1 (artikel 2.17, lid 2 Bbl). Dat is het geval:
Voorbeeld schuur
Iemand wil graag een schuur bouwen in de tuin van zijn woning. De schuur bestaat uit 1 bouwlaag, is lager dan 5 m, staat op de grond, heeft geen dakterras of andere buitenruimte erbovenop en is geen hoofdgebouw. Zo’n schuur valt niet onder artikel 2.25 van het Bbl omdat de bouwactiviteit aan geen enkel criterium voldoet. En is dus ook geen gevolgklasse 1. Voor de technische bouwactiviteit is geen vergunning en ook geen bouwmelding nodig.
- als het om een (voorbeschermd) monument gaat (rijksmonument, provinciaal monument of gemeentelijk monument). Ook gemeentelijke (archeologische) monumenten die een omgevingsplan nog niet aanwijst of voorbeschermt maar oud recht wel, valt daar onder (artikel 8.1 Bbl).
- als er een gebruiksmelding nodig is voor het brandveilig gebruik van het bouwwerk
- bij het toepassen van een gelijkwaardige maatregel voor brand- of constructieve veiligheid
- bij het gebruikmaken van NEN 6060 of NEN 6079 bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte van een brandcompartiment
- als het om een vergunningplichtige milieubelastende activiteit van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) gaat. Het Bal wijst bijvoorbeeld de opslag van bepaalde gevaarlijke stoffen aan als een vergunningplichtige milieubelastende activiteit. Stel dat iemand een opslaghal wil bouwen voor zo'n activiteit, dan valt die bouwactiviteit dus niet onder gevolgklasse 1. Een ander voorbeeld van een vergunningplichtige milieubelastende activiteit is een complex bedrijf. Stel iemand wil een fabriekshal bouwen of uitbreiden voor een complex bedrijf. Zo'n fabriekshal valt dan niet onder gevolgklasse 1.
Deze gevallen vallen niet onder het stelsel van kwaliteitsborging. Voor vergunningplichtige bouwactiviteiten die niet onder gevolgklasse 1 vallen, is een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit nodig. Een schema verduidelijkt dit.
Bij verbouw bepaalt resultaat de gevolgklasse
De Wkb geldt nu nog niet voor verbouw (gevolgklasse 1). Dat zal ook nog niet op 1 januari 2025 zijn (zie deze kamerbrief). Maar als de Wkb erop van toepassing is, bepaalt bij een verbouwing het resultaat van de bouwactiviteit de gevolgklasse. Het maakt dus niet uit in welke gevolgklasse het bouwwerk vóór de verbouwing viel.
Dus bijvoorbeeld een winkel (gevolgklasse 2) verbouwen tot een grondgebonden woning (gevolgklasse 1) is een bouwactiviteit van gevolgklasse 1 en valt dus onder kwaliteitsborging.
Gevolgklasse 1 en vergunningvrije bouwactiviteiten
Het Bbl wijst technische bouwactiviteiten aan die vergunningplichtig zijn. Valt een bouwactiviteit niet onder die vergunningplicht, dan valt die bouwactiviteit ook niet onder kwaliteitsborging.
Wel kan het zijn dat een bouwactiviteit op zichzelf (als het ware als 'losse' activiteit) vergunningvrij is, maar wel onderdeel uitmaakt van een grotere bouwactiviteit. Bestaat het bouwproject uit een vergunningvrije bouwactiviteit én een bouwactiviteit die onder gevolgklasse 1 valt, en zijn beide activiteiten niet los van elkaar te zien? Dan valt ook de vergunningvrije bouwactiviteit onder gevolgklasse 1 en kwaliteitsborging. Een dakkapel bijvoorbeeld is op grond van artikel 2.27, lid 2, van het Bbl vergunningvrij. Wordt de dakkapel gebouwd als onderdeel van de bouw van een grondgebonden woning (gevolgklasse 1)? Dan valt ook de dakkapel onder gevolgklasse 1. Een kwaliteitsborger moet namelijk een oordeel geven over het gehele bouwwerk en moet dus ook een oordeel geven over de dakkapel.
Gevolgklasse 1 en illegale bouwwerken
Het kan zijn dat de bouwactiviteit van gevolgklasse 1 plaatsvindt in, aan, op of bij een illegaal bouwwerk. Oftewel een bouwwerk waarvoor een vereiste omgevingsvergunning ontbreekt. In dat geval valt de bouwactiviteit niet onder het stelsel van kwaliteitsborging en is er een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit nodig (artikel 2.22 Bbl).
Gevolgklasse per bouwwerk bepalen
Het bepalen van de gevolgklasse van bouwwerken moet gebeuren per afzonderlijk bouwwerk. Afzonderlijk betekent dat het bouwwerk bouwkundig te onderscheiden is van een ander bouwwerk. Eengezinswoningen zijn afzonderlijke bouwwerken. Appartementen zijn geen afzonderlijke bouwwerken: het appartementengebouw waarin de appartementen liggen is één bouwwerk.
Is er sprake van een combinatie van verschillende gevolgklassen in één bouwwerk, dan geldt de hoogste gevolgklasse. Zo valt een combinatie van wonen en winkels in hetzelfde gebouw niet onder gevolgklasse 1, want winkels vallen niet onder gevolgklasse 1.
Bij een bouwplan met afzonderlijke bouwwerken bepaalt de gevolgklasse van de afzonderlijke bouwwerken de te volgen procedure. Het ene bouwwerk kan onder gevolgklasse 1 vallen en is bouwmeldingsplichtig. Een ander bouwwerk uit hetzelfde bouwplan kan onder een hogere gevolgklasse vallen. Zo is dan bijvoorbeeld voor een eengezinswoning een bouwmelding nodig en voor een woongebouw in hetzelfde plan een vergunning.
Een melding of vergunningaanvraag mag overigens over meerdere bouwwerken gaan. Maar dus niet als het een combinatie is van een meldingsplichtig en vergunningplichtig bouwwerk is. In één bouwmelding meerdere woningen melden is dus toegestaan. Zie artikel 2.18, lid 3, Bbl.
Bouwmelding
Voor een bouwwerk dat valt onder gevolgklasse 1, is een bouwmelding verplicht.