Afvoer van rookgas en toevoer van verbrandingslucht: regels bij nieuwbouw
Er gelden regels voor afvoervoorzieningen van verbrandingstoestellen en voor de toevoer van verbrandingslucht hierin. Dit artikel gaat over de regels die in het Bbl staan voor nieuwbouw.
Afvoer van rookgas
Een afvoervoorziening voor rookgas moet voldoende capaciteit hebben om het veilig functioneren van het verbrandingstoestel te waarborgen. Dit geldt ook voor houtkachels en open haarden. Hoeveel rookgas moet worden afgevoerd is afhankelijk van de belasting van het verbrandingstoestel. En van de te gebruiken brandstof.
Capaciteit
De capaciteit moet in ieder geval zodanig zijn dat in het verbrandingstoestel een doeltreffende verbranding mogelijk is. Een voorziening voor de afvoer van rookgas heeft een capaciteit van ten minste de capaciteit die volgens de toestelspecificaties nodig is voor een doeltreffende verbranding. De capaciteit en de onderbouwing daarvan moeten in de bescheiden staan bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen. Bij deze bepaling moet staan om welk toestel het gaat en welke toestelspecificaties.
Voor nieuwbouw wordt de capaciteit bepaald volgens NEN 2757.
Rookgassen moeten, vanaf een verbrandingstoestel, naar de uitmonding van de voorziening voor de afvoer van rookgas (schoorstenen) stromen. Er moet worden voorkomen dat dampen, gassen of fijne vaste deeltjes terugstromen. En dan via het verbrandingstoestel of de trekonderbreker alsnog het gebouw binnendringen.
Bij de bepaling van de stromingsrichting, bepaald volgens de NEN 2757, hoeft geen rekening te worden gehouden met belemmeringen op een ander perceel.
Dit staat in artikel 4.136 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Toevoer van verbrandingslucht
Een toevoervoorziening voor verbrandingslucht moet zorgen voor voldoende toevoer van lucht. Dat is om het veilig functioneren van het verbrandingstoestel te kunnen waarborgen. Hoeveel lucht er nodig is, is afhankelijk van de belasting van de verbrandingstoestellen. En van de te gebruiken brandstof.
Capaciteit
De toevoer van verbrandingslucht moet ten minste de daarvoor in de toestelspecificaties genoemde capaciteit hebben. Of de toevoervoorziening die capaciteit daadwerkelijk heeft kan (voor verbrandingstoestellen met een totale capaciteit tot 130 kW) worden bepaald met NEN 1087.
Bij verbrandingstoestellen met een totale capaciteit van 130 kW of meer staan specificaties voor de toevoervoorziening voor verbrandingslucht in de toestelspecificaties. De capaciteit moet in ieder geval zodanig zijn dat een doeltreffende verbranding mogelijk is. De verbranding is doeltreffend als de verbranding volgens de specificaties van het verbrandingstoestel verloopt.
Richting van de lucht
De richting van de luchtstroming voor de toevoer van verbrandingslucht gaat vanuit de voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht naar het verbrandingstoestel. De richting van de luchtstroming wordt bepaald volgens de NEN 1087. Bij de bepaling van de stromingsrichting hoeft geen rekening te worden gehouden met op een ander perceel gelegen belemmeringen. Dit staat in artikel 4.137 van het Bbl.
Rookdoorlatendheid
Het is belangrijk te voorkomen dat het rookkanaal lek is en dampen, gassen of fijne vaste deeltjes zich tijdens de afvoer naar buiten alsnog binnen het gebouw kunnen verspreiden. Daarom geldt een eis aan het inwendig oppervlak van een afvoervoorziening voor rookgas.
De volgens NEN 2757 bepaalde rookdoorlatendheid mag bij nieuwbouw niet groter zijn dan:
- een overdrukvoorziening als bedoeld in NEN 2757: 0,006 x 10-3 m³/s per m² inwendig oppervlak, gemeten bij een drukverschil van 200 Pa
- een onderdrukvoorziening als bedoeld in NEN 2757: 3 x 10-3 m³/s per m² inwendig oppervlak, gemeten bij een drukverschil van 40 Pa
Dit staat in artikel 4.141 van het Bbl
Bij een overdrukvoorziening zijn de eisen strenger omdat daar, vanwege de overdruk, het risico dat rookgassen ontsnappen groter is.
De bepalingsmethode in NEN 2757 is gelijk aan die van de NEN-EN 1443. Geeft de CE-markering van een rookgaskanaal aan dat men voldoet aan klasse N1 of P1 volgens NEN-EN 1443? Dan voldoet men ook aan de eis van dit artikel.
Het aansluitkanaal tussen een verbrandingstoestel en een rookkanaal zijn onderdelen van de afvoervoorziening van rookgas. Ook het aansluitkanaal en de aansluiting tussen het aansluitkanaal en het rookkanaal moeten dus voldoen aan rookdoorlatendheidseis.