Installaties voor gas en elektra: regels bij nieuwbouw
Voor bouwwerkinstallaties voor gas en elektra gelden eisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Zo moeten elektriciteitsvoorzieningen voldoen aan veiligheidsregels en NEN-normen.
Voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie (elektriciteit en gas)
Een voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie moet veilig moet zijn, zodat die in aanwezigheid en gebruik geen onaanvaardbare ongevallen met zich kan meebrengen. Denk aan elektrocutie, verstikking, brandwonden en verwondingen door explosies.
Voorziening voor elektriciteit
Als een bouwwerk een elektriciteitsvoorziening heeft, dan moet deze voldoen aan de veiligheidsregels van NEN 1010 bij lage spanning. En bij hoge spanning aan de NEN-EN-IEC 61936-1 en NEN-EN 50522 (Hoofdcommissie voor de Normalisatie uitgegeven leidraad V 1041 bij bestaande bouw).
Voor nieuwbouw geldt dat oplaadpunten voor elektrische voertuigen in een overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen moeten voldoen aan mode 3 of mode 4 uit NEN 1010 (artikel 4.199, lid 2, Bbl).
Het is niet verplicht een elektriciteitsvoorziening te hebben (soms wel oplaadpunten voor elektrische voertuigen) en er gelden geen eisen voor de omvang van de installatie, bijvoorbeeld het aantal stopcontacten. Maar als er een elektriciteitsvoorziening is, dan gelden de eisen uit artikel 4.199 en artikel 3.106, Bbl. De eisen gelden zowel voor een elektriciteitsvoorziening die is aangesloten op een distributienet als op een eigen stroomvoorziening.
Voorziening voor gas
Het is niet voorgeschreven een gasvoorziening te hebben. En er gelden geen eisen voor de omvang van de installatie en dus ook niet aan het aantal aansluitingen in het bouwwerk.
Bij een voorziening voor gas kan bij een nominale werkdruk tot en met 0,5 bar worden volstaan met het lagere niveau van eisen van:
- NEN 1078 voor nieuwbouw
- NEN 8078 voor bestaande bouw
Bij een gasvoorziening met een hogere werkdruk dan 0,5 bar en lager dan 40 bar geldt:
- NEN-EN 15001-1 voor nieuwbouw
- NEN 2078 voor bestaande bouw
Bij meer dan 40 bar stelt het Bbl geen eisen. Alleen voor nieuwbouw geldt: heeft een bouwwerk een aansluiting op het distributienet voor gas? Dan moet het voor die aansluiting leidingdoorvoeren en een mantelbuis hebben die voldoen aan NEN 2768.
Zie artikel 4.200 en artikel 3.107, Bbl.
De eisen gelden zowel voor een gasvoorziening die is aangesloten op een distributienet als op een andere voorziening voor levering van gasvormige brandstof. Denk aan gasflessen, een gastank of een vergistingsinstallatie.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.