Vloerafscheidingen: regels bij nieuwbouw
Om te voorkomen dat mensen van de rand van een vloer (verdieping), trap of hellingbaan vallen, stelt het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl) regels voor vloerafscheidingen (balustrades), trapafscheidingen en afscheidingen van hellingbanen.
Wanneer een (vloer)afscheiding verplicht is
Een afscheiding is verplicht bij een hoogteverschil tussen de rand van een voor personen bestemde vloer en de aangrenzende vloer of aangrenzend terrein of water. Dit geldt niet voor bijvoorbeeld een podium of laadperron. Is het hoogteverschil kleiner dan 1 m? Dan is een vloerafscheiding niet vereist. Een afscheiding mag (bij regulier gebruik, zonder hulpmiddelen) niet beweegbaar zijn.
Zijkanten trap en hellingbaan
Bij een hoogteverschil vanaf 1 m, moeten de zijkanten van een trap een trapafscheiding hebben. Hetzelfde geldt voor een hellingbaan. Aan de zijkanten van de hellingbaan is daarnaast een geleiderand vereist. Deze randen moeten over de gehele lengte van de hellingbaan lopen, met een minimale hoogte van 4 cm (artikel 4.32 Bbl).
Hoogte (vloer)afscheidingen
De algemene regel is dat, als een vloerafscheiding vereist is, deze minimaal 1 m hoog moet zijn. Maar in bepaalde situaties geldt een andere hoogte-eis.
Minimale hoogte van 1,2 m
- Als het hoogteverschil tussen een vloer en een aangrenzende vloer, terrein of water groter is dan 13 m.
Minimale hoogte van 0,85 m
- Voor borstweringen (vaste afscheidingen bij een wel of niet-beweegbaar raam). Zo’n vaste borstwering is trouwens niet nodig bij een raam op de begane grond, als het hoogteverschil met het aansluitende terrein kleiner is dan 1 m.
- Voor afscheidingen naast een trap of een hellingbaan. Bij een trap meet u de hoogte vanaf de voorkant van de tredevlakken. Bij een hellingbaan meet u, net als bij een gewone vloer, de hoogte boven de vloer.
Minimale hoogte van 0,7 m
- Voor afscheidingen, als de hoogte en de breedte van de afscheiding bij elkaar opgeteld minimaal 110 cm zijn. Dit betekent dat de afscheiding, bij een hoogte van 70 cm, een breedte van minimaal 40 cm moet hebben. De minimale som van 110 cm voor breedte en hoogte, biedt voldoende zekerheid dat iemand die tegen de afscheiding valt, er niet overheen slaat.
Openingen in (vloer)afscheidingen
De toelaatbare opening bepaalt u met de tabel 4.19 van het Bbl, waarin de doorsnede van een bol staat. Past die bol door de opening, dan is de opening te groot. De basisregels voor de openingen in een afscheiding staan in artikel 4.22, lid 1 van het Bbl.
De eerste 0,7 m van een afscheiding boven de vloer of een tredevlak mag géén opening breder dan 10 cm hebben. Dit geldt voor alle gebruiksfuncties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) met uitzondering van:
- de industriefunctie
- de gebruiksfunctie bouwwerken geen gebouw zijnde
- gedeelte van een gebouw dat niet bestemd is voor kinderen jonger dan 12 jaar
U mag een vloerafscheiding op maximaal 5 cm afstand (horizontaal) van de rand van de vloer plaatsen. Zo voorkomt u dat mensen door zo’n opening vallen of erin bekneld raken.
Onderbrekingen in de bovenregel van een afscheiding mogen maximaal 10 cm breed zijn.
Voorkomen van overklauteren
Het is belangrijk om te voorkomen dat kleine kinderen over een vloerafscheiding kunnen klimmen (overklauteren). Daarom mag een vloerafscheiding op een hoogte van 0,2 m en op 0,7 m boven een vloer, een tredevlak of een hellingbaan, géén opstapmogelijkheden hebben. Er mag dus in de vloerafscheiding bijvoorbeeld geen horizontaal vlak zijn waarop een kindervoetje past. Deze eis geldt ook weer voor alle gebruiksfuncties, behalve de industriefunctie en de gebruiksfunctie bouwwerken geen gebouw zijnde.
Vloerafscheiding niet verplicht bij trapgat met vlizotrap
Een vlizozolder is meestal de opstelplaats van installaties, zoals cv-ketels. Ook is het vaak een opslagplek van spullen. Het is dan dus geen voor personen bestemde ruimte, ook als er af en toe wel mensen komen. Om deze reden is een vloerafscheiding niet verplicht bij een trapgat van een verdieping die alleen met een vlizotrap te bereiken is.
Begrip: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit bouwwerken leefomgeving.
Begrip: Gebruiksfunctie
Een gebruiksfunctie bestaat uit gedeelten van 1 of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen (bijlage I, onderdeel A, Bbl).
Lees meer op Gebruiksfuncties van bouwwerken.