Gebruiksfuncties van bouwwerken
Een bouwwerk kan 1 of meer gebruiksfuncties hebben. Een gebruiksfunctie kan horen bij 1 of meer bouwwerken. De regels voor gebruiksfuncties staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het Bbl definieert 12 gebruiksfuncties.
Inhoud pagina
- Gebruiksfunctie
- Subgebruiksfunctie
- Nevengebruiksfunctie
- Meerdere gebruiksfuncties in een bouwwerk
- Vrije indeelbaarheid binnen de gebruiksfunctie
- Gemeenschappelijk
- Gezamenlijk
- Gebruiksfunctie bepaalt welke regels gelden voor activiteiten
- Verschil tussen gebruiksfunctie Bbl en functie in het omgevingsplan
- Nieuw begrip: hoofdtoegang in plaats van een toegang van een woongebouw
Gebruiksfunctie
Een gebruiksfunctie bestaat uit gedeelten van 1 of meer bouwwerken met dezelfde gebruiksbestemming die samen een gebruikseenheid vormen (bijlage I, onderdeel A, Bbl). Anders gezegd: een gebruiksfunctie is een gebruikseenheid van (delen van) 1 of meer bouwwerken met dezelfde gebruiksbestemming.
Het Bbl definieert in bijlage I, onderdeel B de volgende gebruiksfuncties:
- Woonfunctie
- Bijeenkomstfunctie
- Celfunctie
- Gezondheidszorgfunctie
- Industriefunctie
- Kantoorfunctie
- Logiesfunctie
- Onderwijsfunctie
- Sportfunctie
- Winkelfunctie
- Overige gebruiksfunctie
- Bouwwerk geen gebouw zijnde
Subgebruiksfunctie
Sommige gebruiksfuncties kennen een onderverdeling in subgebruiksfuncties. Zo kent de woonfunctie bijvoorbeeld:
- woonfunctie voor kamergewijze verhuur
- woonfunctie voor particulier eigendom
- woonfunctie voor zorg
- woongebouw
- woonwagen
- zorgclusterwoning
Bijlage Ib geeft een verdere uitleg op de (sub)gebruiksfuncties.
Nevengebruiksfunctie
Een nevengebruiksfunctie is een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie (bijlage I, onderdeel A, Bbl). Een nevengebruiksfunctie kan ook buiten een gebouw liggen.
Een voorbeeld van een nevengebruiksfunctie is een bedrijfsrestaurant in een kantoor. Het bedrijfsrestaurant (bijeenkomstfunctie) is er voor dat kantoor (kantoorfunctie).
In de meeste gevallen heeft het aanwijzen van een gebruiksfunctie als nevengebruiksfunctie geen gevolgen voor welke regels er gelden. In een aantal gevallen gelden aanvullende regels voor een nevengebruiksfunctie.
Meerdere gebruiksfuncties in een bouwwerk
Elk bouwwerk heeft minimaal 1 gebruiksfunctie. De indeling in gebruiksfuncties is aan de initiatiefnemer of de eigenaar van een bouwwerk. Een bouwwerk met woningen boven winkels en een parkeergarage bestaat bijvoorbeeld uit:
- woningen (woonfunctie – woongebouw)
- winkels (winkelfunctie)
- parkeergarage (overige gebruiksfunctie – voor het stallen van motorvoertuigen)
De ruimten in een winkel kunnen ook weer verschillende gebruiksfuncties hebben. In de winkel kan bijvoorbeeld naast de gebruiksfunctie (winkelfunctie) sprake zijn van de nevengebruiksfunctie voor een kantoorruimte (kantoorfunctie), voor een magazijnruimte (industriefunctie) of voor een kantine (bijeenkomstfunctie).
Vrije indeelbaarheid binnen de gebruiksfunctie
Binnen de gebruiksfunctie is er sprake van vrije indeelbaarheid. De initiatiefnemer kan binnen randvoorwaarden zelf aangeven welk deel van de gebruiksfunctie wordt benoemd als gebruiksgebied, verblijfsgebied, functiegebied of bedgebied.
Gemeenschappelijk
Binnen een gebruiksfunctie kan een ruimte bedoeld zijn voor gemeenschappelijk gebruik. Bijvoorbeeld de centrale hal en toiletten in een multifunctioneel gebouw.
Gezamenlijk
Er is sprake van gezamenlijk gebruik als ruimten binnen een bouwwerk met dezelfde gebruiksfunctie worden gebruikt door meer dan 1 gebruikseenheid. Bijvoorbeeld de gezamenlijke keuken of woonkamer in een studentenhuis, waarin de studenten allemaal een eigen kamer bewonen. Gezamenlijke ruimten kunnen ook voorkomen binnen een celfunctie of logiesfunctie.
Gebruiksfunctie bepaalt welke regels gelden voor activiteiten
De gebruiksfunctie is bepalend voor de toepassing van de algemene rijksregels voor de volgende activiteiten uit het Bbl:
- in stand houden van een bestaand bouwwerk
- bouwen van een nieuw bouwwerk
- verbouwen van een bouwwerk
- verplaatsen van een bestaand bouwwerk
- wijzigen van de gebruiksfunctie van een bouwwerk
- gebruiken van een bouwwerk
Verschil tussen gebruiksfunctie Bbl en functie in het omgevingsplan
Het begrip gebruiksfunctie in het Bbl is niet hetzelfde als de functie in een omgevingsplan. In het omgevingsplan gaat het om een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De gemeente kan aan een locatie de functie 'detailhandel' toedelen. Daardoor mag een ondernemer op die locatie een winkelpand realiseren en de winkel exploiteren. Maar binnen het winkelpand kan vanuit het Bbl sprake zijn van een winkelfunctie, kantoorfunctie, een industriefunctie en een bijeenkomstfunctie.
Nieuw begrip: hoofdtoegang in plaats van een toegang van een woongebouw
Per 1 juli 2025 is in het Bbl het begrip hoofdtoegang Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) toegevoegd.
In ieder geval één toegang van een woonfunctie, bijeenkomstfunctie (voor alcoholgebruik, voor het aanschouwen van sport, voor film, voor muziek of voor theater), een gezondheidszorgfunctie en een winkelfunctie of van een woongebouw is een hoofdtoegang. Aan die hoofdtoegang worden regels gesteld die gerelateerd zijn aan de toegankelijkheid, zodat rolstoelgebruikers gebruik kunnen maken van dezelfde toegangen als andere bewoners en bezoekers.
De hoofdtoegang (in plaats van een toegang) van een woongebouw moet daarnaast voldoen aan de eisen voor veel voorkomende criminaliteit (artikel 4.239). En deze hoofdtoegang moet een gemeenschappelijke verkeersruimte ontsluiten van ten minste 1,5 m x 1,5 m.
Toegankelijkheid hoofdtoegang
Voor een woonfunctie, woongebouw, bijeenkomstfunctie (voor alcoholgebruik, voor het aanschouwen van sport, voor film, voor muziek of voor theater), een gezondheidszorgfunctie en een winkelfunctie gaat een drempeleis van 0,02 m gelden bij de hoofdtoegang (nieuwbouw). Deze drempeleis geldt ook voor de hoofdtoegang van andere gebruiksfuncties met een toegankelijkheidssector (artikel 4.182 en 4.189 Bbl).
Bereikbaarheid hoofdtoegang
De hoofdtoegang van een bouwwerk grenst aan de openbare weg of grenst aan een route naar de openbare weg die over een verhard pad of steiger voert. Bij een te overbruggen hoogteverschil > 0,02 m op deze route is een helling(baan) vereist. Deze route moet verder voldoen aan de volgende breedte-eis:
- Gebouw met toegankelijkheidssector: route minimaal 1,1 m breed over een verhard pad of steiger
- Woongebouw, bijeenkomstfunctie (voor alcoholgebruik, voor het aanschouwen van sport, voor film, voor muziek of voor theater), een gezondheidszorgfunctie en een winkelfunctie zonder toegankelijkheidssector : route minimaal 1,1 m breed over een verhard pad
- Woning niet gelegen in een woongebouw: route minimaal 0,85 m breed over een verhard pad
Doorgangen op bovenstaande routes hebben een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2 m (artikel 4.192 Bbl).
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Hoofdtoegang
Een hoofdtoegang is een toegang van een gebouw of gebruiksfunctie, bedoeld voor eenieder om binnen te treden. Dat kunnen een of meer toegangen zijn die door de aanvrager of melder worden aangegeven (Bijlage I A).