Verbouwen van een bouwwerk: dit houdt het in
Verbouw is volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bestaand bouwwerk. De wijziging van een bouwwerk dat nog niet is voltooid, is geen verbouw maar nieuwbouw. Het betreft immers de wijziging van een bouwplan, niet het veranderen van een bestaand bouwwerk. Op deze pagina staat in grote lijnen wat het Bbl erover regelt.
Inhoud deze pagina
- Definitie verbouw
- Regels niet van toepassing op de hele constructie
- Soms vergunning nodig
- Regels soms alleen bij een ingrijpende renovatie
- Regels milieuprestatie niet van toepassing
- Vereiste kwaliteitsniveau is vaak het rechtens verkregen niveau
- Afvoer van rookgas en toevoer van verbrandingslucht
- Voorbeelden verbouwen
Definitie verbouw
Onder verbouw verstaat het Bbl het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bestaand bouwwerk.
Van gedeeltelijk vernieuwen is bijvoorbeeld sprake als een gebouw tot op het casco wordt gestript en wordt vernieuwd. Of als een of meer onderdelen van het gebouw worden vervangen. Het vernieuwen na sloop, waarbij alleen de oorspronkelijke fundering resteert, valt niet onder verbouw. Dat valt onder nieuwbouw, al biedt artikel 4.6 van het Bbl daarin een mogelijkheid tot maatwerk.
Een aanpassing van (een gedeelte van) het bouwwerk waarbij de contouren van het bouwwerk niet veranderen is een verandering. Bijvoorbeeld interne verbouwingen of het maken van woningen in een kantoorgebouw.
Bij het vergroten van een bouwwerk neemt het bouwwerk in omvang toe en worden de contouren gewijzigd. Bijvoorbeeld het plaatsen van een dakkapel of bij het maken van een aan- of uitbouw. Denk aan het vergroten van een woning door die uit te bouwen met een serre, extra verdieping of voor een grotere keuken.
Bij het bouwen van losstaande bouwwerken is er geen sprake van verbouw. Dat valt onder nieuwbouw. Denk aan het plaatsen van een losstaande schuur achterin de tuin.
Regels niet van toepassing op de hele constructie
De regels zijn alleen van toepassing op het vernieuwen, veranderen en vergroten (artikel 5.4, lid 4 Bbl). Als bijvoorbeeld bij een bestaande woning een dakraam wordt geplaatst, zijn alleen de regels over verbouw voor het aanbrengen van dat dakraam van toepassing. De onderdelen van de zolderverdieping die niet fysiek veranderen, blijven buiten beschouwing.
Soms vergunning nodig
Soms is voor verbouw een vergunning voor een technische bouwactiviteit nodig.
Regels soms alleen geldig bij een ingrijpende renovatie
Sommige regels over verbouw gelden alleen als sprake is van een ingrijpende renovatie.
Regels milieuprestatie niet van toepassing
Bij het verbouwen van een bouwwerk zijn de regels van paragraaf 4.4.2 Milieuprestatie gebouwen niet van toepassing (artikel 5.4, lid 2 Bbl).
Vereiste kwaliteitsniveau is vaak het rechtens verkregen niveau
Het te verbouwen (deel van het) bouwwerk moet na verbouwing ten minste hetzelfde kwaliteitsniveau hebben als het rechtens verkregen niveau. Het rechtens verkregen niveau is het feitelijke kwaliteitsniveau direct voor de verbouwing dat legaal tot stand is gekomen. Maar bij toevoegingen van bouwvolume geldt meestal het kwaliteitsniveau voor bestaande bouw. Met de voorbeelden hieronder wordt dit duidelijk.
Afvoer van rookgas en toevoer van verbrandingslucht
Er gelden regels voor afvoervoorzieningen van verbrandingstoestellen en voor de toevoer van verbrandingslucht hierin. Deze regels staan in hoofdstuk 3 van het Bbl.
Voorbeelden verbouwen
Het uitgangspunt bij een verbouwing is het kwaliteitsniveau dat wettelijk geldt, tenzij het in hoofdstuk 5 van het Bbl anders staat.
Een woning met Frans balkon
Een woning heeft een naar binnen draaiende deur in de achtergevel. Bij de verbouwing komt hier een houten vloerafscheiding, in de vorm van een Frans balkon. Wat moet de hoogte zijn vanaf vloerniveau? Welke regels gelden er om te voorkomen dat iemand over het balkon kan klimmen?
Bij verbouw moet de initiatiefnemer zorgen voor ten minste het bestaande kwaliteitsniveau.
In dit geval is er geen bestaand kwaliteitsniveau, omdat het Frans balkon een nieuw onderdeel is van de woning.
Het vereiste kwaliteitsniveau is in dit voorbeeld dus gelijk aan de eisen voor bestaande bouw. Bij bestaande bouw moeten vloeren met een hoogteverschil van meer dan 1,5 meter met het aansluitend terrein of het aansluitende water een vloerafscheiding hebben met een hoogte van ten minste 0,9 meter (artikel 3.15, lid 1 en artikel 3.16 Bbl). Het Frans balkon doet dus dienst als de vereiste vloerafscheiding. Om te voorkomen dat iemand over het balkon kan klimmen, moeten de openingen in het Frans balkon voldoen aan artikel 3.17 Bbl.
Plaatsen nieuwe buitenvoordeur
Als een nieuwe buitenvoordeur wordt geplaatst dan gelden op die nieuwe voordeur de regels volgens het niveau dat uit het recht verkregen is. Dit omdat voor een doorgang in hoofdstuk 5 geen andere regels staan. Dit niveau is gelijk aan de voorschriften die golden tijdens het verlenen van de bouwvergunning of de omgevingsvergunning voor het bouwen van de woning.
Plaatsen extra verdieping
Bij het verhogen met een verdieping van bijvoorbeeld een kantoorgebouw of een woning geldt ook het rechtens verkregen niveau als uitgangspunt. Dat houdt in dat de kwaliteit na verbouwing minstens het bestaande kwaliteitsniveau van voor de verbouwing moet hebben. Maar omdat er nog geen verdieping is, is er ook geen bestaand kwaliteitsniveau. En dan geldt dat de extra verdieping minstens het kwaliteitsniveau voor bestaande bouw moet krijgen. Dat geldt voor het dak, de gevel en de binnenwanden. Maar voor bepaalde onderwerpen kunnen andere eisen gelden (afdeling 5.3 Bbl). Zoals voor energiezuinigheid. Daarvoor gelden strengere eisen (artikel 5.20 Bbl).
Aanbouw
Aan een bestaande woning wordt een aanbouw gemaakt. De uitwendige scheidingsconstructie (gevel) verandert daardoor (weghalen oude gevel en plaatsen nieuwe gevel). Ook hier geldt het uitgangspunt van het rechtens verkregen niveau. En dus dat de kwaliteit na verbouwing minstens het bestaande kwaliteitsniveau van voor de verbouwing moet hebben.
Dat betekent dat voor geluidwering en daglichttoetreding van de gevel van de aanbouw minimaal dezelfde kwaliteitseisen van toepassing zijn als voor de weggehaalde gevel. Voor andere onderwerpen kunnen uitzonderingen gelden in afdeling 5.3 van het Bbl. Bijvoorbeeld de minimale warmteweerstand (Rc) en de minimale warmtedoorgangscoëfficiënt (u-waarde). Daarvoor gelden de nieuwbouwwaarden (artikel 5.20, lid 3 Bbl).
Voor de overige delen van de aanbouw zoals het dak of binnenwanden is er geen bestaand kwaliteitsniveau. Want die delen waren er voor de verbouw nog niet. En voor die delen geldt dat ze minstens het kwaliteitsniveau voor bestaande bouw moeten krijgen. Maar ook hiervoor kunnen uitzonderingen gelden in afdeling 5.3 van het Bbl. Bijvoorbeeld de minimale warmteweerstand (Rc) en de minimale warmtedoorgangscoëfficiënt (u-waarde).
Brandmeldinstallatie (BMI)
Stel dat door de nieuwe verdieping ook de bestaande brandmeldinstallatie (BMI) uitgebreid wordt. Ook hier is het rechtens verkregen niveau het uitgangspunt voor het kwaliteitsniveau (artikel 5.4, lid 1 Bbl). De BMI moet dus minimaal voldoen aan het uitgangspuntendocument van de bestaande installatie. Als dit niveau lager is dan voor bestaande bouw, geldt als ondergrens het niveau van bestaande bouw. Bij het volledig vervangen van de BMI zijn de regels voor nieuwbouw van toepassing (artikel 5.4, lid 3 Bbl).
Meer over verbouw
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.