Technische bouwsystemen: regels bij verbouw
Bij verbouw gelden voor technische bouwsystemen regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl). Het gaat om systemen die invloed hebben op het energiegebruik zoals airconditioning- en koelsystemen, warmtepompen, ventilatiesystemen, cv-installaties of ingebouwde verlichting. De regels gelden bij iedere gebruiksfunctie en zijn bedoeld voor een optimaal energiegebruik.
Technische bouwsystemen
De definitie van een technisch bouwsysteem is: 'gebouwgebonden samenstelling van alle bestanddelen van een installatie, waaronder de isolatiekenmerken daarvan, die is bedoeld voor:
- ruimteverwarming
- ruimtekoeling
- ventilatie
- het voorzien van warmtapwater
- ingebouwde verlichting
- gebouwautomatisering- en controle
- elektriciteitsopwekking ter plaatse, of
- een combinatie daarvan, met inbegrip van systemen die gebruikmaken van energie uit hernieuwbare bronnen,
van een gebouw of een gedeelte daarvan'.
Dit staat in bijlage I van het Bbl.
Optimaal energiegebruik
Bij verbouwen gelden regels voor een technisch bouwsysteem (artikel 5.21 Bbl). Ze zijn bedoeld voor een optimaal energiegebruik en aan de orde bij iedere gebruiksfunctie. De regels gelden voor het plaatsen of het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van zo’n systeem en dat van invloed is op de energieprestatie. Van 'gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten' van een technisch bouwsysteem is sprake in een van de volgende gevallen:
- Het veranderen van één of meer van de:
- centrale warmteopwekkers
- koudeopwekkers
- warmwateropwekkers
- centrale ventilatie-units
- Het installeren, vervangen of verbeteren van een derde of meer van de afgiftelichamen of inbouwarmaturen
De regels gelden niet bij kleine (ondergeschikte) wijzigingen aan een technisch bouwsysteem. Denk aan een eenvoudige reparatie of het vervangen van de ombouw van zo’n systeem. In die gevallen is er meestal ook geen of slechts een zeer kleine invloed op de energieprestatie.
Energieprestatie
Een technisch bouwsysteem moet voldoen aan onderstaande waarde voor de energieprestatie (artikel 5.21, lid 1 Bbl).
Technisch bouwsysteem | Waarde voor de energieprestatie woonfunctie | Waarde voor de energieprestatie overig |
---|---|---|
Ruimteverwarming | kleiner dan of gelijk aan 1,31 | kleiner dan of gelijk aan 1,31 |
Ruimtekoeling | kleiner dan of gelijk aan 1,33 | kleiner dan of gelijk aan 1,33 |
Ventilatie | - | kleiner dan of gelijk aan 3,8 kWh/(m3/u) |
Warm tapwater | kleiner dan of gelijk aan 3,45 | kleiner dan of gelijk aan 3,45 |
Ingebouwde verlichting | - | kleiner dan of gelijk aan 75 kWhprim/m2 |
In bijlage VIII van de Omgevingsregeling staat met welke formules het berekenen van deze waarden moet gebeuren (artikel 5.2 Omgevingsregeling).
Bestaat een technisch bouwsysteem uit een combinatie van de bouwsystemen in tabel 5.21 Bbl (zie bovenstaande tabel)? Dan moet het berekenen van de systeemeis voor de energieprestatie plaatsvinden naar rato van de rendementen van de systemen in de combinatie. De systeemeisen gelden voor het hele systeem (opwekkers, distributie en afgifte). Dit staat in artikel 5.21, lid 5 van het Bbl.
Adequaat dimensioneren, installeren, inregelen en in te stellen
Een technisch bouwsysteem moet adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar zijn (artikel 5.21 lid 2 Bbl). Op de pagina 'Bouwwerkinstallaties: regels bij nieuwbouw' staat wat dat inhoudt.
Verwarming moet zelfregulerende apparatuur hebben
Een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming moet in bepaalde gevallen zelfregulerende apparatuur hebben om de temperatuur per verblijfsgebied of verblijfsruimte te reguleren. Dat geldt dus niet voor ruimtekoeling.
De verplichting geldt:
- na vervangen van één of meerdere warmtegenerators,
- na het vervangen van de afleverset voor warmte in het geval het systeem is aangesloten op een warmtenet (stadsverwarming)
Dit staat in artikel 5.21, lid 3 en 4 van het Bbl.
Een warmtegenerator is een onderdeel van een verwarmingssysteem dat nuttige warmte genereert via een of meerdere van de volgende processen:
- verbranding van brandstof in een verbrandingstoestel
- joule-effect in de verwarmingselementen van een verwarmingssysteem met elektrische weerstand
- opvangen van warmte uit de lucht, ventilatie afvoerlucht of een water- of aardwarmtebron met een warmtepomp
Zelfregulerend wil zeggen dat reguleren van de temperatuur mogelijk moet zijn voor elke kamer apart (verblijfsruimte), of voor een bepaalde zone (verblijfsgebied). De apparatuur moet automatisch de verwarmingsoutput van de systemen voor ruimteverwarming kunnen aanpassen op basis van wisselingen in de binnentemperatuur (thermostatisch). En op basis van eventuele andere parameters via (handmatig) vooraf ingevoerde instellingen.
Voorbeelden van apparatuur zijn:
- een thermostatische radiatorknop
- een kamerthermostaat
- een thermostaat van een ventilatorconvector
Zelfregulerende apparatuur niet altijd verplicht
Gaat het om een verblijfsruimte die niet bestemd is voor verwarming (zoals een opslaghal)? Of waarbij de verwarming alleen is bestemd voor een ander doel dan het verblijven van personen? Dan hoeft een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming geen zelfregulerende apparatuur te hebben die de temperatuur per verblijfsgebied of verblijfsruimte reguleert (artikel 5.21b Bbl).
Zelfregulerende apparatuur is ook niet verplicht als de kosten van het aanbrengen ervan meer zijn dan 20% van de totale installatiekosten van het (gedeeltelijk) vernieuwen of het veranderen of vergroten van het technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming (artikel 5.21, lid 6 Bbl).
Beoordeling en documentatie
De installateur beoordeelt en documenteert de energieprestatie van de technische bouwsystemen en overhandigt deze documentatie aan de gebouweigenaar (artikel 5.21a, lid 1 Bbl). De gebouweigenaar kan overigens ook zelf de installateur zijn.
Bij het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van het systeem hoeft de documentatie alleen te gaan over de gewijzigde onderdelen (artikel 5.21a, lid 2 Bbl).
Op de pagina 'Bouwwerkinstallaties: regels bij nieuwbouw' staat waaraan de documentatie moet voldoen.
Beoordeling en documentatie niet altijd verplicht
Gaat het om een verblijfsruimte die niet bestemd is voor verwarming of koeling (zoals een opslaghal)? Of waarbij de verwarming of koeling alleen is bestemd voor een ander doel dan het verblijven van personen? Dan hoeft de installateur de energieprestatie van de technische bouwsystemen niet te beoordelen en documenteren (artikel 5.21b Bbl).
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.