Beoordelingsregels aanvraag: specifiek deel
De vergunningverlener beoordeelt de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit. Hiervoor staan beoordelingsregels in paragraaf 8.5.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Specifieke beoordelingsregels
Naast de algemene beoordelingsregels voor de aanvraag van een omgevingsvergunning staan in het Bkl ook specifieke beoordelingsregels (Bkl, paragraaf 8.5.1.2). Hieronder staan de onderwerpen en milieubelastende activiteiten waarvoor specifieke beoordelingsregels gelden:
Externe veiligheid
- activiteiten met een extern veiligheidsrisico (Bkl, artikel 8.12)
- Seveso-inrichting (Bkl, artikel 8.13)
- opslaan, verpakken of bewerken van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik (Bkl, artikel 8.14)
- opslaan van ontplofbare stoffen voor civiel gebruik (Bkl, artikel 8.15)
- opslaan en bewerken van ontplofbare stoffen en voorwerpen voor de Nederlandse of een bondgenootschappelijke krijgsmacht (Bkl, artikel 8.16)
Lees meer over deze beoordelingsregels voor externe veiligheid.
Lucht
- activiteiten die leiden tot een verhoging van de concentratie in de buitenlucht van die stoffen: luchtkwaliteit (Bkl, artikel 8.17)
Lees meer over de beoordelingsregels voor lucht.
Geluid, trillingen, geur
- activiteiten die geluid veroorzaken (Bkl, artikel 8.18)
- militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen: geluidhinder (Bkl, artikel 8.19)
- activiteiten die geluid, trillingen en geur veroorzaken. Het gaat om de relatie met het omgevingsplan en gebouwen met een functionele binding met de milieubelastende activiteit (Bkl, artikel 8.20)
Lees meer over de beoordelingsregels geluid, beoordelingsregels trillingen en beoordelingsregels geur.
Water
- activiteit met gevolgen voor watersystemen (Bkl, artikel 8.22)
- indirecte lozing (Bkl, artikel 8.23)
Beoordelingsregels voor specifieke milieubelastende activiteiten
Ammoniakemissies bij veehouderijen (Bkl, artikel 8.21)
Er gelden specifieke beoordelingsregels voor vergunningplichtige veehouderijen.
De regels gaan over ammoniakemissies bij het houden van dieren in een dierenverblijf. Ammoniakemissies van een dierenverblijf kunnen gevolgen hebben voor gebieden die gevoelig zijn voor verzuring. De vergunningverlener mag bij de beoordeling van de aanvraag alleen rekening houden met die gevolgen als de omgevingsverordening daarvoor een beoordelingsregel bevat.
Afvangen van kooldioxide bij grootschalige energieopwekking (Bkl, artikel 8.24)
Er gelden specifieke beoordelingsregels voor grootschalige energieopwekking bij een nominaal elektrische vermogen van 300 MW of meer. Deze regels gaan over kooldioxide. Het verlenen van de vergunning mag alleen als duidelijk is óf het technisch en economisch haalbaar is om de kooldioxide af te vangen, te comprimeren en te vervoeren naar een opslaglocatie.
Het Bkl geeft aan welke specifieke voorschriften de vergunningverlener hierbij moet opnemen voor het afvangen van kooldioxide (artikel 8.37 Bkl)
Afvalverbrandingsinstallaties of afvalmeeverbrandingsinstallaties (Bkl, artikel 8.25)
Er gelden specifieke beoordelingsregels voor afvalverbrandingsinstallaties of afvalmeeverbrandingsinstallaties. Deze regels gaan over het ongeoorloofd en per ongeluk vrijkomen van verontreinigende stoffen op of in de bodem of oppervlakte water. Het verlenen van de vergunning mag alleen als het onderwerp van de installatie en terreinen gaat over het voorkomen daarvan.
Het Bkl beschrijft de specifieke voorschriften die de vergunningverlener moet opnemen voor het verbranden van afvalstoffen in een afvalverbrandingsinstallatie of een afvalmeeverbrandingsinstallatie (artikel 8.36 Bkl).
Stortplaats voor baggerspecie op land (Bkl, artikel 8.25a)
Er gelden specifieke beoordelingsregels voor een stortplaats op land waar alleen het storten van baggerspecie (en geen ander afval) plaatsvindt. Het verlenen van de vergunning mag alleen als:
- de baggerspecie geen gevaarlijke stof is
- het aanbrengen van een geohydrologisch isolatiesysteem mogelijk is