Dit valt onder een stortplaats of winningsafvalvoorziening
De milieubelastende activiteit stortplaats of winningsafvalvoorziening wordt in paragraaf 3.3.12 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van lucht en bodem, lozingen en afvalstoffen.
De milieubelastende activiteit valt onder complexe bedrijven.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
De kernactiviteit is:
- een IPPC-installatie voor het storten van afvalstoffen die valt onder categorie 5.4 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie). Lees ook de toelichting.
- het exploiteren van een 'andere milieubelastende installatie' voor het storten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen op een stortplaats. Lees ook de toelichting.
- het exploiteren van een 'andere milieubelastende installatie' voor het storten of verzamelen van winningsafvalstoffen in een winningsafvalvoorziening. Lees ook de toelichting.
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor een stortplaats of winningsafvalvoorziening
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragrafen van hoofdstuk 4 en 5 Bal
Paragraaf titel
|
Paragraaf Bal
|
Eindonderzoek bodem (bij een IPPC-installatie) |
5.2.1 |
PRTR (voor een IPPC-installatie voor het storten van afvalstoffen, voor het nuttig toepassen of verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen als per dag 10 ton of meer gevaarlijke afvalstoffen worden ontvangen, voor het verwijderen van niet-gevaarlijke afvalstoffen bij een capaciteit van 50 ton of meer per dag |
5.3.1 |
Zeer Zorgwekkende Stoffen |
5.4.3 |
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor een stortplaats of winningsafvalvoorziening
Voor de milieubelastende activiteit is een vergunning nodig. Als het lozen van afvalwater op oppervlaktewater plaatsvindt, geldt een vergunningplicht voor een wateractiviteit. De vergunningplicht voor IPPC-installaties is nodig vanwege de Richtlijn industriële emissies (Rie) of om te beoordelen of sprake is van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
De vergunningplicht geldt voor de hele installatie en alle functioneel ondersteunende activiteiten. Alles wat onderdeel uitmaakt van de installatie en deze installatie functioneel ondersteunt valt dus onder de vergunningplicht.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit (Ob). Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal kan per activiteit aangegeven staan of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren bij het bevoegd gezag.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden
Niet alle regels voor een stortplaats of winningsafvalvoorziening staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
Meer informatie