Specifieke voorschriften milieubelastende activiteiten
In sommige gevallen moet het bevoegd gezag bijzondere voorschriften opnemen in de omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit. Op deze pagina staan diverse gevallen die niet op een andere plek op de website zijn genoemd.
- Voorschriften afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie
- Voorschriften over geologische opslag van koolstofdioxide bij grootschalige energieopwekking
- Voorschriften over domino-effecten Seveso-inrichting
- Voorschriften over nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen
- Voorschrift mag afvaloverbrenging tussen provincies niet beperken of uitsluiten
- Voorschriften voor stortplaatsen
- Voorschriften voor baggerspeciestortplaatsen
- Bij het exploiteren van een broeikasgasinstallatie geen voorschrift over directe CO2-emissie
- Bij glastuinbouw geen voorschrift over directe CO2-emissie of energieverbruik
- Onderwerpen die elders op onze website staan
Voorschriften afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) geeft aan welke vergunningvoorschriften de vergunningverlener moet opnemen voor het verbranden van afvalstoffen in een IPPC-installatie (artikel 8.36 Bkl). Het gaat om voorschriften over de temperatuur en het debiet van het geloosde afvalwater.
Voorschriften over geologische opslag van koolstofdioxide bij grootschalige energieopwekking
Het Bkl geeft aan welke voorschriften de vergunningverlener moet opnemen voor het opslaan van koolstofdioxide bij grootschalige energieopwekking. Dit staat in artikel 8.37 van het Bkl. Het voorschrift luidt dat op de locatie van de stookinstallatie een voor opslag geschikte opslaglocatie vrij te houden of te maken is. Dat geldt alleen als het technisch en economisch haalbaar is om het kooldioxide af te vangen, te comprimeren en te vervoeren naar een opslaglocatie.
Voorschriften over domino-effecten Seveso-inrichting
Het Bkl geeft aan welke voorschriften de vergunningverlener moet opnemen bij een Seveso-inrichting. Dat voorschrift luidt dat het een Seveso-inrichting is die een domino-effect veroorzaakt. Dat geldt alleen als bij de beoordeling van de aanvraag is vastgesteld dat het risico op een zwaar ongeval of de gevolgen daarvan groter kunnen zijn door de ligging ten opzichte van andere Seveso-inrichtingen. Dat staat in artikel 8.38 van het Bkl.
Voorschriften over nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen
Het Bkl geeft aan welke voorschriften de vergunningverlener moet opnemen als de activiteit betrekking heeft op het nuttig toepassen of verwijderen van afvalstoffen (artikel 8.39 Bkl). Het gaat over het bijhouden van een afvalregistratie en de bewaartermijn hiervan.
Voorschrift mag afvaloverbrenging tussen provincies niet beperken of uitsluiten
Een vergunningvoorschrift mag het naar of uit de provincie brengen van afvalstoffen niet beperken of uitsluiten (artikel 8.73 Bkl).
Voorschriften voor stortplaatsen
Het Bkl geeft aan welke voorschriften de vergunningverlener moet opnemen bij stortplaatsen. Het gaat niet om een stortplaats waar alleen het storten van baggerspecie plaatsvindt. Het gaat ook niet om een stortplaats waar vanaf 1 maart 1995 niets meer is gestort. (Tenzij dat in beperkte hoeveelheid is gebeurd voor de bovenafdichting.) Het gaat om de volgende voorschriften:
- voorschriften over de vakbekwaamheid en opleiding van de exploitant van de stortplaats exploiteert en van de personen die werkzaam zijn op de stortplaats (artikel 8.46 Bkl)
- voorschriften in verband met grondwaterstand (artikel 8.47 Bkl)
- voorschriften over onder- en bovenafdichting (artikel 8.48 Bkl)
- voorschriften over percolaat (artikel 8.49 Bkl)
- voorschriften over ondergrondse stortplaatsen (artikel 8.50 Bkl)
- voorschriften over nuttige toepassing in uitgegraven ruimten (artikel 8.51 Bkl)
- voorschriften over asbest (artikel 8.52 Bkl)
- voorschriften over stortgas (artikel 8.53 Bkl)
- voorschriften over de terugneembaarheid van voorzieningen (artikel 8.54 Bkl)
- voorschriften over controlesysteem grondwater (artikel 8.55 Bkl)
- voorschriften over oppervlaktewaterlichamen (artikel 8.56 Bkl)
- voorschriften over naleving, onderzoek en rapportage (artikel 8.57 Bkl)
- voorschriften urgentieplan op hoofdlijnen (artikel 8.57a Bkl)
- voorschriften over wanneer interventiepunten worden bereikt (artikel 8.57b Bkl)
- voorschriften over bereiken interventiepunten en uitgewerkt urgentieplan (artikel 8.58 Bkl)
- voorschriften over inspectie en keuring (artikel 8.59 Bkl)
- voorschriften over monsterneming, monstervoorbehandeling en analyse (artikel 8.59a Bkl)
- voorschriften over goede staat van onderhoud (artikel 8.60 Bkl)
- voorschriften met strengere voorwaarden in afwijking van de artikelen 8.46 tot en met 8.60 (artikel 8.61 Bkl)
- voorschriften geldingsduur voorschriften (artikel 8.62 Bkl)
Voorschriften voor baggerspeciestortplaatsen
Het Bkl geeft aan welke voorschriften de vergunningverlener moet opnemen bij baggerspeciestortplaatsen. Het gaat om een stortplaats waar alleen het storten van baggerspecie plaatsvindt (artikel 8.62a). Het gaat om de volgende voorschriften:
- voorschriften over vakbekwaamheid en opleiding (artikel 8.62b)
- voorschriften over voorkomen overschrijding standaardwaarden voor grondwater (artikel 8.62c)
- voorschriften over geohydrologische isolatiesystemen (artikel 8.62d)
- voorschriften over afdeklaag (artikel 8.62e)
- voorschriften over baggerspecie (artikel 8.62f)
- voorschriften over controlesysteem oppervlaktewater en grondwater (artikel 8.62g)
- voorschriften over controle oppervlaktewater (artikel 8.62h)
- voorschriften over controle grondwater (artikel 8.62i)
- voorschriften over starten stort baggerspecie (artikel 8.62j)
- voorschriften over urgentieplan op hoofdlijnen (artikel 8.62k)
- voorschriften over wanneer interventiepunten worden bereikt (artikel 8.62l)
- voorschriften over bereiken interventiepunten en uitgewerkt urgentieplan (artikel 8.62m)
- voorschriften over rapportage (artikel 8.62n)
- voorschriften over monsterneming en analyse (artikel 8.62o)
Bij het exploiteren van een broeikasgasinstallatie geen voorschrift over directe CO2-emissie
Als het gaat om het exploiteren van een broeikasgasinstallatie, geldt een beperking. Er mag dan geen voorschrift in de omgevingsvergunning staan over een emissiegrenswaarde voor de directe CO2-emissie (artikel 8.71 Bkl). De Wet milieubeheer regelt dat namelijk al (via artikel 16.5).
Zo’n voorschrift mag wel als dat noodzakelijk is om te verzekeren dat geen significante milieuverontreiniging in de directe omgeving van de activiteit plaatsvindt.
Bij glastuinbouw geen voorschrift over directe CO2-emissie of energieverbruik
Als het gaat om een glastuinbouwbedrijf, geldt een beperking. Het gaat specifiek om een glastuinbedrijf dat valt onder artikel 15.51 van de Wet milieubeheer. Bij zo’n bedrijf mag in de omgevingsvergunning geen voorschrift staan over een emissiegrenswaarde voor de directe CO2-emissie (artikel 8.72 Bkl). Of over energieverbruik. De Wet milieubeheer regelt dat namelijk al (via titel 15.13).
Een voorschrift over directe CO2-emissie mag wel als dat noodzakelijk is om te verzekeren dat geen significante milieuverontreiniging in de directe omgeving van de activiteit plaatsvindt.
Onderwerpen die elders op onze website staan
- Algemene eisen aan de voorschriften van de omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit.
- Voorschriften voor emissies van een milieubelastende activiteit
- Soepelere emissiegrenswaarde
- Monitoring van emissies van een milieubelastende activiteit
- Vergunningvoorschriften over financiële zekerheid
- Vergunningvoorschriften voor IPPC-installaties / beste beschikbare technieken