Deze pagina gaat over alle thema's van de leefomgeving. Voorbeelden zijn lucht, water, geur en geluid. Als een tekst over een bepaald thema gaat, is dit in de titel boven de tekst aangegeven.
Emissiegrenswaarden opnemen in de vergunning
Een vergunningverlener moet een emissiegrenswaarde opnemen in de vergunning. Dat staat in artikel 8.26, lid 1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl). Het gaat om emissiegrenswaarden van stoffen die milieuverontreinigingen kunnen veroorzaken. Dit zijn in ieder geval de stoffen genoemd in bijlage II van de Richtlijn industriële emissies Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) 2010/75/EU (Rie).
Het kan hier ook gaan om overdracht tussen milieuthema's. Bijvoorbeeld een emissie naar de lucht die door depositie in het water terecht komt.
De vergunningverlener neemt alleen een emissiegrenswaarde op als stoffen in een significante hoeveelheid kunnen vrijkomen. Significant betekent dat het nodig is voor de bescherming van het milieu. De basis van de emissiegrenswaarden zijn de BBT-conclusies en informatiedocumenten over BBT.
Strengere of soepelere emissiegrenswaarden
Het bevoegd gezag kan een strengere emissiegrenswaarde opleggen. Dat is geregeld in artikel 8.30 van het Bkl. Ook kan het bevoegd gezag een soepelere emissiegrenswaarde opleggen (artikel 8.28 Bkl).
Verdunning met lucht of water
De emissiegrenswaarden gelden voor de emissies zonder rekening te houden met extra verdunning door lucht of water. Dat staat in artikel 8.26, lid 3 van het Bkl. Bepaling van de emissieconcentraties gebeurt dus op basis van alleen de lucht- of waterstroom die nodig is voor het reguliere proces.
Lucht- of waterstromen die het bedrijf met de stroom mengt om hem te verdunnen, koelen of om een andere reden, tellen niet mee. Lucht- en waterstromen combineren tot 1 gemeenschappelijke stroom valt ook onder verdunning. Als er om procesredenen toch sprake is van verdunning, vindt een aanpassing van de gemeten emissieconcentratie plaats. Deze gecorrigeerde emissieconcentratie toetst het bevoegd gezag aan de emissiegrenswaarde.
Indirecte lozing en zuiveringsinstallatie
Bij indirecte lozingen kan het bevoegd gezag bij het opstellen van emissiegrenswaarden rekening houden met de zuivering door het zuiveringtechnisch werk. Dat staat in artikel 8.26, lid 4 van het Bkl. Voorwaarde is wel dat de lozing en de zuivering erna naar verwachting niet nadeliger is voor het milieu dan wanneer eerst zuivering op locatie plaatsvindt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij biologisch afbreekbare stoffen. Nadeligere gevolgen zijn dan niet te verwachten als het zuiveringtechnisch werk:
- geen nadelige gevolgen ondervindt qua werking (bijvoorbeeld als gevolg van overbelasting)
- de stoffen zuivert zonder dat dit milieubezwaarlijke afbraakproducten oplevert
Nadeligere gevolgen kunnen wel optreden als bijvoorbeeld vluchtige stoffen na indirecte lozing vanuit de riolering of vanuit het zuiveringtechnisch werk naar de lucht ontsnappen. Of als stoffen door hechting aan rioolslib of zuiveringsslib het verwerken van slib lastiger maken.
Plaats van meting: puntbron
De emissiegrenswaarde geldt op het punt waarop de emissie de bron verlaat. Dat staat in artikel 8.26, lid 2 van het Bkl. Als er eerst nog reiniging plaatsvindt, is dit het punt na de reiniging.
Diffuse emissie naar de lucht
Bij bedrijven gaat emissies naar de lucht niet altijd via een puntbron. Het kan ook gaan om diffuse emissies. Dat zijn emissies door lekken in bijvoorbeeld afsluiters en flenzen, natuurlijk geventileerde ruimtes, lijnbronnen en oppervlaktebronnen, zoals een beluchtingstank.
Beperking van diffuse emissies gebeurt vaak door voorzorgsmaatregelen en zorgvuldig handelen (good housekeeping Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). De diffuse emissies die toch ontstaan, moet het bedrijf volgens BBT Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) zoveel mogelijk afvoeren door gerichte afzuiging. De emissies van die afzuiging samen met de emissies van afblaaspunten van de ruimteventilatie vormen de puntbronnen.