Toepassingsbereik, melding en gegevens en bescheiden toepassen grond of baggerspecie (paragraaf. 4.124 Bal)
Voor de milieubelastende activiteit Toepassen van grond of baggerspecie gelden inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Op deze pagina leest u meer over het toepassingsbereik (wat eronder valt) en de aan te leveren gegevens aan het bevoegd gezag.
Let op: alle regels in dit overzicht gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.2.26 Toepassen van grond of baggerspecie.
Toepassingsbereik: dit valt er onder
De regels in paragraaf 4.124 gelden voor het toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Het Besluit activiteiten leefomgeving verwijst voor de definities van grond en baggerspecie naar het Besluit bodemkwaliteit.
Melding en gegevens en bescheiden
Het verschil tussen melding en aanleveren van gegevens en bescheiden
Dit zijn verschillende verplichtingen die in verschillende artikelen van het Bal staan:
- Melding: voor de toepassing die men aanlegt. Dit staat in artikel 4.1266 van het Bal
- Aanleveren gegevens en bescheiden: per partij grond of baggerspecie die men toepast. Dit staat in artikel 4.1267 van het Bal.
Meldingsplicht voor de toepassing
De toepassing van grond of baggerspecie is een milieubelastende activiteit waarvoor een meldingsplicht geldt aan het bevoegd gezag. Dit staat in artikel 4.1266 van het Bal. Voor deze milieubelastende activiteit geldt een meldingsplicht aan het bevoegd gezag.
Voor de meldingsplicht geldt een termijn van 1 week voor het begin van het toepassen. Voor een aantal toepassingen geldt een afwijkende termijn van 4 weken. Verder zijn er situaties waarvoor geen melding noodzakelijk is. Als er een melding noodzakelijk is, is het verboden de activiteit te starten zonder melding.
In de melding staan 2 soorten gegevens:
- Algemene gegevens (zie hiervoor Meldingsplicht milieuregels Bal)
- Specifieke gegevens voor deze activiteit:
- functionele toepassing: hier geeft de initiatiefnemer aan van welke functionele toepassing sprake is en waarom de toepassing functioneel is. Dat kan bijvoorbeeld door een verwijzing naar een ruimtelijk besluit.
- dimensionering: de afmetingen van het werk licht de initiatiefnemer toe. Ook licht hij of zij toe waarom men voor deze dimensionering kiest. Hieruit blijkt dan of er inderdaad sprake is van een functionele hoeveelheid.
- hoeveelheid grond of baggerspecie: de initiatiefnemer geeft de hoeveelheden aan in kubieke meters die in totaal in de functionele toepassing gaan. Hieruit blijkt dan of er inderdaad sprake is van een functionele hoeveelheid.
- verwachte datum: dit is de datum waarop de initiatiefnemer verwacht voor het eerst grond of baggerspecie in de functionele toepassing toe te passen. Dit is van belang voor het organiseren van het uitvoeren van toezicht.
- coördinaten: van de landbodem of het oppervlaktewater waar de grond of baggerspecie toegepast wordt. Invullen is alleen nodig als het adres van de toepassingslocatie niet exact bekend is. Bijvoorbeeld bij toepassingen in het buitengebied of in oppervlaktewater.
- categorie van toepassen: als sprake is van een bijzondere categorie van toepassen geeft de initiatiefnemer dit vooraf aan. Dit geldt voor:
- het grootschalig toepassen
- het opvullen van een diepe plas
- het verspreiden van baggerspecie (inclusief welke vorm van verspreiden).
Doorgeven van wijzigingen
Wijzigingen in de al gemelde gegevens moet de initiatiefnemer doorgeven aan het bevoegd gezag. Daarvoor gelden de bij 4.12.66 van het Bal genoemde termijnen.
Als de initiatiefnemer heeft aangegeven gebruik te maken van het toetsingskader voor grootschalig toepassen, en inmiddels is gestart met de toepassing, dan kan de initiatiefnemer niet meer wijzigen.
Uitzondering meldingsplicht voor de toepassing
Voor de volgende gevallen geldt er geen meldingsplicht:
- natuurlijk persoon: particulieren tot maximaal 25 m3. Het gaat om het toepassen door natuurlijke personen die dit niet doen voor hun beroep of bedrijf. Als de toepassing plaatsvindt door een bedrijf (in opdracht van of op verzoek van de particulier), geldt de uitzondering niet.
- bedrijf voor telen van gewassen: voor het telen van gewassen in de open lucht mag de eigenaar grond uit landbouwgronden van het bedrijf ontgraven en op andere landbouwgronden van het bedrijf toepassen.
- maximaal 50 m3 grond kwaliteit landbouw/natuur: deze hoeveelheid grond moet voorzien zijn van een milieuverklaring bodemkwaliteit volgens artikel 25d Besluit bodemkwaliteit.
- maximaal 50 m3 baggerspecie kwaliteitsklasse algemeen toepasbaar: deze hoeveelheid baggerspecie moet een milieuverklaring bodemkwaliteit hebben volgens artikel 25d Besluit bodemkwaliteit. Let op: als de initiatiefnemer deze baggerspecie toepast in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone, dan geldt de meldplicht wel.
- baggerspecie verspreiden op de landbodem: voor het verspreiden op aan oppervlaktewater grenzend terrein, als bedoeld in artikel 4.1269, derde lid, onder a van het Bal), geldt geen meldplicht.
- vergunningplichtig: als een activiteit vergunningplichtig is volgens hoofdstuk 3 van het Bal, dan geldt er geen meldplicht. De gegevens die een melding moet bevatten, maken in dat geval onderdeel uit van de vergunningaanvraag.
- al eerder gemeld: als er al eerder een melding is gedaan voor dezelfde toepassing, hoeft een initiatiefnemer niet opnieuw te melden. Wel moet de initiatiefnemer gegevens en bescheiden per partij aanleveren volgens artikel 4.1267.
De volgende figuur geeft stapsgewijs weer wanneer er gemeld moet worden. Ook geeft de figuur aan wat de meldingstermijn is.
Aanleveren gegevens en bescheiden (per partij) voor grond of baggerspecie
Per toe te passen partij grond of baggerspecie heeft een toepasser een verplichting voor het aanleveren van gegevens en bescheiden. Dit staat in artikel 4.1267 van het Bal. Dit is een andere verplichting dan de melding voor de (gehele) toepassing zelf. De meldingsplicht voor het werk en de plicht voor het aanleveren van gegevens en bescheiden per partij bestaan naast elkaar. Ze vullen elkaar aan.
Minimaal één week voordat de toepassing begint, moet de toepasser de volgende gegevens en bescheiden aan het bevoegd gezag verstrekken:
- datum begin: de verwachte datum van het begin van de activiteit. Onder de activiteit verstaat het Bal het toepassen van grond of baggerspecie.
- datum voltooiing of beëindiging: dat is de datum waarop de initiatiefnemer verwacht dat het toepassen van grond of baggerspecie gereed is.
- milieuverklaring bodemkwaliteit toe te passen partij: document (als bijlage) waaruit blijkt dat de grond of baggerspecie voldoet aan de kwaliteitseisen van het Besluit bodemkwaliteit. Uit dit bewijsmiddel blijkt of er bepaalde toepassingsbeperkingen gelden.
- herkomst: de (herkomst)locatie waar de grond of baggerspecie vandaan komt.
- kwaliteit: de aanduiding van de kwaliteitsklasse die volgt uit de milieuverklaring bodemkwaliteit.
- afleverbon: een begeleidend document bij een partij grond of baggerspecie dat bij de afgifte van een milieuverklaring bodemkwaliteit wordt verstrekt als dit volgens Regeling bodemkwaliteit verplicht is. Het doel van de afleverbon is om de relatie tussen de partij en de milieuverklaring bodemkwaliteit te leggen.
- milieuverklaring bodemkwaliteit ontvangende bodem: document (als bijlage) waaruit de kwaliteitsklasse blijkt van de ontvangende bodem op de plaats waar de initiatiefnemer de grond of baggerspecie toepast. Voor de meeste toepassingen van grond of baggerspecie is het namelijk noodzakelijk om voor het bepalen van de kwaliteitseisen aan grond of baggerspecie, ook de kwaliteit van de ontvangende bodem te kennen. Er zijn enkele uitzonderingen waarbij dit niet noodzakelijk is. Bijvoorbeeld bij het toepassen van grond met de kwaliteitsklasse landbouw/natuur of baggerspecie met de kwaliteitsklasse 'niet verontreinigd'. Ook bij het toepassen in grootschalige toepassingen en het verspreiden van baggerspecie is een milieuverklaring bodemkwaliteit van de ontvangende bodem niet nodig.
- afdeklaag op een grootschalig toepassing of bij een toepassing in een diepe plas: grond of baggerspecie kan als afdeklaag op een grootschalige toepassing of een toepassing in een diepe plas werken. Als dat aan de orde is, dan levert de initiatiefnemer gegevens aan over de kwaliteitsklasse van de aangrenzende landbodem.
- baggerspecie in een zoet waterlichaam: als bij toepassing van baggerspecie in een zoet waterlichaam op of in de landbodem ook zout of brak water kan komen in het zoete oppervlaktewater, dan geeft de initiatiefnemer aan hoeveel liter daarvan in het zoete water kan komen. Daarbij vermeldt de initiatiefnemer ook het zoutgehalte in milligram per liter brak of zout water.
Algemene uitzonderingen voor het verstrekken van de gegevens per partij
In de volgende gevallen hoeft de initiatiefnemer de bovenstaande gegevens niet te verstrekken:
- natuurlijk persoon: toepassen van een partij grond of baggerspecie door particulieren tot maximaal 25 m3. Het gaat om natuurlijke personen die dit niet doen voor hun beroep of bedrijf. Als de toepassing plaatsvindt door een bedrijf (in opdracht van of op verzoek van de particulier), dan geldt de uitzondering niet.
- binnen eigen bedrijf voor telen van gewassen: als een bedrijf voor het telen van gewassen in de open lucht (zie paragraaf 3.6.3 van het Bal), grond ontgraaft op eigen landbouwgrond, en die ontgraven grond weer toepast op eigen andere landbouwgrond. De uitzondering op de informatieplicht geldt niet voor andere terreinen binnen het bedrijf. Zoals het erf rondom bedrijfsgebouwen.
- grond met kwaliteitsklasse landbouw/natuur: als de initiatiefnemer in het kader van de functionele toepassing alleen grond toepast met de kwaliteit landbouw/natuur zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit in een functionele toepassing. De kwaliteit van de grond kan de initiatiefnemer aantonen met een milieuverklaring bodemkwaliteit.
- baggerspecie met kwaliteitsklasse algemeen toepasbaar: als de initiatiefnemer in het kader van de functionele toepassing alleen baggerspecie die voldoet aan de kwaliteitsklasse ‘algemeen toepasbaar’ zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, toepast in een functionele toepassing. De kwaliteit van de baggerspecie kan de initiatiefnemer aantonen met een milieuverklaring bodemkwaliteit. De uitzonderingen hierop zijn toepassingen in de territoriale zee en in de exclusieve economische zone.
- verspreiden over aangrenzend terrein: bij toepassing van baggerspecie voor verspreiding over aan een oppervlaktewaterlichaam grenzende terreinen op ten hoogste 10 kilometer afstand van de plaats van vrijkomen. Zie hiervoor artikel 4.1269 van het Bal, derde lid, onder a.
Let op: bij de laatste 3 uitzonderingen moet de initiatiefnemer wel een milieuverklaring bodemkwaliteit hebben. Maar de initiatiefnemer hoeft deze verklaring niet actief aan het bevoegd gezag te verstrekken.
De figuur geeft stapsgewijs weer wanneer er een plicht is om gegevens en bescheiden per partij aan te leveren.
Uitzondering verstrekken gegevens bij suppleties met baggerspecie uit de territoriale zee
Voor suppleties langs de kustlijn met baggerspecie (zie artikel 4.1269 lid 2g), hoeft de initiatiefnemer maar een beperkt aantal gegevens te verstrekken aan het bevoegd gezag. De initiatiefnemer laat een vooronderzoek volgens NEN 5717 doen op de plek waar de baggerspecie vandaar komt. Als daaruit blijkt dat er geen aanwijzing is dat de zeebodem daar verontreinigd is, kan de initiatiefnemer volstaan met het aanleveren van de volgende gegevens:
- datum begin: de verwachte datum van het begin van de activiteit
- datum voltooiing: dat is de datum waarop verwacht wordt dat het toepassen van baggerspecie eindigt
- de herkomst van de baggerspecie
Uitzondering verstrekken milieuverklaring bodemkwaliteit ontvangende bodem
Een initiatiefnemer hoeft voor de volgende gevallen geen milieuverklaring bodemkwaliteit van de ontvangende bodem of de aangrenzende landbodem te verstrekken:
- opvullen diepe plas: het opvullen van een diepe plas volgens artikel 4.1269 lid 2 sub i van het Bal.
- toepassen van baggerspecie: dit betreft verspreiden en ook toepassen van een weilanddepot volgens artikel 4.1269 lid 3 van het Bal.
- grootschalig toepassen van grond of baggerspecie: toepassing volgens artikel 4.1274 eerste lid van het Bal.
Afwijkende termijn van 4 weken
Voor de volgende situaties geldt voor het aanleveren van gegevens een termijn van 4 weken (in plaats van 1 week) voordat de toepassing begint:
- gereinigde grond volgens BRL SIKB 7500: grond of baggerspecie uit een grondreinigingsinstallatie volgens BRL SIKB 7500. De termijn geldt alleen als voor deze functionele toepassing niet al eerder gegevens en bescheiden zijn verstrekt voor gereinigde grond of baggerspecie die in die installatie is bewerkt
- opvullen diepe plas: toepassen van grond of baggerspecie die niet afkomstig is uit hetzelfde oppervlaktewaterlichaam voor het opvullen van een diepe plas als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, onder i Bal
Aanvullende gegevens bij gereinigde grond of baggerspecie volgens BRL SIKB 7500
Als grond of baggerspecie volgens BRL SIKB 7500 is bewerkt in een grondreinigingsinstallatie, dan vermeldt de initiatiefnemer dit bij het verstrekken van de gegevens en bescheiden. Ook geeft de initiatiefnemer dan aan welke reinigingsmethode is gebruikt. Dat laatste hoeft niet als in de milieuverklaring bodemkwaliteit staat hoe de grond of baggerspecie zijn gereinigd.
Gegevens en bescheiden: tijdens en na afloop van het aanbrengen
De gegevens die de initiatiefnemer verstrekt bij de melding en bij het begin van de activiteit, blijven beschikbaar tijdens het aanbrengen van grond of baggerspecie. Er is van de grond of baggerspecie altijd een milieuverklaring bodemkwaliteit beschikbaar en een afleverbon (mits verplicht volgens de Regeling bodemkwaliteit 2021), ook als deze niet verstrekt hoeft te worden op basis van artikel 4.1267 tweede lid onder: onder:
- c (grond van kwaliteitsklasse landbouw/natuur)
- d (baggerspecie van de kwaliteitsklasse algemeen toepasbaar), of
- e (verspreiden van baggerspecie over het aangrenzende perceel).
De milieuverklaring bodemkwaliteit en de afleverbon bewaart de initiatiefnemer minimaal 5 jaar na het aanbrengen van de grond of baggerspecie.
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en melding gelden er bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels toepassen van grond of baggerspecie.
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer op Besluit activiteiten leefomgeving.
Begrip: Partij
Hoeveelheid materiaal die volgens de regels uit het Besluit bodemkwaliteit als partij wordt aangemerkt.
Begrip: Werk
Een werk is een bouwwerk, infrastructuur of andere functionele toepassing van bouwstoffen. De definitie staat in artikel 4.1257, lid 2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).