Wet- en regelgeving luchtwassers
De regels voor luchtwassers staan in het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). In de Omgevingsregeling Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) zijn de regels verder uitgewerkt.
Inhoud
- Systeembeschrijving
- Zorgplicht
- Rekenregels emissie ammoniak
- Capaciteit
- Verdeling stallucht
- Werkinstructie, onderhoud en controle
- Opleveringsverklaring
- Elektronische monitoring
- Spuiwaterproductie
- Kalibreren elektrodes
- Laagdebietalarmering
- Opslaan spuiwater
Systeembeschrijving
Een luchtwasser moet voldoen aan de nieuwste versie van de systeembeschrijving. Dit staat in artikel 4.817 van het Bal en artikel 4.5 van de Omgevingsregeling.
In de systeembeschrijving (leaflet of stalbeschrijving) staan alle uitvoerings- en gebruikseisen voor het luchtwassysteem. Om de emissie met de vastgestelde emissiefactor te mogen berekenen, moet de luchtwasser hieraan voldoen. De systeembeschrijvingen staan op de pagina Systeembeschrijving stallen. Het nummer van de systeembeschrijving (het OW-nummer) is te vinden in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Zorgplicht
De veehouder moet de luchtwasser zo gebruiken en onderhouden dat hij goed blijft werken. Dat volgt uit de specifieke zorgplicht in artikel 2.11 van het Bal. Dit is aanvullend op de voorschriften over gebruik en onderhoud in het Bal.
Rekenregels emissie ammoniak
In artikel 4.6 van de Omgevingsregeling staan rekenregels voor de berekening van de ammoniakemissie per dier per jaar. De formules hieronder gelden voor een stal met een luchtwasser.
Als er alleen een luchtwassysteem als aanvullende techniek is:
Ammoniakemissie = emissiefactor ammoniak huisvestingssysteem x (100% – reductiepercentage luchtwassysteem)
Deze formule geldt niet als de emissiefactor van het huisvestingssysteem lager is dan 30% van de emissiefactor voor een overig huisvestingssysteem. Dan geldt:
Ammoniakemissie = emissiefactor ammoniak overig huisvestingssysteem x (100% – reductiepercentage ammoniak luchtwassysteem) x 0,3
Als er een luchtwassysteem is samen met een andere aanvullende techniek (A):
De emissiefactoren van huisvestingssystemen staan in bijlage V van de Omgevingsregeling. De reductiepercentages voor luchtwassystemen en andere aanvullende technieken staan in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Capaciteit
Een luchtwassysteem moet altijd de uitgaande stallucht van alle dieren in het dierenverblijf kunnen reinigen. De capaciteit van de luchtwasser moet daarom in ieder geval gelijk zijn aan de totale maximale ventilatiebehoefte van de dieren die worden gehouden in die stal (Bal, artikel 4.826 onder a).
Verdeling stallucht
Een luchtwasser werkt alleen goed als door elk deel van het filter evenveel lucht stroomt. Daarvoor staan 2 eisen in het Bal (artikel 4.826 onder b):
- Het luchtafvoerkanaal dat de lucht naar de luchtwasser leidt moet ruim genoeg zijn. De doorsnede van dat luchtkanaal is de doorstroomoppervlakte. De doorstroomoppervlakte moet minimaal 1 cm2/m3 lucht zijn bij de maximale capaciteit van het luchtwassysteem.
- De drukkamer moet lang genoeg zijn. Als de ventilatoren voor de luchtwasser staan, is de drukkamer de ruimte tussen de ventilatoren in de stal en de luchtwasser. De afstand tussen de ventilatoren en de eerste zuiveringsstap moet dan 3 meter of meer zijn. Als de ventilatoren achter het filterpakket staan, is de ruimte tussen de luchtwasser en de ventilatoren de onderdrukkamer. De afstand tussen de laatste zuiveringsstap en de ventilatoren moet dan 1 meter of meer zijn.
Werkinstructie, onderhoud en controle
De veehouder laat de luchtwasser elk jaar onderhouden en controleren. Iemand die daar de deskundigheid voor heeft voert het onderhoud en de controle uit (Bal, artikel 4.827 eerste lid onder b).
De veehouder moet een werkinstructie hebben (Bal, artikel 4.827 eerste lid onder a). Hierin staat hoe de veehouder de luchtwasser moet schoonmaken. Er staat ook in hoe hij de luchtwasser moet laten controleren. En welke maatregelen hij moet nemen als de parameters van de luchtwasser buiten de bandbreedte komen (Bal, artikel 4.827 tweede lid).
Opleveringsverklaring
Als een veehouder een luchtwasser gebruikt, moet hij een opleveringsverklaring hebben. De leverancier van de luchtwasser moet de opleveringsverklaring schrijven (Bal artikel 4.828 eerste lid).
In het tweede lid van artikel 4.828 van het Bal, staan eisen voor de opleveringsverklaring.
Elektronische monitoring
Het elektronische monitoringsysteem meet een aantal parameters van de luchtwasser. Voorbeelden zijn de zuurgraad van het waswater en de drukval over het filterpakket. Dit staat in artikel 4.829 eerste lid van het Bal. Het elektronisch monitoringsysteem moet de gegevens ook opslaan. De eisen daarvoor staan in artikel 4.9 van de Omgevingsregeling.
In de opleveringsverklaring of de systeembeschrijving staan minimale en maximale waarden voor de parameters. Als de waarde van een parameter niet binnen de minimale en maximale waarde valt, moet de veehouder maatregelen nemen. Zo zorgt hij ervoor dat de luchtwasser goed blijft werken. (Bal, artikel 4.829 tweede lid).
Spuiwaterproductie
Het luchtwassysteem moet voor de elektronische monitoring de spuiwaterproductie meten. Daarvoor moet er een geschikte debietmeter zijn. Die meter is vervuilingsbestendig en geeft daardoor een betrouwbare spuiwaterdebietmeting. Geschikte debietmeters zijn elektromagnetische flowmeters, vortexmeters en ultrasoonmeters. (Bal, artikel 4.830 eerste lid).
Kalibreren elektrodes
Het luchtwassysteem heeft elektrodes voor het meten van de zuurgraad en de elektrische geleidbaarheid voor de elektronische monitoring. De veehouder moet deze elektrodes ieder halfjaar laten kalibreren (Bal, artikel 4.830 tweede lid). Als uit de kalibratie blijkt dat meetapparatuur niet goed meer werkt, moet de apparatuur worden bijgesteld of vervangen. Dit moet op basis van de zorgplicht.
Laagdebietalarmering
Een luchtwasser kan alleen goed werken als het waswater goed langs de filters stroomt. Daarom moet het luchtwassysteem de doorstroming (het debiet) van het waswater meten. Het systeem moet alarmeren als het debiet van het waswater te laag is (Bal, artikel 4.829 derde lid).
Opslaan spuiwater
De veehouder moet het spuiwater in een lekdichte voorziening opslaan (Bal, artikel 4.812).
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Omgevingsregeling
De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Het gaat om technische en administratieve regels voor het gebruik van de wet en de AMvB’s in de praktijk.