Afvalstoffen op de bodem brengen of verbranden
Het verbod om afvalstoffen buiten inrichtingen op of in de bodem te brengen of te verbranden (artikel 10.2 Wm) is gewijzigd. Door de wijziging geldt het verbod alleen nog voor niet-afgegeven en niet-ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen.
Voor het op of in de bodem brengen of verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen geldt het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Dit geldt ook voor afgegeven of ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen. Voor het op of in de bodem brengen of verbranden geldt in het Bal een vergunningplicht met vrijstellingen. Ook kunnen algemene regels gelden.
Er is een tabel met de belangrijkste veranderingen tussen het Activiteitenbesluit en het Bal.
Nuttig toepassen of verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen
Het verbod om gevaarlijke afvalstoffen buiten inrichtingen nuttig toe te passen of te verwijderen (artikel 10.54 Wm) is gewijzigd. Door de wijziging geldt het verbod alleen nog voor de volgende handelingen met gevaarlijke afvalstoffen tijdens inzamelen of vervoeren:
- niet-handmatig (machinaal) scheiden
- het mengen met andere afvalstoffen of niet-afvalstoffen
Het Bal geldt:
- voor bepaalde andere handelingen die gebeuren tijdens het vervoeren of inzamelen van gevaarlijke afvalstoffen (zoals verbranden tijdens inzameling op een inzamelvaartuig of op de bodem brengen tijdens vervoer over land)
- als het nuttig toepassen of verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen niet plaatsvindt tijdens vervoeren of inzamelen, maar op een locatie
Onder het Bal geldt daarvoor een vergunningplicht met vrijstellingen. Ook kunnen algemene regels gelden.
Wet milieubeheer en afvalstoffen
Naast de verbodsbepalingen die hierboven staan, blijven in de Wet milieubeheer ook nog andere regels gelden over afvalstoffen. Het gaat bijvoorbeeld om:
- regels over gesloten stortplaatsen (paragraaf 8.2 en 8.3 Wm)
- regels over het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (titel 10.4 Wm)
- regels over het inzamelen en vervoeren van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (paragraaf 10.6.2 en 10.6.3 Wm)
- regels over het Landelijk afvalbeheerplan (titel 10.2 Wm)
- voorkeursvolgorde afvalwater (artikel 10.29a Wm)
- de afgifte en ontvangst van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (paragraaf 10.6.1 Wm)
- het overbrengen van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (titel 10.7 Wm)
Afvalstoffenverordening of omgevingsplan
De Wet milieubeheer geeft aan welke regels in de afvalstoffenverordening moeten of kunnen (titel 10.4 Wm). Het gaat om regels over huishoudelijke afvalstoffen en zwerfafval. Maar een gemeente mag die regels ook opnemen in het omgevingsplan in plaats van in de afvalstoffenverordening. Een gemeente mag dat dus zelf kiezen.
Rekening houden met LAP bij omgevingsplan, waterschapsverordening en omgevingsverordening
Door een wijziging van artikel 10.14 van de Wet milieubeheer moet het bevoegd gezag bij het aanpassen van het omgevingsplan, waterschapsverordening en omgevingsverordening rekening houden met het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3).
Lozen van afvalwater van huishoudens
Het Rijk stelt in het Bal geen regels meer aan het lozen van afvalwater door particuliere huishoudens in het riool. Gemeenten kunnen hiervoor regels opnemen in het omgevingsplan.
Mobiele puinbrekers naar Besluit bouwwerken leefomgeving
De regels in het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval komen te vallen onder het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Hemel- en grondwaterverordening
De hemel- en grondwaterverordening uit de Wet milieubeheer (artikel 10.32a Wm) komt niet als afzonderlijk instrument terug in de Omgevingswet. Het gaat hier om regels over afvloeiend hemelwater en overtollig grondwater. De regels in de hemel- en grondwaterverordening komen automatisch in het omgevingsplan van de gemeente. Het overgangsrecht regelt dit. De gemeente kan deze regels aanpassen.
Meer informatie