Toevalsvondst in de bodem
Voor toevalsvondsten op of in de bodem geldt een regeling. Deze regeling geldt in beginsel voor verontreinigingen die vóór 1 januari 1987 zijn veroorzaakt en die nog niet eerder ontdekt waren. De eigenaar moet maatregelen nemen om onaanvaardbare humane risico's tegen te gaan. Als de eigenaar geen maatregelen neemt, moet de gemeente ingrijpen en kan zij de eventuele kosten verhalen.
De toevalsvondst is geregeld in afdeling 19.2a van de Omgevingswet.
Betekenis toevalsvondst
Een toevalsvondst betekent dat een verontreiniging in de grond of het grondwater wordt ontdekt die al aanwezig was maar nog niet bekend is en die onaanvaardbare humane risico's veroorzaakt. Deze kan bijvoorbeeld ontdekt worden tijdens graafwerkzaamheden of tijdens het voorafgaand bodemonderzoek. Hiervan is de veroorzaker meestal ook niet direct bekend. Soms blijkt een verontreiniging anders te zijn dan eerder gedacht. Of door voortschrijdend inzicht kan een stof schadelijker blijken te zijn dan eerst gedacht. De eigenaar moet dan snel handelen om verdere blootstelling zo veel mogelijk te voorkomen. Dit geldt bij acute risico’s die ook bij relatief korte blootstelling chronische of acute negatieve effecten voor de gezondheid opleveren.
Normstelling
Er is sprake van onaanvaardbare risico's bij overschrijding van de MTRhumaan (Maximaal Toelaatbaar Risico), de TCL-waarde (toelaatbare concentratie in lucht) en/of de geurdrempels. In bijlage Vb van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) wordt in ieder geval verwezen naar de MTR-waarden. Het bevoegd gezag kan bij de toevalsvondst echter ook rekening houden met een overschrijding van de TCL-waarden en geurdrempels en hier onderzoek naar doen.
De MTRhumaan is een niveau waarbij bij een levenslange blootstelling er geen nadelige effecten te verwachten zijn voor de gezondheid. De MTRhumaan is gericht op blootstelling aan stoffen in de bodem. Vluchtige stoffen kunnen ook uitdampen uit de grond of het grondwater en zo in de buiten- of binnenlucht komen. Om te bepalen dat hierdoor geen nadelige effecten ontstaan voor de gezondheid, gelden TCL-waarden. Verder mag er geen onaanvaardbare hinder ontstaan door geur. Hiervoor gelden geurdrempels.
Risico's berekenen met RisicotoolboxBodem
Om te bepalen of er onaanvaardbare risico's zijn, kan de initiatiefnemer de module Sanscrit 3.0 uit de RisicotoolboxBodem gebruiken. Met deze applicatie kan worden berekend of de gehaltes in de grond of concentraties in het grondwater leiden tot humane risico's.
Maatregelen bij toevalsvondsten
De eigenaar moet in opdracht van het bevoegd gezag maatregelen nemen. Soms volstaat een eenvoudige maatregel, zoals ventilatie bij uitdamping. Soms zijn tijdelijke beschermingsmaatregelen nodig. Bijvoorbeeld het plaatsen van een hek om een braakliggend terrein, om te voorkomen dat spelende kinderen in aanraking komen met de verontreiniging. Het gaat om andere maatregelen dan bij een ongewoon voorval of bij bodemsanering. De regeling vraagt niet dat de eigenaar de verontreiniging ongedaan maakt.
Als de eigenaar het nalaat om maatregelen te nemen is overheidsoptreden noodzakelijk. Soms is nader onderzoek nodig naar de bodemkwaliteit. Maar ook een onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit in gebouwen kan noodzakelijk zijn. Dit vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s door bijvoorbeeld uitdamping van verontreiniging van vluchtige stoffen. De aanleiding tot nader bodemonderzoek kan ook in andere omstandigheden liggen, zoals stankoverlast, verkleuringen in de bodem, enzovoort.
Als het bevoegd gezag het nodig vindt, kan het in het omgevingsplan de locatie aanwijzen als locatie waar maatregelen nodig zijn.
Vangnet
De regeling die geldt bij een toevalsvondst kan ook bij een nieuwe bodemverontreiniging die op of na 1 januari 1987 is veroorzaakt als vangnet fungeren naast de zorgplicht.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.