Toevalsvondst in de bodem
Voor toevalsvondsten op of in de bodem met onaanvaardbare risico's voor de gezondheid geldt een regeling. Deze geldt voor historische verontreinigingen die vóór 1 januari 1987 zijn veroorzaakt. De eigenaar moet onaanvaardbare risico's wegnemen. Als de eigenaar geen maatregelen neemt, moet de gemeente ingrijpen en kan zij de eventuele kosten verhalen.
Betekenis toevalsvondst
Een toevalsvondst betekent dat een verontreiniging die al aanwezig was maar nog niet bekend is, wordt ontdekt. Hiervan is de veroorzaker meestal ook niet direct bekend. Soms blijkt een verontreiniging anders te zijn dan eerder gedacht. Of door voortschrijdend inzicht kan een stof schadelijker blijken te zijn dan eerst gedacht. De eigenaar moet dan snel handelen om verdere blootstelling zoveel mogelijk te voorkomen. Dit geldt bij acute risico’s die ook bij relatief korte blootstelling chronische of acute negatieve effecten voor de gezondheid opleveren.
Normstelling
Er is sprake van onaanvaardbare risico's bij overschrijding van de MTRhumaan (Maximaal Toelaatbaar Risico), de TCL-waarde (toelaatbare concentratie in lucht) en/of de geurdrempels. Deze normen staan in bijlage VB en bijlage XIIIb van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
De MTRhumaan is een niveau waarbij bij een levenslange blootstelling er geen nadelige effecten te verwachten zijn voor de gezondheid. De MTRhumaan is gericht op blootstelling aan stoffen in de bodem. Vluchtige stoffen kunnen ook uitdampen uit de bodem en zo in de lucht komen. Om te bepalen dat hierdoor geen nadelige effecten ontstaan voor de gezondheid, gelden TCL-waarden. Verder mag er geen onaanvaardbare hinder ontstaan door geur. Hiervoor gelden geurdrempels.
Risico's berekenen met RisicotoolboxBodem
Om te bepalen of er onaanvaardbare risico's zijn, kan de initiatiefnemer de RisicotoolboxBodem (voorheen Sanscrit) gebruiken. Met deze applicatie kan hij of zij berekenen of de concentraties in de bodem leiden tot een ongewenst blootstellingsniveau.
Maatregelen bij toevalsvondsten
De eigenaar moet in opdracht van het bevoegd gezag maatregelen nemen. Soms volstaat een eenvoudige maatregel, zoals ventilatie bij uitdamping. Soms zijn tijdelijke beveiligingsmaatregelen nodig. Bijvoorbeeld het plaatsen van een hek om een braakliggend terrein, om te voorkomen dat spelende kinderen in aanraking komen met de verontreiniging. Het gaat om andere maatregelen dan bij een ongewoon voorval of bij bodemsanering. De regeling vraagt niet dat de eigenaar de verontreiniging ongedaan maakt.
Als de eigenaar het nalaat om maatregelen te nemen is overheidsoptreden noodzakelijk. Soms is nader onderzoek nodig naar de bodemkwaliteit. Maar ook een onderzoek naar de luchtkwaliteit in gebouwen kan noodzakelijk zijn. Dit vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s door bijvoorbeeld uitdamping van verontreiniging. De aanleiding tot het bodemonderzoek kan ook in andere omstandigheden liggen, zoals stankoverlast, verkleuringen in de bodem, enzovoort.
Als het bevoegd gezag het nodig vindt, kan het in het omgevingsplan de locatie aanwijzen als locatie waar maatregelen nodig zijn.
Relatie toevalsvondst en zorgplicht
De regeling die geldt bij een toevalsvondst, kan ook als vangnet fungeren naast de zorgplicht. Namelijk bij een zogenoemde nieuwe bodemverontreiniging, veroorzaakt op of na 1 januari 1987. Dit als de veroorzaker niet, of niet tijdig, kan worden aangesproken.
Juridisch
De toevalsvondst is geregeld in afdeling 19.2a van de Omgevingswet.
Begrip: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving.