Bibliotheek bodem
Zoeken in de index
De jaarverslagen bevatten informatie die de overheden ter beschikking hebben gesteld voor de sturing van de bodemsaneringsoperatie. Het verslag is onder leiding van het Bodeminformatiebeheer door Bodem+/het Uitvoeringsprogramma Bodem en ondergrond opgesteld in samenwerking met het IPO, de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten), (VROM/)IenW en het RIVM. In het jaarverslag kunt u aan de hand van cijfers en illustratieve voorbeelden zien hoe deze ontwikkelingen de voortgang van bodemsanering/de aanpak van de spoedlocaties beïnvloeden.
Het project ‘Digitalisering Stadsatlas Culemborg’ is een ‘spin-off project’ van het project ‘Samen de diepte in’ (Sddi). In het project Sddi zijn diverse regionale overheden zich aan het voorbereiden op de komst van de Omgevingswet: hoe om te gaan met het domein Bodem & Ondergrond. Het Sddi project wordt begeleid door een consortium bestaande uit RHDHV, Tauw en Witteveen+Bos. Voor achtergronden en voortgang van het Sddi project wordt verwezen naar de website: www.samendedieptein.nl.
In november 2021 is het project “WKO+: duurzame energie in combinatie met saneren” tot een einde gekomen. Vijf jaar lang, na goedkeuring van het project door Kennis en innovatieprogramma Bodem en Ondergrond medio 2016, zijn succesvolle pilots uitgevoerd en kansen voor grootschalige toepassing verkend. Relevante inhoudelijke kennis is ontwikkeld. Maar met name door de – veelal intensieve – gesprekken binnen het consortium en met de ketenpartijen die nodig zijn om WKO+ te implementeren, is inzicht verkregen en de “do’s en don’ts”. Op basis daarvan hebben we onze lessons learned samengevat in deze beknopte brochure.
Het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2016-2020 ondersteunt de uitvoering van de convenanten Bodem en Ondergrond (tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) en Bodem en Bedrijfsleven (en de Realisatieparagraaf uit de Structuurvisie Ondergrond (SVO). Binnen dat programma is de werkgroep ondergrond en transitie al langere tijd druk bezig om op goede wijze om te gaan met de diverse maatschappelijke uitdagingen die raken aan het domein bodem en ondergrond, zoals kringlooplandbouw, drinkwater, klimaatadaptatie en de energietransitie. In dit rapport een leidraad aan de hand van twee sessies met de werkgroep Transitie.
De grote maatschappelijke opgaven in de leefomgeving raken het beleid op het gebied van bodem en ondergrond. Om die reden zijn VNG en Deltares het project “Bodem en Ondergrond Gemeentelijke Omgevingsvisies” (BOGO) gestart. Het is niet de standaard om bodem en ondergrond mee te nemen in ruimtelijk beleid terwijl deze beleidsvorming de fysieke leefomgeving wel raakt. En dus een plek in de omgevingsvisie zou moeten krijgen.
Begonnen met het UP en later met DPRA, RVO en SVn hebben AT Osborne en TNO de afgelopen vier jaar een programma van masterclasses en andere activiteiten aangeboden onder de noemer van meervoudigheid.1 Wij spraken ook wel van meekoppelen, en tegenwoordig raakt steeds meer de term integratie in gebruik. Uiteenlopende namen voor een innovatie is normaal, omdat mensen hetzelfde ontdekken over een innovatie vanuit verschillende hoeken. Nu de Omgevingswet en de NOVI spreken van integratie zal deze term veel gebruikt gaan worden.
Bij de aanleg van ondergrondse infrastructuur, zoals kabels en leidingen, wordt steeds meer gebruik gemaakt van sleufloze technieken zonder graafbewegingen. Dit betekent minder hinder voor de omgeving, want geen verkeersonderbrekingen, een snellere projectuitvoering en een duurzamere techniek. SIKB en branchevereniging NSTT werken gezamenlijk aan een voortgaande verbetering van de kwaliteit van deze technieken. Daartoe zijn drie nieuwe documenten vastgesteld, gericht op het beperken van risico’s en hinder bij de sleufloze aanleg van kabels en leidingen. Voor de ontwerper, voor de uitvoerende aannemer en voor de vergunningverlener/ toezichthouder.
Het investeren in de groenblauwe structuur in de stad is essentieel, omdat deze vele kansen biedt, zowel boven als onder de grond, en bijdraagt aan zowel economische, ecologische als sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Dit rapport dient om meer handvatten te geven aan de vergroeningsstrategie van de stad, waarbij wordt gekeken waar de groenblauwe infrastructuur de grootste meerwaarde heeft.
Dit rapport bevat de eindevaluatie van het convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020. De convenantspartijen (het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen) hebben in dit convenant afspraken vastgelegd over de uitvoering en over de vernieuwing van het bodem- en ondergrondbeleid.
De meervoudige businesscase van het slimme en duurzame warmtenet.
Onderzoek naar het meervoudig financieren van aquathermie.
Het POP-UP project beantwoordt kennisvragen over hoe om te gaan met opkomende stoffen in de bodem en ondergrond. Hierbij is onderzoek gedaan naar de werking van preventiestrategieën, is een signaleringssysteem voor opkomende stoffen uitgewerkt, zijn handreikingen uitgewerkt en is de kennisinfrastructuur in beeld gebracht. Voorliggende samenvatting geeft verbeteradviezen om de preventiestrategieën voor opkomende stoffen te optimaliseren. Gekeken is naar de Europese kaders, naar nationaal beleid en naar lokale instrumenten. Hierbij lag de focus op de preventie van schadelijke stoffen (de (p)ZZS en opkomende stoffen) in relatie tot onze leefomgeving. Het beschrijft welke verbeteringen in de huidige stelsels mogelijk zijn, zonder deze stelsels zelf ter discussie te stellen. Dit advies is met name bedoeld voor alle overheden die een rol hebben bij het opstellen en uitvoeren van preventiestrategieën.
Het POP-UP project omvat een groot aantal activiteiten gericht op het omgaan met zogenaamde opkomende stoffen. Het project omvat onder andere studies naar een signaleringssysteem, preventiesysteem en handelingskaders, alsmede een aantal pilots. Met de metafoor van het mycelium als uitgangspunt hebben wij binnen het POP-UP project ook een verkenning uitgevoerd naar de huidige kennisinfra structuur rondom opkomende stoffen. Het betreft een eerste peiling van waar actoren uit de keten grofweg mee bezig zijn, waar behoeftes liggen en wat verbeterpunten zijn.
Het POP-UP project heeft geresulteerd in een aantal documenten. Dit document vormt het meest praktische uit deze reeks: een handreiking voor decentrale overheden om hun taken m.b.t. opkomende stoffen in bodem en ondergrond goed in te kunnen vullen. Omdat het (landelijk en internationaal) beleid en ook de wetenschappelijke kennis m.b.t. opkomende stoffen sterk in ontwikkeling is, is dit document een momentopname.
Aanzet tot een signalerings-, beoordelings- en prioriteringssysteem
Het ontbreekt aan een overallstrategie voor aanleg, beheer en onderhoud van ondergrondse kabels en leidingen. Tegen de achtergrond van een aantal grote ruimtelijke en maatschappelijke opgaven ziet het COB-netwerk dit als urgent probleem. Daarom wil het netwerk toewerken naar een overallstrategie voor deze infrastructuur.