Bibliotheek bodem
Zoeken in de index
TCB advies over een nieuwe ministeriële regeling baggerspeciestortplaatsen op land. Aanleiding voor het maken van een nieuwe regeling is de Europese Richtlijn Storten. Hierin zijn voorschriften voor baggerspeciestortplaatsen opgenomen. Uitgangspunt van de regeling is het Nederlands bodembeschermingsbeleid, waarin gestreefd wordt naar handhaving van bodemkwaliteit op het niveau van streefwaarden.
Deze ontheffing is noodzakelijk voor het uitvoeren van onderzoek door Plant Research International op de Proefboerderij voor Melkveehouderij en Milieu De Marke (DL. 2002/2232). De commissie is het eens met het ontwerpbesluit om de ontheffing te verlenen. Zij is van oordeel dat het onderzoek doelmatig en transparant is opgezet. Bovendien komt het onderzoek voor een deel tegemoet aan de in een eerder advies (TCB S36(2002)) geuite wens van de commissie om de mineralenbalans in relatie tot de verschillende wijzen van bedrijfsvoering en bemesting met veldmetingen in beeld te brengen.
TCB advies op het meegestuurde een onderzoeksplan dat met de ontheffingsaanvraag het IMAG (DLO) heeft aangevraagd van het uitrijverbod voor de maand september en van de verplichting om mest op emissiearme wijze uit te rijden om onderzoek te doen naar de emissie van N2O (lachgas) bij aanwending van dierlijke mest.
De TCB is op verzoek van de Minister ingegaan op een aantal specifieke vragen.
Wat is het belang van gezonde bodemecosystemen voor de bodem en voor bodemgebruik? De TCB ziet dit zo: het bodemecosysteem heeft essentiële functies zoals vruchtbaarheid, vastlegging en doorvoer dan wel afbraak van stoffen, plaagbestrijding, bufferend vermogen, waterbergend vermogen, vastlegging van stof, CO2 en andere broeikasgassen, draagvermogen en visuele - en belevingsaspecten. De functies zijn in principe tegelijkertijd en op dezelfde plaats aanwezig. Het bodemecosysteem kan dus beschouwd worden als een voorraad van nuttige ecologische functies. Bodemgebruik leidt tot het optimaliseren van ecologische functies ten koste van anderen. Het bodemecosysteem kan zich herstellen na het beëindigen van gebruik, maar dat gaat wel langzaam vergeleken met de snelheid van het geschikt maken voor een bepaalde gebruiksvorm.
TCB advies van om ontheffing te verlenen van de regel dat je dierlijke mest alleen via erkende emissiearme technieken (injectie ed.) mag aanwenden.
TCB advies over het Ontwerpbesluit zand en lössgronden welke strekt ertoe kaarten vast te stellen waarop is aangegeven welke gronden als zand en lössgronden en welke gronden binnen de zand en löss gronden als uitspoeling gevoelige gronden worden beschouwd.
TCB advies over Onderzoek grondwaterverontreiniging met MTBE in Nederland.
Het betreft een ongevraagd advies dat de Minister te attendeert op mogelijke grondwaterverontreiniging met methyl tert-butlether (MTBE).
TCB advies over de ontwerp-wijziging BGDM 1998 en BOOM
Voor de Tungelroyse beek is een herinrichtingsplan opgesteld ten behoeve van de waterretentie, verdrogingsbestrijding en natuurontwikkeling. De Tungelroyse beek is echter een deel van de omvangrijke bodemverontreiniging in de Kempen. Daarover adviseerde de TCB al eerder (kenmerk: TCB A20(1997)). Voor de aanpak van de bodemverontreiniging liet de provincie Limburg een actief bodembeheerplan voor de Tungelroyse beek opstellen. De Minister vroeg de TCB met name in te gaan op de uitgevoerde risico-evaluatie en over de afstemming van gebiedsfuncties en afgeleide risiconiveaus, zoals beschreven in het actief bodembeheerplan. Daarnaast vroeg de Minister of de TCB het plan wilde vergelijken met haar eerdere aanbevelingen voor de Kempen.
TCB advies over een ontheffing voor de eerste maand van september 1999 van het verbod om dierlijke mest uit te rijden. De ontheffing was bedoeld voor melkveehouders die zijn aangesloten bij de milieucoöperaties VEL en VANLA.
TCB advies over de vraag of uitrijden acceptabel is voor het milieu in het kader van: de intensieve varkenshouderij worden steeds meer ammoniakwassers gebruikt. Dit zijn zuiveringssystemen (kolommen met vloeistof) waardoorheen stallucht wordt geleid voordat het naar buiten wordt geblazen. Door deze wassers bevat de uitgestoten stallucht veel minder ammoniak, dan zonder behandeling. De vloeistof in zo’n ammoniakwasser moet regelmatig ververst worden; het oude waswater heet spuiwater. Er zijn twee soorten wassers, die verschillende soorten spuiwater produceren: de biologische wasser en de chemische wasser. Spuiwater kan op verschillende manieren verwerkt worden. Eén van de mogelijkheden is uitrijden op het land.
Vervolg TCB advies op het aanvullend advies over het afwegingsproces saneringsdoelstelling (TCB S26, 1999). Het aanvullend advies gaf een strategische visie op de voorstellen over de beleidsvernieuwing bodemsanering in ‘Van trechter naar zeef II’ (VtnzII). In dit vervolgadvies gaat de TCB in op de technische aspecten van de afleiding van bodemgebruiksnormen. Bodemgebruiksnormen geven een bij een functie behorende bodemkwaliteit aan, die na sanering in de bovengrond gerealiseerd moet worden.
Advies concept richtlijn opstellen en toepassen bodemkwaliteitskaarten ihkv vrijstelling grondverzet
Op grond van de Vrijstellingsregeling grondverzet is hergebruik van licht verontreinigde grond als de aangebracht grond en de aanwezige bodem van vergelijkbare kwaliteit zijn. Dit hoeft niet vastgesteld te worden door bodemonderzoek als er een bodemkwaliteitskaart is, waaruit blijkt dat aan het vergelijkbare kwaliteitscriterium voldaan wordt.
Het plan van aanpak beschrijft de grote evaluatie interventiewaarden waarin nader wordt gekeken naar de wetenschappelijke onderbouwing van de huidige interventiewaarden. Voor het vaststellen van interventiewaarden worden ecotoxicologisch ernstige bodemverontreinigingsconcentraties en humaantoxicologisch ernstige bodemverontreinigingsconcentraties bepaald. De TCB ging in haar advies onder andere in op een aantal specifieke vragen over het rekening houden met de pH in relatie tot de bio-beschikbaarheid, het hanteren van de ‘toegevoegd risico methode’ bij interventiewaarden en de afleiding van interventiewaarden voor sediment en grondwater.
In het advies gaat de TCB in op het RIVM-rapport ‘Herziening interventiewaarde lood’. Met name wordt ingegaan op de onderwerpen achtergrondblootstelling en blootstelling van kinderen, orale beschikbaarheid, ingestie van grond en het toepassen van wijzigingen in het zogenoemde CSOIL-model.