Bibliotheek bodem
Zoeken in de index
Van trechter naar zeef II’ geeft een strategische visie weer op duurzame oplossingen voor bodemverontreiniging van voor het jaar 1987 en omvat tevens de getalsmatige uitwerking van deze strategie voor de praktijk. De combinatie van strategie en uitvoering heeft als voordeel dat een duidelijk beeld wordt geschetst hoe de strategie in de praktijk zou kunnen uitpakken. Nadelig is dat niet te overzien is over welke elementen snel besluitvorming gaat plaatsvinden: Alleen de strategie of ook de getalsmatige criteria? Volgens de TCB kan dat laatste niet het geval zijn, zolang de relaties met ander beleid voor bodem en voor grondverzet niet goed aangegeven zijn. ‘Van trechter naar zeef II’ benadert de problematiek strikt vanuit bodemsaneringsoptiek en is in die zin beperkt. Een ander nadeel van snelle uitvoering van uitvoeringsaspecten is dat als nu op detailniveau normstelling gaat plaatsvinden, de gebruikelijke zorgvuldige procedures bij de afleiding van normen en bestaande overlegkaders worden genegeerd.
Het advies TCB S27(1999) hield verband met onderzoek naar het effect van ‘Euromestmix’ op stikstofverliezen uit melkveebedrijven in Friesland.
TCB advies over de toelatingscriteria voor bestrijdingsmiddelen met het oog op effecten op (bodem) organismen.
Dit TCB advies gaat in op twee ministeriële vrijstellingsregelingen bij het Bouwstoffenbesluit: de vrijstellingsregeling grondverzet en de vrijstellingsregeling samenstelling- en immissiewaarden. De vrijstellingsregeling grondverzet is nodig om voorstellen uit de concept-beleidsnota ‘Grond grondig bekeken’ mogelijk te maken. De TCB had hier al over geadviseerd in advies TCB S37(1998)). De wijzigingen die door de vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden in het Bouwstoffen worden aangebracht zijn het gevolg van het project ‘Evaluatie hantering streefwaarden’ (HANS).
Advies over overschotten van stikstof en fosfaat bruggen slaan tussen landbouwproductie en milieudoelstellingen 2
De eerste tranche interventiewaarden zijn in 1994 vastgesteld na een evaluatie van de vroegere C-toetsingswaarden. Daarna is de lijst met interventiewaarden twee keer uitgebreid (de tweede en derde tranche). Het RIVM heeft in het rapport: ‘Proposals for Intervention Values for soil and groundwater, including the calculation of the human-toxicological serious soil contamination concentrations: Fourth series of compounds’ voorstellen gedaan voor een verdere aanvulling. Deze voorstellen werden voor advies aan de TCB voorgelegd.
Rapport Verantwoord omgaan met Zekerheid Kosten effectief beheersen van Mobiele Bodemverontreiniging
Rapport Verantwoord omgaan met Zekerheid Kosten effectief beheersen van Mobiele Bodemverontreiniging
De TCB heeft eerder een advies over het omgaan met grondstromen uitgebracht onder de titel ‘Toepassen van verontreinigde grond’ (A23, 1997). De voorstellen die in de beleidsnota ‘Grond grondig bekeken’ worden gedaan over schone en licht verontreinigde grond komen op hoofdpunten overeen met dit advies. In het advies S37 wordt aanbevolen om de voorwaarde te laten vervallen dat licht verontreinigde grond bij toepassing als bodem zou moeten voldoen aan de bodemgebruiksnorm van de (toekomstige) functie van de locatie. Wat betreft de vergelijkbare kwaliteit van grond met de bodem op de locatie waar de grond wordt toegepast, moet niet alleen naar verontreinigende stoffen worden gekeken, maar ook naar aspecten als grondsoort en de verontreinigingsgeschiedenis van grond.
De beleidsvernieuwing bodemsanering geeft in vergelijking tot de eerder bestaande benadering meer ruimte aan functiegericht saneren van bodemverontreiniging en legt een hogere prioriteit bij het verspreidingsrisico van bodemverontreiniging. In het door het kernteam opgestelde voorlopige rapport ‘Afwegingsproces saneringsdoelstelling, van trechter naar zeef’ (juni 1998) worden voorstellen gedaan voor de invulling van de beleidsvernieuwing. De TCB werd verzocht in te gaan op deze voorstellen. Bij de invulling van de beleidsvernieuwing bodemsanering staan functiegericht saneren en het onderscheiden van mobiele en immobiele verontreinigingssituaties centraal; in het advies wordt daarom veel aandacht besteed aan deze onderwerpen.
TCB advies over risicobeoordeling bodemverontreiniging PAK.
Op basis van informatie over blootstellingsmodellen en empirische gegevens over opname van PAK in gewassen is de commissie tot de conclusie gekomen dat blootstelling aan bodemverontreiniging via gewassen slechts marginaal bijdraagt aan de inname van PAK door de mens. PAK kunnen wel in het buitenste deel van de plantenwortels worden opgenomen, maar kunnen nauwelijks naar de rest van de plant worden getransporteerd.
Het rapport geeft de resultaten van een verkenning weer naar de gebruiksfuncties die nog gerealiseerd kunnen worden bij verschillende gehalten van organische microverontreinigingen in de bodem. De besproken gebruiksfuncties zijn: ‘tuinen & volkstuinen’, ‘openbaar groen & recreatie’ en ‘bermen & reststroken’. De verkenning is uitgevoerd voor PAK, styreen, minerale olie, dioxines, PCB en een aantal bestrijdingsmiddelen.
TCB advies over een ontheffing in verband met onderzoek naar de ammoniakemissie bij het aanwenden van mest in stroken in de fruitteelt.
TCB-advies over de missie van SKB, de organisatievorm, de inhoudelijke aandachtsvelden, de verhouding tussen vraag gestuurd en strategisch/fundamenteel onderzoek, en de positie van SKB als netwerkorganisatie. De TCB acht de oprichting van SKB van groot belang voor de uitvoering van de vernieuwing van het bodemsaneringsbeleid en het opzetten van actief bodembeheer. De oprichting is op korte termijn gewenst om de kennisinfrastructuur die is opgebouwd door NOBIS en het Programma Geïntegreerd Bodemonderzoek (PGBO) niet verloren te laten gaan.
TCB advies over de toevoer van zware metalen en organische microverontreinigingen via meststoffen. Dit blijkt tot accumulatie van deze stoffen in land bouwgrond en te leiden. Dit ondanks het beleid zoals uitgezet in het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen en het mineralenbeleid. Om de toevoer van deze stoffen verder terug te dringen is het project 'Contaminanten in meststoffen' gestart.
Het rapport geeft de resultaten van een verkenning weer naar de gebruiksfuncties die nog gerealiseerd kunnen worden bij verschillende zware metaalgehaltes in de bodem. Aan deze verkenning was behoefte omdat verwacht mag worden dat functiegerichte bodembeoordeling steeds meer op de voorgrond komt te staan.