Bibliotheek bodem
Zoeken in de index
Deze publicatie kwam tot stand op initiatief van de Technische commissie bodembescherming die op 23 september 2003 een symposium organiseerde over dit thema. Het boek beoogt een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat over de toekomst van de landbouw.
De TCB advies bevindingen werkgroep Grondwater. De werkgroep had als taak zich te buigen over de technisch inhoudelijke onderbouwing en organisatie van het grondwaterbeheer.
In de afgelopen periode blijken zich bij gereinigde en licht verontreinigde grond problemen voor te doen die, evenals bij baggerspecie, het hergebruik ernstig hinderen. Het gaat daarbij om de uitloging van sulfaat, fluoride, bromide, antimoon, seleen, molybdeen en vanadium die soms de grenswaarden van het bouwstoffenbesluit overschrijdt, terwijl er geen verdenking is dat de partij grond verontreinigd is met deze stoffen of dat er sprake is van relatief hoge natuurlijke gehalten. Deze normoverschrijdingen leiden tot een teruglopende afzet van gereinigde en licht-verontreinigde grond.
Veel vormen van bodemgebruik in Nederland zijn niet duurzaam. De gevolgen van het niet duurzame gebruik van de bodem uiten zich bijvoorbeeld in bodem daling, ophoping van voedingstoffen in het milieu, afname van nuttige organische stof in landbouwgronden, een verarmde flora en fauna en gebrek aan natuurlijke ziekte- en plaagwering. Het bodemgebruik in Nederland kan duurzamer worden door een ecosysteembenadering in het bodembeheer te introduceren. Bodembeheer wordt hierbij als het instrument gezien om tot duurzamer gebruik te komen en betreft alle handelingen die bewust worden verricht om het huidige en toekomstige bodemgebruik te realiseren.
TCB advies over systeemgericht grondwaterbeheer, drie praktijkgevallen van problemen in grondwaterbeheer.
TCB rapport over systeemgericht grondwaterbeheer, grondwatersysteembenadering bij ruimtelijke vraagstukken.
(2003) Advies verzoek tot betreffende de uitrijperiode zoals bepaald in Bestluit Gebruik Meststoffen
TCB advies betreffende de uitrijperiode zoals bepaald in het Besluit Gebruik Meststoffen.
Dit rapport bevat een onderbouwing van de indeling van Nederland in geohydrologische beheereenheden zoals gedefinieerd in het in 2001 uitgebrachte advies Aanzet voor stroomgebiedenbeheer.
TCB advies over tijdelijke vrijstelling van het verbod dierlijke mest toe te dienen op grasland, gelegen op kleigrond en veengrond voor de periode van 16 tot en met 20 september 2006.
De TCB constateert dat de droge zandgronden in het mestbeleid de meeste aandacht krijgen, aangezien de belasting van het grondwater met nitraten hier het grootst is De grotere aandacht voor de droge zandgronden mag er niet toe leiden dat de nattere gronden met optredende denitrificatie buiten beeld raken bij het toekomstige mestbeleid.
TCB advies om ontheffing ex artikel 7 betreft een onderzoek naar het effect van een integrale bedrijfsaanpak op de verbetering van de mest- en bodemkwaliteit (DL. 2002/1954). Het onderzoeksprogramma bij de milieucoöperaties VEL & VANLA kan hiermee worden voortgezet. Heffing ex artikel 7 betreft een onderzoek naar het effect van een integrale bedrijfsaanpak op de verbetering van de mest- en bodemkwaliteit (DL. 2002/1954). Het onderzoeksprogramma bij de milieucoöperaties VEL & VANLA kan hiermee worden voortgezet.
TCB advies over de verwerking en hergebruik van baggerspecie en de eisen van het
Bouwstoffenbesluit.
TCB advies over de aanpak van fosfaatverzadigde gronden in de Nederlandse landbouw. Het advies zal worden betrokken bij de synthese van de evaluatie Meststoffenwet die in het najaar van 2007 wordt gepubliceerd door het MNP. Gevraagd werd welke mogelijkheden de TCB ziet om de fosfaatgebruiksnormen af te stemmen op de fosfaattoestand van de bodem, hoe de ernst van de problematiek van fosfaatverzadigde bodems zich verhoudt tot het werkelijk uitspoelen van fosfaat naar oppervlaktewater, en onder welke omstandigheden uitmijnen een effectieve methode is om fosfaatverzadigde bodems te saneren.
Bij de invoering van de eerste tranche interventiewaarden in 1994 is door de Minister van VROM gesteld dat de interventiewaarden periodiek zouden worden geëvalueerd. Het RIVM heeft in 2001 de wetenschappelijke evaluatie van de eerste tranche interventiewaarden afgerond. Zij heeft de interventiewaarden voor betreffende stoffen opnieuw afgeleid met behulp van een op onderdelen herziene methode, met, voor zover beschikbaar, geactualiseerde invoergegevens. Vervolgens is de TCB door de Minister van VROM gevraagd om te adviseren over het wetenschappelijke deel van de evaluatie. De Minister vraagt om onder andere te adviseren over de beleidsmatige keuzes voor de onderbouwing van de interventiewaarden, de humaan-toxicologische en de ecotoxicologischerisico-evaluatie, de bodemchemische aspecten en de robuustheid van resultaten. Het gaat hierbij om voorstellen voor interventiewaarden voor zowel bodem, sediment en grondwater. Omdat de waarden niet alleen als interventiewaarde, maar ook als waarde voor grondverzet of soms in het Bouwstoffenbesluit worden gebruikt, heeft de TCB in haar advies ook de gevolgen van het wijzigen van interventiewaarden voor andere beleidsterreinen meegenomen.
TCB advies met betrekking tot de LAC-signaalwaarden welke zijn in 1986 opgesteld door de Landbouwadvies commissie Milieukritische stoffen (LAC).