Bibliotheek bodem
Zoeken in de index
De LAC-signaalwaarden zijn in 1986 opgesteld door de Landbouwadvies commissie Milieukritische stoffen (LAC). Deze waarden zijn toen gedefinieerd als: 'het laagste gehalte van een stof in de bodem dat bij overschrijding aanleiding kan geven tot het optreden van nadelige effecten voor de opbrengst en kwaliteit van agrarische producten en de gezondheid van mens en dier'. Het overschrijden van de LAC-signaalwaarde voor een stof moet leiden tot het uitvoeren van nader onderzoek en het geven van advies voor het gebruik van de grond. De LAC-signaalwaarden zijn na de laatste herziening in 1991 ruim tien jaar onveranderd gebleven. Het bodemsaneringsbeleid is inmiddels vernieuwd, waarbij is gekozen voor een functiegerichte aanpak van immobiele verontreinigingen in de bovengrond. Dit vernieuwde bodemsaneringsbeleid en nieuwe wetenschappelijke inzichten waren aanleiding voor de minister van LNV om aan het Expertisecentrum LNV (EC-LNV) te vragen het stelsel van LAC-signaalwaarden om te vormen tot een Functiegerichte Bodemkwaliteit-Systematiek.
TCB advies met betrekking tot de door uitzonderlijke weersomstandigheden (overvloedige regenval) in de maand augustus, agrariërs vrijwel niet in de staat om dierlijke meststoffen uit te rijden. Daarom werd een vrijstelling van het uitrijverbod voorgesteld voor de periode van 1 tot en met 15 september 2002.
TCB advies over verzoek tot ontheffing in verband met onderzoek in het kader van het demonstratieproject in de ban van de bodem; demonstratieproject: ontwikkeling duurzame veehouderij op bedrijfsniveau met toepassing van het FIR-systeem en de gevolgen voor relatieherstel tussen landbouw, natuur en milieu in de provincie Noord-Holland (TRC2002/5257).
TCB advies over het project 'Doorstart A-5'. Dit betreft een van de laatste projecten van de beleidsvernieuwing van de bodemsanering (BEVER) en het behandelt het afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond. In het rapport wordt op basis van beleidsmatige uitgangspunten een strategie beschreven om tot een duurzame en kosteneffectieve saneringsoplossing te komen. De verschillende stappen die in de afweging van saneringsoplossingen moeten worden genomen zijn logisch en de daarbij te maken keuzen zijn goed beschreven, hetgeen perspectieven biedt voor een transparante besluitvorming. De beschrijving van het keuzeproces kan daarom ten opzichte van de huidige situatie als een belangrijke verbetering worden beschouwd.
TCB Advies over het Ontwerpbesluit afwijkende verliesnormen betreft normen voor het toelaatbare verlies van meststoffen. In de normering wordt onderscheid gemaakt tussen zogenoemde droge uitspoeling gevoelige gronden en overige uitspoeling gevoelige gronden. Voor droge uitspoeling gevoelige gronden is het toelaatbare verlies lager dan op overige gronden.
Het advies gaat in op de grondwateraspecten bij de implementatie van de EG Kaderrichtlijn Water (KRW) in Nederland en richt zich primair op strategische hoofdlijnen. De commissie is van mening dat de implementatie in het algemeen in het teken dient te staan van het verbeteren van de samenhang in beheer van bodem en water.
TCB advies over het rapport ‘Afstromend wegwater’. Dit rapport is opgesteld door een werkgroep van de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW). In het rapport wordt infiltratie in de bodem voorgesteld als behandeling van afstromend wegwater. De TCB wordt gevraagd of infiltratie in de bodem in alle gevallen een geschikte behandelingsmethode is voor afstromend wegwater en of het ecologisch bermbeheer niet in de weg staat.
TCB advies over de opzet van een onderzoek dat een representatief beeld moet opleveren van de achtergrondgehalten van genormeerde stoffen in natuur- en landbouwgronden in Nederland. De opzet van het onderzoek is beschreven in het TNO rapport ‘Onderzoeksopzet AW2000, Nadere definitie van de werkzaamheden specifiek ingevuld voor fase 1’. Zoals blijkt uit de beschrijving van de studie, gaat het niet om niet-antropogene geo-chemische achtergrondgehalten, maar om het aangeven van bovengrenzen van gehalten van in het bodembeleid genormeerde stoffen in de bodem van niet overmatig (diffuus) belaste natuurgebieden en landbouwgronden.
Op de voormalige stortlocatie Diemerzeedijk te Amsterdam is als saneringsmaatregel een bovenafdichting aangebracht. De afdichting wijkt af van het voorontwerp dat in het saneringsplan was beschreven. Er is een constructie toegepast waarbij op een uitvul- en steunlaag van gecertificeerde AVI bodemas van ca. 50 cm een laag zand van 15 cm is aangebracht. Daarop ligt een trekverdelend geotextiel en een laag trisoplast van 10 cm. Deze constructie wordt door een antiworteldoek gescheiden van de erboven liggende drainagelaag en een leeflaag, die geschikt moet zijn voor een stadspark. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag in een uitvul- en steunlaag van zand in plaats van de thans aangebrachte AVI bodemas en een laag van 30 cm zandbentoniet in plaats van de laag triso-plast en het trekverdelende geotextiel. De TCB is gevraagd aan te geven of de twee constructies vergelijkbaar zijn wat betreft het behoud van hun isolerende eigenschappen op de lange termijn en de beheersbaarheid van eventuele risico's bij verlies van die eigenschappen.
TCB advies over de Vrijstellingsregeling zuiveringsslib in verband met MKZ. De regeling moet het mogelijk maken om zuiveringsslib in te zetten voor de stuifbestrijding van grond. Hieraan is dringende behoefte ontstaan door de maatregelen die getroffen zijn in verband met de geconstateerde ziekte 'mond en klauwzeer' (MKZ).
TCB advies over de wijziging van de Uitvoeringsregeling stortbesluit bodembescherming en van het Stortbesluit bodem- bescherming Aanleiding voor de wijzigingen is de Europese Richtlijn Storten die op 16 juli 1999 bekend is gemaakt. Implementatie van de voorschriften uit deze richtlijn vindt plaats via de genoemde wijzigingen. De Europese Richtlijn Storten moet uiterlijk op 16 juli 2001 zijn geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving.
TCB advies over het lozen van huishoudelijk afval water in de bodem. Dit is onder voorwaarden toegestaan. Een van de voorwaarden is dat een specifiek voorgeschreven technische voorziening moet worden getroffen bij de lozingsinrichting. In de rubriek VROM nieuws is al aangegeven dat dit als belemmerend wordt ervaren en dat de wijziging erop gericht is deze belemmering weg te nemen door nieuwe technieken toe te staan als ze gecertificeerd zijn.
Advies Project Integrale Normstelling Stoffen Normen voor PCBs
Rapport Systeemgericht grondwaterbeheer, deel 2 - 3 cases uit de praktijk: regio Breda-Tilburg, Texel, Vathorst van Witteveen+Bos in opdracht van Technische Commissie Bodembescherming. Het rapport beschrijft drie case studies: 1. De structuurvisie water regio Breda-Tilburg 2. Het 'Groot Geohydrologisch onderzoek Texel' 3. Het 'Masterplan Water Vathorst'.
Vanuit de bodembescherming wordt gezocht naar een samenhang met biodiversiteit en ruimtelijke ordening. De intentie is om deze samenhang tot uiting te laten komen in het NMP-4 en de Vijfde nota Ruimtelijke Ordening. De TCB gaat in haar advies in op hoe de samenhang tussen deze beleidsterreinen vanuit een ecologisch perspectief is aan te brengen. Bovendien wordt aandacht besteed aan het onderzoek dat nodig is om die samenhang in beeld te brengen.