Eural
In de Eural benoemt de Europese Commissie afvalstoffen en bepaalt zij wanneer een afvalstof gevaarlijk is. De lijst is een samenvoeging van de Europese lijst van gevaarlijke afvalstoffen en de Europese afvalcatalogus. Onder de Omgevingswet blijft de Eural gelden.
Balans tussen circulariteit en bescherming van de bodem
De Eural bestaat sinds 2002 en vervangt 3 Nederlandse regelingen:
- Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA)
- Regeling aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (RAGA)
- Regeling aanvulling aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (RAAGA).
De Eural zorgt voor een afgewogen balans tussen circulariteit zodat hergebruik mogelijk is en bescherming van de bodem. Hergebruik van de bodem mag niet leiden tot onacceptabele risico’s voor de bodem.
De Eural kent een omgekeerde bewijslast: zolang u niet kunt aantonen dat het geen gevaarlijk afval is, is het gevaarlijk afval.
Gebruikers van de Eural
Bedrijven en organisaties die werken met (gevaarlijk) afval gebruiken de Eural. Dit zijn onder andere:
- afvalontdoeners: bij het afgeven van afval moet vastgesteld worden of het gaat om ontdoen van gevaarlijk of niet-gevaarlijk afval. Dit onderscheid maakt de Eural. De ontdoeners zijn bij afgifte verantwoordelijk voor het toekennen van de juiste Euralcode aan een afvalstof. Het bepalen of sprake is van een gevaarlijke afvalstof is met name relevant bij het transport van stoffen en bij acceptatie door een stortplaats. Een aantal stortplaatsen mag namelijk geen gevaarlijk afval accepteren volgens hun vergunning.
- afvalverwerkers: bedrijven die afval verwerken moeten ook vaststellen of zij gevaarlijk afval of niet-gevaarlijk afval ontvangen en eventueel weer afgeven.
- provincies, gemeenten en regionale uitvoeringsdiensten: het bevoegd gezag moet bij vergunningverlening en bij handhaving rekening houden met het onderscheid tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval. Het moet daarover met vergunninghouders overleggen.
- toezichthoudende instanties: handhavende instanties zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport controleren afvaltransporten en bedrijfsactiviteiten. Ze controleren onder meer of de juiste Euralcode wordt gebruikt.
Handreiking Eural
Om te bepalen of iets een gevaarlijke stof is volgens de Eural, is er de Handreiking Eural. Deze bevat de volgende informatie:
- Eurallijst: de volledige lijst met Euralcodes
- stappenplan voor het bepalen van de juiste Euralcode: een stroomschema met toelichting
- stappenplan voor het vaststellen van alle gevaarseigenschappen die een afvalstof als gevaarlijk classificeren
- uitleg over complementaire afvalstoffen: die zowel gevaarlijk als niet-gevaarlijk kunnen zijn
- rekenvoorbeelden, grenswaarden en andere praktische zaken: hulpmiddelen voor het vinden van de juiste Euralcode
- voorbeelden: van classificatie van veelgebruikte afvalstoffen
- overzicht van het wettelijk kader bij de indeling in afvalstoffen
- handige links achtergrondinformatie, zoals rapporten en wet- en regelgeving
Grond en baggerspecie
Voor grond of baggerspecie vindt u de informatie in de volgende hoofdstukken:
- grond: in hoofdstuk 17 van de Eural. In 17 05 03 (grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevat) en in 17 05 04 (grond en stenen niet vallend onder 17 05 03)
- baggerspecie: in hoofdstuk 17 van de Eural. In 17 05 05 (baggerspecie die gevaarlijke stoffen bevat) en in 17 05 06 (baggerspecie niet vallend onder 17 05 05; zie bijlage 5 van de Handreiking)
Achter deze coderingen staat een 'c'. Dit staat voor 'complementaire categorie'. Dat betekent dat voor het specifieke geval bepaald moet worden: gaat het om een gevaarlijke of een niet gevaarlijke afvalstof?
In bijlage 2 van de Handreiking Eural staat een lijst van veelvoorkomende stoffen. Met de analyseresultaten van de grond of baggerspecie kan worden gekeken of bepaalde stoffen de genoemde gewichtspercentages overschrijden.
Let wel op, dat concentraties goed worden omgerekend naar gewichtspercentages. Kijk dan om te beginnen bijvoorbeeld naar de klasse-bepalende parameters.
Eural en verontreinigende stoffen
De Handreiking Eural laat een aantal voorbeelden zien hoe u met het stappenplan kunt bepalen of er sprake is van een gevaarlijke afvalstof. Dit kan in de praktijk soms nog wat ingewikkeld zijn:
- Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK): anders dan in het BAGA, geldt voor PAK geen somparameter meer (7 BAGA). Op grond van Eural zijn uitsluitend gevaarseigenschappen en R-zinnen aan specifieke PAK-verbindingen toegekend. Dit betekent dat u alle PAK-verbindingen afzonderlijk moet beoordelen, waarbij benzo[a]pyreen (bij >1.000 mg/kg) het meest kritisch is.
- zware metalen: uit beschikbare gegevens is bekend dat zware metalen in de Nederlandse (water)bodem veelal als oxiden aanwezig zijn. De analysegegevens moet u daarom omrekenen. Anders dan voorheen in het BAGA, worden zware metalen niet alleen meer afzonderlijk maar als somparameter beoordeeld.
- minerale olie: grond verontreinigd met minerale olie (> 1.000 mg/kg) wordt beschouwd als gevaarlijk afval als:
- het benzeengehalte in de olie groter is dan 0,1 gew.%, of
- het gaat om > 1.000 mg/kg stookolie (overwegend groter dan C25 en kokend boven ongeveer 400 °C). Uitsluitend als uit GC-analyses blijkt dat sprake is van 'diesel (gasolie)' geldt een grenswaarde van 10.000 mg/kg
- asbest: hiervoor geldt een grens van 0,1% (1.000 mg/kg)
- PCB's: hiervoor geldt een grens van 0,005% (50 mg/kg). Zie ook 2 Richtlijn 96/59/EG.
Grenzen voor grond of baggerspecie als gevaarlijk afval
Voor grond en voor baggerspecie gelden de volgende grenzen voor gevaarlijk afval:
- Grond of baggerspecie onder de interventiewaarde is nooit gevaarlijk afval. Let wel op de bijzondere situatie ten aanzien van benzeen, zie hieronder
- Grond of baggerspecie boven de interventiewaarde zal zelden gevaarlijk afval zijn. Let wel op de bijzondere situatie ten aanzien van benzeen en minerale olie.
Benzeen en olie
Er zijn 2 bijzondere situaties/knelpunten:
- benzeen vormt (in combinatie met minerale olie) een probleem. Dat is omdat de concentratie benzeen vrijwel nooit standaard wordt bepaald.
- stookolie: een aantal acceptanten (stortplaatsen) ziet de olieverbindingen >C25 graag als stookolie, want dan ligt de Euralgrens op 0,1% (= 1.000 mg/kg). In vrijwel alle gevallen zal toch aan te tonen zijn dat het niet gaat om stookolie, maar om de restverbindingen van verweerde olie.
Helpdesk afvalbeheer
Heeft u vragen over de Eural? Dan kunt u contact opnemen met de Helpdesk afvalbeheer.