Certificatie en accreditatie bodemkwaliteit
Een erkenning bodemkwaliteit voor het uitvoeren van een werkzaamheid is gebaseerd op een certificaat of een accreditatie die voor die werkzaamheid is verstrekt aan de persoon of instelling (de bodemintermediair) die deze heeft aangevraagd en gekregen. Op deze pagina staat het verschil tussen accreditatie en certificatie uitgelegd. In Bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 (Rbk 2022) staat of een werkzaamheid onder certificatie of accreditatie valt.
Accreditatie
Een accreditatie-instantie beoordeelt certificerende organisaties op deskundigheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. In Nederland doet de Raad voor Accreditatie (RVA) dat. De RVA accrediteert certificerende instellingen en geaccrediteerde instanties.
Als een bodemintermediair via een accreditatie een werkzaamheid onder erkenning wil uitvoeren, beoordeelt de RVA of de organisatie voldoet aan de vereisten uit het normdocument. Dit betreft meestal organisaties met laboratorium-, certificerings- en inspectiewerkzaamheden.
Certificatie
Om een certificaat af te mogen geven, moet de certificerende instelling geaccrediteerd zijn door de RvA en een erkenning hebben van Rijkswaterstaat. Bij sommige werkzaamheden kan een bedrijf kiezen tussen accreditatie of certificatie. Een voorbeeld hiervan is het uitvoeren van partijkeuringen dat kan plaatsvinden onder zowel certificatie (BRL 1000) als accreditatie (AS 1000).
Een certificerende instelling toetst of de bodemintermediair in staat is om te voldoen aan het normdocument. In het normdocument staat aan welke eisen de bodemintermediair moet voldoen. Als het kwaliteitssysteem van de organisatie voldoet en de bodemintermediair kan aantonen dat ze volgens het normdocument kunnen werken, krijgt de bodemintermediair een certificaat. Met dit certificaat kan de organisatie een erkenning aanvragen bij Rijkswaterstaat. Pas als die de erkenning heeft verleend aan de bodemintermediair:
- mag de bodemintermediair de werkzaamheid uitvoeren, of
- mag een producent grond, baggerspecie of bouwstoffen onder een erkende kwaliteitsverklaring leveren
Certificatieproces
Bodemintermediairs die momenteel nog niet zijn gecertificeerd, moeten alsnog een certificaat behalen. Rijkswaterstaat geeft geen certificaten af, maar een erkenning ná afronding van de certificatie. Alleen een certificerende instelling geeft certificaten af.
Het certificatietraject bestaat uit:
- initiële beoordeling
- periodieke beoordelingen
Initiële beoordeling: toets of het bedrijf kan voldoen
- De organisatie verwerkt eisen uit de betreffende beoordelingsrichtlijn (BRL) en normdocumenten in haar (nog op te stellen) kwaliteitshandboek, namelijk:
- vastleggen procedures
- vastleggen werkinstructies
- vastleggen verantwoordelijkheden en bevoegdheden
- De organisatie gaat werken volgens haar kwaliteitshandboek (implementatie BRL).
- De organisatie voert een interne audit en managementbeoordeling uit (interne beoordeling van het functioneren van het kwaliteitssysteem).
- De organisatie sluit een certificatieovereenkomst met een erkende certificerende instelling voor externe beoordeling van het kwaliteitssysteem.
- De certificerende instelling voert een audit uit, namelijk:
- beoordelen kwaliteitshandboek
- uitvoeren kantooraudit
- indien van toepassing: uitvoeren van inspecties tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden door de organisatie
- Als tijdens de beoordeling afwijkingen zijn vastgesteld, moet de bodemintermediair corrigerende maatregelen nemen en deze door de certificerende instelling laten beoordelen.
- De certificerende instelling geeft het certificaat af nadat bij de (her)beoordeling blijkt dat de organisatie voldoet aan de BRL.
Na het behalen van het certificaat kan de bodemintermediair erkenning aanvragen bij Rijkswaterstaat.
Periodieke beoordelingen: toets of het bedrijf werkt volgens het normdocument en eventueel bijstelling en treffen van corrigerende maatregelen
Na het behalen van het certificaat voert de certificerende instelling periodiek controles uit.
- De certificaathouder onderhoudt zijn kwaliteitssysteem. De certificerende instelling voert periodieke aangekondigde kantooraudits uit en indien van toepassing (on)aangekondigde veldinspecties:
- uitvoeren van interne beoordelingen van het kwaliteitssysteem
- aanpassen van werkwijze en/of kwaliteitshandboek bij veranderingen in de organisatie
- Als afwijkingen worden geconstateerd, moet de certificaathouder corrigerende maatregelen nemen en deze door de certificerende instelling laten beoordelen.
- Als de corrigerende maatregelen onvoldoende zijn, kan het certificaat tijdelijk worden geschorst of zelfs worden ingetrokken. De certificerende instelling meldt dit aan Rijkswaterstaat, omdat dit ook gevolgen heeft voor de erkenning.
- Bij wijzigingen in het certificaat geeft de certificerende instelling een nieuw certificaat af. Bijvoorbeeld bij een wijziging in de BRL, de werkzaamheden zoals vermeld op het certificaat of wijzigingen in de bedrijfsgegevens van de certificaathouder. De bodemintermediair moet een wijziging van zijn erkenning aanvragen bij Rijkswaterstaat.
Een aantal certificerende instellingen is momenteel geaccrediteerd voor 1 of meer van de werkzaamheden die onder Kwalibo vallen. De stappen die hierboven zijn beschreven, staan in de volgende figuur: