Definitie van een partij grond of baggerspecie
Bij het vrijkomen van grond of baggerspecie en het afgeven van een milieuverklaring bodemkwaliteit is het begrip 'partij' vaak belangrijk. De definitie van partij is opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit.
Definitie
Het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) hanteert in artikel 1, lid 3, de volgende definitie voor een partij grond of baggerspecie:
'een hoeveelheid grond, baggerspecie, mijnsteen of vermengde mijnsteen wordt als een partij aangemerkt als dat materiaal een vergelijkbare aard en samenstelling heeft en een eenheid vormt, die is ontstaan door:
- het ontgraven van een hoeveelheid van het materiaal, die van oorsprong in de bodem:
- fysiek aaneengesloten is, of
- gedeeltelijk onderbroken is en waarbij de onderlinge afstand tussen de niet aaneengesloten hoeveelheden niet meer dan 25 m bedraagt
- het ontgraven van een van oorsprong in de bodem niet fysiek aaneengesloten hoeveelheid van dat materiaal, die niet meer dan 25 m3 bedraagt
- het bewerken van het materiaal, of
- het samenvoegen of splitsen van partijen van het materiaal'
Ook het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) verwijst naar deze definitie van 'partij' grond of baggerspecie uit het Bbk. De definitie van 'partij' is gewijzigd ten opzichte van de definitie die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet in het Bbk stond. Naar aanleiding van de evaluatie van het Bbk is ervoor gekozen om de definitie aan te passen en te verduidelijken.
Bepalend voor milieuverklaring
De definitie van 'partij' is van belang omdat deze bepalend is voor het afgeven van een milieuverklaring bodemkwaliteit. De definitie is ook van belang om vast te stellen of er sprake is van 1 partij of van meerdere partijen. Voor het samenvoegen van partijen grond of baggerspecie zijn immers al regels.
Toelichting op de definitie
In de artikelsgewijze toelichting bij het Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet (25 februari 2021) staat de definitie van 'partij' voor grond of baggerspecie uitgebreid uitgelegd:
Bij een partij moet het steeds gaan om gelijke aard en samenstelling en speelt de herkomst een belangrijke rol. De basis van de onderbouwing van de definitie van 'partij' volgt uit het vooronderzoek (historisch onderzoek), dat onderdeel is van de milieuverklaring bodemkwaliteit. In combinatie met waarnemingen in het veld moet dat leiden tot uitlegbare en verantwoordbare keuzes. Het onderzoeksbureau dat de milieuverklaring bodemkwaliteit afgeeft, moet deze keuzes motiveren. Hieronder staat uitleg van de verschillende definitie-elementen.
Aard en samenstelling
'Aard en samenstelling' betreft de (gecombineerde) fysische en milieuhygiënische eigenschappen van het materiaal. Bij de fysische eigenschappen gaat het om de grondsoort (hoofdbestanddelen: zand, klei, veen) en de aanwezigheid van bijmengingen met bodemvreemd materiaal. Bij milieuhygiënische samenstelling gaat het om de kwaliteitsklasse waarin de partij naar verwachting wordt ingedeeld.
Bij de waterbodem is vaak sprake van een dynamischer systeem, waardoor onderzoeksgegevens soms een andere betekenis kennen. De verontreinigingen zijn op een klein schaalniveau heterogener verdeeld. Bijvoorbeeld door sedimentatie, resuspensie en hersedimentatie, al dan niet in combinatie met tussentijdse fluctuaties in de waterkwaliteit. Uit onderzoek volgt soms binnen eenzelfde waterpartij een sterk gemêleerd beeld op het grensvlak van de kwaliteitsklassen 'licht verontreinigd' en 'matig verontreinigd'. Het is dan vooral van belang de gemiddelde kwaliteit te kennen van de partij baggerspecie, zoals deze vrijkomt (en wordt toegepast).
'Een eenheid vormt'
Partij is de eenheid die wordt gehanteerd voor het keuren, verhandelen en toepassen van grond, baggerspecie, mijnsteen of vermengde mijnsteen. Doorgaans zal een partij ook onderzocht of gekeurd moeten worden, zodat een milieuverklaring bodemkwaliteit bij de partij kan worden afgegeven.
Herkomst ('die is ontstaan door')
De herkomst van een partij moet blijken uit het historisch vooronderzoek. Dat is onderdeel van de milieuverklaring bodemkwaliteit die bij de partij hoort.
De hoofdregel is: om van 1 partij te mogen spreken, moet deze ontgraving fysiek aaneengesloten zijn. Een uitzondering is als deze ontgraving fysiek onderbroken is over een korte afstand. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de ontgraving onderbroken wordt door een obstakel, zoals een weg, watergang of iets vergelijkbaars. Omdat het onderbroken zijn over een korte afstand in de praktijk onvoldoende handhaafbaar is, is ervoor gekozen om een duidelijke afstandsgrens van 25 meter te hanteren. Is sprake van grondverzet op meerdere plekken in een groter gebied? Of wordt het grondverzet onderbroken over meer dan 25 meter, bijvoorbeeld bij het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers in een gehele wijk, plaats of stad? Dan is geen sprake van 1 partij.
Enkele voorbeelden
- Is sprake van bermonderhoud bij meerdere (provinciale) wegen of trajecten? Dan is sprake van meerdere partijen.
- Bij het ontgraven van meerdere dammetjes in een polder is eveneens sprake van meerdere partijen.
- Het indelen van een partij kan niet op het schaalniveau van een bodembeheerzone uit een bodemkwaliteitskaart. Als een aaneengesloten ontgraving deels in de ene en deels in een andere bodembeheerzone ligt (bijvoorbeeld gemeentegrensoverschrijdend), kan de uitkomende grond wel als 1 partij worden gezien, als de aard en samenstelling (kwaliteitsklasse) gelijk is.
- Bij een waterbodem moet sprake zijn van een aaneengesloten gebied binnen dezelfde watergang. Als een watergang onderbroken wordt door een eenzijdige barrière zoals een sluis, dam of stuw, moet hiermee bij de partijindeling rekening worden gehouden. Wordt een watergang over een korte afstand onderbroken door een dam, maar staan de verschillende delen daarbij in contact met elkaar via een duiker? Dan kunnen de verschillende delen wel tot 1 partij behoren. Als sprake is van meerdere opdrachten en/of meerdere projecten, zal doorgaans geen sprake zijn van 1 partij.
- Is sprake is van een fysiek niet-aaneengesloten ontgraving uit de bodem over een grotere afstand dan 25 meter? Dan kan deze uitsluitend 1 partij vormen als de hoeveelheid niet meer is dan 25 m3.
- Een partij grond of baggerspecie kan ontstaan zijn uit een bewerkingsproces of het resultaat zijn van het samenvoegen van verschillende partijen. Een bewerkingsproces is een proces zoals grondreiniging of de productie van tarragrond, waarbij grond ontstaat met een vergelijkbare aard en samenstelling. Tarragrond die uit 1 proces vrijkomt en waarbij grond uit oogstrestanten wordt gezeefd, geldt ook als 1 partij. Wordt daarentegen tarragrond van meerdere productielocaties bij elkaar gebracht? Dan betreft het samenvoegen van meerdere partijen.
- Daarnaast is het toegestaan om grond die afkomstig is uit meerdere niet-aaneengesloten ontgravingen, als 1 partij te keuren. Tenminste, als dat samenvoegen overeenkomstig het Besluit activiteiten leefomgeving is uitgevoerd door een BRL 9335-erkende instelling.
In de definitie staat niets over het ex-situ voorkomen van een partij (na productie of na ontgraving). Het is vanzelfsprekend van belang dat een partij duidelijk herkenbaar is en dus een aaneengesloten depot betreft. Het kan echter voorkomen dat het materiaal om praktische of om logistieke redenen in 2 of meer depots is geplaatst. In hoeverre dit is toegestaan, is nader ingevuld in de betreffende normdocumenten over het keuren van ex-situ partijen.