Rekenregels toetsen analyseresultaten bodemonderzoek en milieuverklaringen bodemkwaliteit
De Regeling bodemkwaliteit 2022 (Rbk 2022) bevat rekenregels voor het toetsen van de gemeten concentraties aan de normwaarden, zoals voor somparameters, waarden beneden de rapportagegrens en een bodemtypecorrectie. Er zijn bijzondere toetsingsregels voor het indelen in bepaalde kwaliteitsklassen.
Verschillende rekenregels en correcties
Het laboratorium bepaalt de concentraties volgens de protocollen van AP04 of AS3000. Voor het uitvoeren van de toetsing aan de normwaarden moeten rekenregels en bodemtypecorrectie op deze concentraties worden toegepast. De volgende rekenregels zijn van toepassing::
- omgaan met somparameters (bijlage E van de Rbk 2022)
- regels in het geval van meetwaarden beneden de rapportagegrens (bijlage G, onderdeel I van de Rbk 2022)
- omrekenen van de door het laboratorium gerapporteerde concentraties naar concentraties in standaard bodem, ook wel aangeduid als de bodemtypecorrectie (bijlage G, onderdeel II van de Rbk 2022)
- controle op eventuele fouten tijdens de monsterneming, voorbehandeling of analyse van de partijkeuring, door het onderling vergelijken van de meetresultaten en toetsen aan de factor 2. Of in bijzondere situaties de factor 2,1 (artikel 5.8 en 5.22 Rbk 2022)
Bodem Toets- en Validatieservice (BoToVa)
De Bodem Toets en Validatieservice (BoToVa) is een instrument dat het toetsen aan bodemnormen uniformeert. Doel is de toetsing aan normen voor land- en waterbodem, grond en baggerspecie en bouwstoffen, uit het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bodemkwaliteit. Ook de toetsing van bodem en grondwater volgens de circulaire bodemsanering is onderdeel van BoToVa. Dit is omdat dit relevant blijft als overgangsrecht van toepassing is.
Herkeuringen bij partijkeuringen
De regelgeving, beoordelingsrichtlijnen en protocollen verbieden niet om een herkeuring bij een partijkeuring uit te voeren. Maar in de classificatie van de partij moeten wel alle beschikbare analyseresultaten per parameter betrokken worden. De toetsing moet plaatsvinden met de gemiddelde waarde. Dit volgt uit de regels voor het indelen van een partij in een kwaliteitsklasse uit de Rbk 2022, zie bijvoorbeeld lid 2 van artikel 5.11 voor partijkeuringen.
Uitzondering
Een uitzondering hierop kan zijn als 1 van beide onderzoeken minder nauwkeurig is of als er twijfels bestaan over een afwijkend meetresultaat. Dit moet goed worden beargumenteerd. Een voorbeeld kan zijn dat bij 1 van de keuringen sprake is van een matrixstoring of een meetfout.
2 partijkeuringen
Het kan ook voorkomen dat, bewust of onbewust, 2 partijkeuringen zijn uitgevoerd op dezelfde partij. Als beide partijkeuringen leiden tot een verschillend toetsingsresultaat, kunnen de meetresultaten worden gemiddeld. Als voorwaarde geldt wel dat het herkeuren moet plaatsvinden op exact dezelfde partij.
Asbest
Voor asbest geldt het volgende. In paragraaf 8.8 van de NEN 5707 staat dat bij verschillen tussen mengmonsters bij partijkeuringen, uitgegaan kan worden van het gemiddelde, op voorwaarde dat de resultaten binnen elkaars betrouwbaarheidsintervallen (onder- en bovengrens) vallen. Wanneer dit niet het geval is geldt het hoogste gehalte als maatgevend voor de gehele partij. Deze uitzondering staat ook in de Rbk 2022, bijvoorbeeld in het vierde lid van artikel 5.11 als sprake is van een partijkeuring.