Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
Informatiepunt Leefomgeving - Experts in Omgevingswet en leefomgeving
Zoeken in deze site

Let op: De informatie over regelgeving geldt na inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  1. Home 
  2. Thema's 
  3. Bodem 
  4. Regelgeving 
  5. Hergebruik bouwstoffen, grond of baggerspecie 
  6. Milieuverklaring bodemkwaliteit 
  7. Milieuverklaringen bodemkwaliteit voor grond, baggerspecie en (water)bodem 
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Thema's
  • Regelgeving
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact

Milieuverklaring op grond van een (water)bodemonderzoek

Het bodemonderzoek is een van de milieuverklaringen bodemkwaliteit om de milieuhygiënische kwaliteit van een partij grond of baggerspecie te bepalen. De Regeling bodemkwaliteit 2021 (Rbk 2021) stelt eisen aan de uitvoering en de afgifte van een milieuverklaring bodemkwaliteit.

Eisen aan (water)bodemonderzoek

De NEN 5720 (voor waterbodemonderzoek) en de NEN 5740 (voor bodemonderzoek) gelden als basis voor een milieuverklaring bodemkwaliteit. De eisen aan de milieuverklaring op grond van een (water)bodemonderzoek voor een toe te passen partij grond of baggerspecie (ontgravingslocatie) staan in paragraaf 5.2 van de Rbk 2021. De eisen aan de milieuverklaring op grond van een (water)bodemonderzoek voor het vaststellen van de kwaliteit van de ontvangende (water)bodem staan in paragraaf 7.1 van de Rbk 2021.

Waterbodemonderzoek volgens NEN 5720

Waterbodemonderzoek volgens NEN 5720 is toegestaan als basis voor de milieuverklaring bodemkwaliteit voor de kwaliteit van vrijkomende baggerspecie en de kwaliteit van de (ontvangende) bodem onder oppervlaktewater. Het moet voldoen aan het toepassingsgebied zoals dat in NEN 5720 staat. Voorafgaand aan dit onderzoek moet een actueel milieuhygiënisch vooronderzoek volgens NEN 5717 zijn uitgevoerd.

Bodemonderzoek volgens NEN 5740

Bodemonderzoek volgens NEN 5740 kan gebruikt worden als basis voor de milieuverklaring bodemkwaliteit. Hier zijn er 2 verschillende manieren om de NEN 5740 te gebruiken:

  • Bodemonderzoek als basis voor milieuverklaring bodemkwaliteit van de (ontvangende) bodem
  • Bodemonderzoek als basis voor milieuverklaring bodemkwaliteit van te ontgraven grond (partij).

Voorafgaand aan dit onderzoek moet er een milieuhygiënisch vooronderzoek volgens NEN 5725 zijn uitgevoerd.

Bodemonderzoek voor de kwaliteit van de ontvangende bodem

Bodemonderzoeken volgens NEN 5740 zijn toegestaan als basis voor de milieuverklaring bodemkwaliteit voor de kwaliteit van de bodem als 1 van de volgende onderzoeksstrategieën uit de NEN 5740 is gebruikt:

  1. onverdachte locatie
  2. grootschalig onverdachte locatie
  3. onbekende bodembelasting
  4. verdachte locatie, diffuse bodembelasting, heterogeen verdeelde verontreiniging op schaal van monsterneming
  5. toetsing of er sprake is van een schone bodem
  6. toetsing of er sprake is van een schone bodem op grootschalige locaties
  7. partijkeuring van vrijkomende niet-schone grond uit een diffuus belast gebied met een heterogene verdeling van de verontreinigende stof.

Bodemonderzoek voor de kwaliteit van een te ontgraven partij

Bodemonderzoeken volgens NEN 5740 zijn toegestaan als basis voor de milieuverklaring bodemkwaliteit voor de kwaliteit van de te ontgraven grond als 1 van de volgende onderzoeksstrategieën uit de NEN 5740 is gebruikt:

  1. toetsing of er sprake is van een schone bodem
  2. toetsing of er sprake is van een schone bodem op grootschalige locaties, of
  3. partijkeuring van niet-schone grond uit een diffuus belast gebied met een heterogene verdeling van de verontreinigende stof

Deze onderzoeksstrategieën bestaan feitelijk uit het in-situ uitvoeren van een partijkeuring.

Stappen om te komen tot een milieuverklaring bodemkwaliteit

De verschillende stappen om te komen tot een milieuverklaring bodemkwaliteit op grond van een bodemonderzoek staan in de volgende tabel.

Verklaring op grond van een bodemonderzoek voor toe te passen partij grond of baggerspecie of ontvangende (water)bodem
Procedurestap Door wie? Bijzonderheden
Vooronderzoek m.b.t. een bodemlocatie (te ontgraven partij of ontvangende (water)bodem) Door of in opdracht van de producent die grond of baggerspecie wil leveren die uit de bodemlocatie wordt ontgraven

Vooronderzoek volgens NEN 5725 (landbodem) of NEN 5717 (baggerspecie) in de vorm van een rapport.

Onderzocht wordt op de locatie:

  1. welke activiteiten en ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en welke verontreinigende stoffen en andere relevante parameters kunnen worden verwacht
  2. welke partijen eventueel moeten worden onderscheiden
  3. welke onderzoeksstrategie in het (water)bodemonderzoek moet worden gevolgd

Het vooronderzoek is gericht op aanwezigheid van:

  • stoffen in bijlage B en die deel uitmaken van het standaardonderzoekspakket
  • stoffen in bijlage B van de Rbk 2021, in een concentratie die naar verwachting de kwaliteitseis van de kwaliteitsklasse 'landbouw/natuur'/'niet verontreinigd', overschrijdt. Dit is als de stoffen geen deel uitmaken van het standaardonderzoekspakket
  • andere verontreinigende stoffen dan in bijlage B van de Rbk 2021 vermeld of andere relevante parameters
  • bodemvreemd materiaal.

Het vooronderzoek wordt verricht volgens:

  • landbodem: NEN 5725 of
  • waterbodem: NEN 5717

De resultaten van het vooronderzoek staan in een rapport.

Verspreiden van baggerspecie:

Een vooronderzoek kan ook worden verricht voor een partij baggerspecie die:

  • afkomstig is uit de territoriale zee voor suppleties van baggerspecie
  • voor verspreiding op gronden die liggen aan of in een oppervlaktewaterlichaam voor zover dat in beheer is bij een waterschap.

Als bij deze 2 situaties sprake is van een onverdachte situatie, is een vooronderzoek voldoende en is waterbodemonderzoek niet nodig. Zie artikel 5.20, vierde lid van de Rbk 2021.

Bodemonderzoek op een bodemlocatie (te ontgraven partij of ontvangende (water)bodem) en rapportage In opdracht van de producent die grond of baggerspecie wil leveren die uit de bodemlocatie wordt ontgraven

Voor een te ontgraven partij grond

Bodemonderzoek voor de landbodem  kan alleen als milieuverklaring bodemkwaliteit dienen voor een te ontgraven partij als een van de volgende strategieën uit NEN 5740 is gebruikt:

  1. toetsing of er sprake is van een schone bodem
  2. toetsing of er sprake is van een schone bodem op grootschalige locaties
  3. partijkeuring van niet-schone grond uit een diffuus belast gebied met een heterogene verdeling van de verontreinigende stof.

De partijgrootte is maximaal 10.000 ton, uitgezonderd als sprake is van een schone bodem op grootschalige locaties. Dan kan de partijgrootte groter zijn. Voor het bepalen van de concentratie asbest bepaald volgens NEN 5707 is de partijgrootte maximaal 2.000 ton. Monsterneming vindt plaats volgens de BRL 1000 of AS 1000 en protocol 1001. Laboratoriumonderzoek vindt plaats volgens AP 04 of, als hiervoor in AP 04 geen methode staat, de best beschikbare technieken.

Voor een te ontgraven partij baggerspecie en voor de ontvangende waterbodem:

Bodemonderzoek naar waterbodem  wordt verricht volgens NEN 5720. Monsterneming vindt plaats volgens de BRL 2000 of AS 2000 en het onderliggende protocol 2003. Laboratoriumonderzoek vindt plaats volgens AS 3000 of, als hiervoor in AS 3000geen methode staat, de best beschikbare technieken.

Voor de ontvangende bodem:

Bodemonderzoek naar de landbodem kan alleen als basis voor een milieuverklaring bodemkwaliteit dienen voor de betreffende bodemlocatie als een van de volgende strategieën uit NEN 5740 is gebruikt:

  1. onverdachte locatie
  2. grootschalig onverdachte locatie
  3. onbekende bodembelasting
  4. verdachte locatie, diffuse bodembelasting, heterogeen verdeelde verontreiniging op schaal van monsterneming
  5. toetsing of er sprake is van een schone bodem
  6. toetsing of er sprake is van een schone bodem op grootschalige locaties
  7. partijkeuring van niet-schone grond uit een diffuus belast gebied met een heterogene verdeling van de verontreinigende stof.

Monsterneming vindt plaats volgens de BRL 2000 of AS 2000 en onderliggende protocollen 2001 en/of 2018. Laboratoriumonderzoek vindt plaats volgens AS 3000 of, als hiervoor in AS 3000 geen methode staat, de best beschikbare technieken.

Afgeven milieuverklaring bodemkwaliteit en inhoud van de milieuverklaring bodemkwaliteit In opdracht van de producent die grond of baggerspecie wil leveren die uit de bodemlocatie wordt ontgraven Met de milieuverklaring wordt de koppeling gelegd tussen de rapportage van het bodemonderzoek en de partij.
De verklaring bevat de volgende informatie:

Inhoud van de milieuverklaring bodemkwaliteit voor een te ontgraven partij:

  • een in het oog springende vermelding dat de verklaring betrekking heeft op een partij grond of baggerspecie
  • naam en het adres van degene die het bodemonderzoek heeft verricht
  • naam en het adres van degene die de verklaring heeft afgegeven
  • nauwkeurige aanduiding of omschrijving van de onderzochte bodemlocatie, waaronder het adres en de coördinaten en beschrijving van de belangrijkste kenmerken
  • uniek nummer van het rapport van het vooronderzoek
  • uniek nummer van het rapport van het bodemonderzoek
  • informatie uit het bodemonderzoek:
    • nauwkeurige omschrijving van het type grond of baggerspecie
    • grootte van de partij in tonnen
    • kwaliteitsklassen waarin de partij is ingedeeld. Zowel voor het toepassen op of in de landbodem als voor toepassen in een oppervlaktewaterlichaam
    • vermelding van de specifieke kwaliteit van de partij, wanneer daarnaar onderzoek heeft plaatsgevonden en de partij aan de kwaliteitseisen voldoet
    • vermelding van de concentraties of emissies van andere verontreinigende stoffen dan in bijlage B vermeld. Of de gehalten of waarden van andere relevante parameters, en
    • vermelding van de aard en hoeveelheid bodemvreemd materiaal
  • uniek nummer van de verklaring, en
  • ondertekening door de natuurlijke persoon die de verklaring heeft afgegeven of door een natuurlijke persoon die is geautoriseerd door degene die de verklaring heeft afgegeven

Inhoud van de milieuverklaring bodemkwaliteit voor de ontvangende bodem:

  • een in het oog springende vermelding dat de verklaring betrekking heeft op de ontvangende bodem van de aangeduide bodemlocatie
  • naam en het adres van degene die het bodemonderzoek heeft verricht
  • naam en het adres van degene die de verklaring heeft afgegeven
  • nauwkeurige aanduiding of omschrijving van de bodemlocatie waarop de verklaring betrekking heeft, waaronder adres, coördinaten, beschrijving belangrijkste kenmerken
  • uniek nummer van het rapport van het vooronderzoek
  • uniek nummer van het rapport van het bodemonderzoek
  • informatie uit het rapport van het bodemonderzoek:
    • kwaliteitsklasse waarin de bodemlocatie is ingedeeld
    • als indeling in kwaliteitsklasse 'industrie' is op grond van bijlage G deel I: een vermelding van die omstandigheid
  • uniek nummer van de verklaring
  • ondertekening door de natuurlijke persoon die de verklaring heeft afgegeven of door een natuurlijke persoon die is geautoriseerd door degene die de verklaring heeft afgegeven
Afleveren van de partij die uit de bodemlocatie is ontgraven met verklaring op grond van een bodemonderzoek Door producent
  • Eenmalig gebruik van de verklaring
  • Alleen na splitsen van partijen van een partij is ook een afleverbon vereist

Splitsen van een partij

Het is onder voorwaarden toegestaan om een partij grond of baggerspecie met een milieuverklaring bodemkwaliteit op grond van een bodemonderzoek te splitsen.



Delen

  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Hebt u een vraag over de Omgevingswet, het digitale stelsel of over een van de leefomgevingthema’s? Gebruik dan onderstaand formulier, het Informatiepunt Leefomgeving beantwoordt uw vraag.

Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur.

Alle informatie om te werken met de Omgevingswet

Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) bundelt informatie over bodem, bouwen, water, milieu en de Omgevingswet. IPLO ondersteunt overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven bij het werken met de Omgevingswet en het digitaal stelsel in de praktijk. IPLO is onderdeel van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet waarin gemeentes, provincies, waterschappen en het Rijk samenwerken.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Leefomgeving
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact
  • Archief

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
IPO - Interprovinciaal overleg