Staalslakken – Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht
Onze helpdesk krijgt regelmatig vragen over staalslakken. Hieronder staan veelgestelde vragen met antwoorden over de Tijdelijke regeling verbod op het toepassen van staalslakken (per 23 juli 2025). Er zijn ook veelgestelde vragen over staalslakken in de categorie 'Algemeen en praktijkvragen'.
Er zijn in toenemende mate maatschappelijke zorgen over de veiligheid van toepassingen met staalslak. Dit blijkt ook uit berichtgeving in media.
Er zijn ook meerdere onderzoeken en (signaal)rapportages gepubliceerd over de toepassing van staalslakken, onder andere vanwege deze maatschappelijke zorgen.
Op basis van deze onderzoeken en rapportages blijkt dat er bij het toepassen van staalslakken risico’s kunnen ontstaan voor de gezondheid van de mens en het milieu, waaronder de bodem. Deze risico's ontstaan in ieder geval bij toepassingen van niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin LD- of ELO-staalslakken:
- in een laagdikte van meer dan 0,5 m, of
- op een locatie waar inname of inhalatie hiervan of oog-, mond- of huidcontact niet is uitgesloten (open toepassing)
Voor deze toepassingen is daarom een verbod ingesteld.
Voor overige toepassingen op de landbodem van niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin staalslakken kan niet met zekerheid worden gesteld dat er niet ook risico's voor mens en milieu kunnen ontstaan. Daarom doet de Rijksoverheid hier onderzoek naar. Vanuit voorzorg is er daarom voor deze toepassingen een vergunningplicht ingesteld.
De risico's voor mens en milieu ontstaan of kunnen ontstaan doordat er bij de toepassing van staalslakken in de praktijk soms onvoldoende rekening wordt gehouden met de eigenschappen van het materiaal. Daarmee is onvoldoende gegarandeerd dat op de juiste wijze invulling wordt gegeven aan de zorgplicht en ook andere van toepassing zijnde normen. Deze risico’s voor mens en milieu zijn dusdanig groot, dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft besloten om een tijdelijk verbod en vergunningplicht in te stellen voor toepassingen op de landbodem. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan een wijziging van regelgeving. Dit kost tijd. Om deze reden is er de Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht LD- en ELO-staalslak ingesteld.
In de Kamerbrief over tijdelijke stop bepaalde toepassingen staalslakken is dit verder toegelicht.
De tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak is in werking getreden op 23 juli 2025. Dit is de dag na de publicatie van de regeling in de Staatscourant. Er geldt geen overgangsrecht. Het tijdelijk verbod en de tijdelijke vergunningplicht gelden ook voor toepassingen die al in uitvoering zijn.
Het tijdelijk verbod geldt voor toepassingen op of in de landbodem van niet- vormgegeven bouwstoffen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) met meer dan 20 massaprocent LD-staalslak of ELO-staalslak als deze worden toegepast:
- in een laagdikte van meer dan 0,5 m, of
- op een locatie waar inname of inhalatie hiervan of oog-, mond- of huidcontact niet is uitgesloten (open toepassing)
Daarnaast geldt er een tijdelijke vergunningplicht voor overige toepassingen op of in de landbodem van niet-vormgegeven bouwstoffen met meer dan 20 massaprocent LD-staalslak of ELO-staalslak.
Er kan, door de Inspectie Leefomgeving en Transport, in uitzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend van het verbod of de vergunningplicht. Bij de aanvraag van een ontheffing is een zienswijze van het bevoegd gezag nodig. Het bevoegd gezag zal vaak de gemeente zijn.
Dit tijdelijk verbod en deze tijdelijke vergunningplicht gelden niet voor toepassingen in het oppervlaktewater.
Er geldt geen algemeen verbod. Het verbod uit de Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak geldt voor toepassingen op of in de landbodem met niet-vormgegeven bouwstoffen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) met daarin meer dan 20% LD- of ELO-staalslakken als deze worden toegepast:
- in een laagdikte van meer dan 0,5 m, of
- op een locatie waar inname of inhalatie hiervan of oog-, mond- of huidcontact niet is uitgesloten (open toepassing)
Daarnaast geldt er een vergunningplicht voor overige toepassingen op de landbodem met niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin meer dan 20% LD- of ELO-staalslakken.
De Tijdelijke regeling ziet niet op:
- toepassingen van niet-vormgegeven bouwstoffen in het oppervlaktewaterlichaam, of
- toepassingen van vormgegeven bouwstoffen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) met LD- en ELO-staalslak
De tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak geldt voor maximaal 12 maanden en kent de mogelijkheid van verlenging met maximaal 6 maanden. De Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak geldt daarmee vooralsnog tot 23 juli 2026.
Ja, het tijdelijk uit een werk uitnemen en weer (in dat werk op of nabij dezelfde) terugplaatsen (zoals genoemd in het tweede lid, onderdeel d van artikel 4.1259 van het Bal) kan worden beschouwd als een nieuwe toepassing. Want deze situatie is niet uitgezonderd in het toepassingsbereik van de activiteit toepassen van bouwstoffen in art 3.48 m en artikel 4.1257 van het Bal.
Omdat dit dus wel als een nieuwe toepassing van staalslakken wordt beschouwd, is de Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak dus ook van toepassing. Hiervoor kan een initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen. En ook is het in de toelichting van de tijdelijke regeling als voorbeeld genoemd van een situatie die in aanmerking kan komen voor een ontheffing.
Het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het toepassen van staalslakken kan vooralsnog niet via het Omgevingsloket. U kunt contact opnemen met het bevoegd gezag over de wijze waarop u een aanvraag kunt doen.
In de tijdelijke regeling zijn geen specifiek aanvraagvereisten opgenomen voor de vergunning. Wel gelden enkele algemene eisen, namelijk:
- de algemene aanvraagvereisten uit paragraaf 7.2 van de Omgevingsregeling (zie met name artikel 7.3 van de Omgevingsregeling)
- de eisen aan een aanvraag uit afdeling 4.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (zie met name artikel 4:2 van de Awb)
Zie ook de uitleg op de webpagina Gegevens bij aanvraag omgevingsvergunning.
Daarnaast zal het bevoegd gezag ook gegevens willen ontvangen die specifiek over het toepassen van staalslakken. Wij adviseren de initiatiefnemer om vooraf met het bevoegd gezag af te stemmen over de noodzakelijke aanvraagvereisten.
Er geldt een tijdelijk verbod of een tijdelijke vergunningplicht voor het toepassen op of in de landbodem van niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin meer dan 20% LD- of ELO-staalslak. Het is mogelijk om bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat een ontheffing aan te vragen voor dit tijdelijke verbod of deze tijdelijke vergunningplicht.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) beoordeelt namens de minister de aanvraag van een ontheffing. Bij de aanvraag van een ontheffing moet een zienswijze van het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) ingediend worden. In veel gevallen zal de gemeente het bevoegd gezag zijn. Deze zienswijze is belangrijk, omdat het lokale bevoegd gezag het beste de lokale situatie kan beoordelen. Als het bevoegd gezag zelf aanvrager is van de ontheffing, dan is een zienswijze logischerwijs niet nodig.
Een ontheffing verleent de ILT alleen in uitzonderlijke gevallen en alleen bij hoge uitzondering. Bij de beoordeling staat de bescherming van de bodem, de gezondheid van de mens en het milieu voorop. Meer informatie over het aanvragen van een ontheffing, vindt u op de website van de ILT.
De Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak (hierna: tijdelijke regeling) is aanvullend op de regels uit de Omgevingswet, het Bal en eventuele decentrale regels. De tijdelijke regeling is niet alleen op de Omgevingswet (art. 23.6a) maar ook op de Wet milieubeheer (art 9.2.2.6) gebaseerd. Afwijken met maatwerk van de tijdelijke regeling op grond van de Wet milieubeheer is niet mogelijk.
Voor toepassingen die niet onder de tijdelijke regeling vallen (bijvoorbeeld toepassingen in oppervlaktewater) is/blijft maatwerk wel mogelijk.
Voor al bestaande decentrale regels over het toepassen van staalslakken geldt dat deze mogelijk minder relevant zullen zijn (gezien het verbod en vergunningplicht), maar mogelijk en mits goed gemotiveerd nog wel aanvullend kunnen werken (bijvoorbeeld voor toepassingen met staalslakken die buiten het verbod en de vergunningplicht gelden). Bij twijfel over de betekenis van een decentrale regel kan een initiatiefnemer contact opnemen met het bevoegd gezag.
Niet-vormgegeven bouwstof
Een niet-vormgegeven bouwstof is een bouwstof waarvan de kleinste eenheid een volume heeft van minder dan 50 cm3 of bouwstoffen die onder normale omstandigheden niet duurzaam vormvast zijn. Voorbeelden zijn assen en granulaten.
Meer informatie: Inhoudelijke regels toepassen bouwstoffen en Handelingen met bouwstoffen.
Vormgegeven bouwstof
Een vormgegeven bouwstof is een bouwstof met een volume per kleinste eenheid van ten minste 50 cm3, die onder normale omstandigheden een duurzame vormvastheid heeft. Dit staat in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit. Voorbeelden zijn asfalt, natuursteen of beton.
Meer informatie: Inhoudelijke regels toepassen bouwstoffen en Handelingen met bouwstoffen.
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.