Bodemenergie: dit is veranderd
De Omgevingswet heeft op sommige punten de regels voor open en gesloten bodemenergiesystemen veranderd. Er er zijn meer algemene regels. De bevoegdheidsverdeling is gelijk gebleven.
Aanleg en gebruik van bodemenergiesystemen is een milieubelastende activiteit
De Omgevingswet laat het begrip inrichting uit de Wet milieubeheer los. Daarvoor in de plaats zijn algemene regels voor milieubelastende activiteiten gekomen. De aanleg en het gebruik van zowel open als gesloten bodemenergiesystemen is onder de Omgevingswet een aangewezen milieubelastende activiteit.
Onder de Omgevingswet gelden algemene rijksregels voor open en gesloten systemen.
Ook de lozingen die horen bij de aanleg en het gebruik van bodemenergiesystemen, zijn onderdeel van deze milieubelastende activiteit (artikel 2.3 Bal).
Open bodemenergiesystemen
Onder de Omgevingswet is de aanleg en het gebruik van open bodemenergiesystemen een milieubelastende activiteit. Het onttrekken van grondwater wordt gezien als een onderdeel van de milieubelastende activiteit.
Voor de aanleg en het gebruik van open bodemenergiesystemen is een omgevingsvergunning van de provincie nodig. Naast die vergunning gelden er algemene regels. Dit betekent dat de instructievoorschriften voor open systemen niet meer in de vergunning staan, maar in algemene rijksregels.
Open bodemenergiesystemen die zijn aangelegd na 1 juli 2013, beschikken over een zogeheten watervergunning op grond van de Waterwet. Afdeling 4.1 van de Invoeringswet regelt dat deze watervergunningen onder de Omgevingswet worden omgezet naar een omgevingsvergunning. Voor deze omgevingsvergunning gelden de algemene regels van de milieubelastende activiteit open bodemenergiesystemen (paragraaf 4.112).
Open bodemenergiesystemen zijn vrijgesteld van de grondwateronttrekkingsheffing. Dit volgt uit artikel 8.3 van het Omgevingsbesluit.
Gesloten bodemenergiesystemen
Onder de Omgevingswet zijn de algemene regels voor gesloten systemen niet meer uitputtend bedoeld. Dit betekent dat de gemeente aanvullende of afwijkende regels kan stellen via maatwerk. Zo kan de gemeenten aanvullende regels stellen over het gebruik van bepaalde vloeistoffen in de systemen binnen grondwaterbeschermingsgebieden.
Interferentiegebieden in het omgevingsplan
De grondslag om interferentiegebieden aan te wijzen is verdwenen. Daarvoor in de plaats is het omgevingsplan gekomen. De gemeente kan met het omgevingsplan gebieden aanwijzen waarbinnen regels voor bodemenergie gelden. De gemeente kan in het omgevingsplan een gebied ook driedimensionaal aanwijzen.
Gemeenten wijzen interferentiegebieden tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen datum aan in een plaatselijke verordening. Overgangsrecht regelt dat deze verordeningen blijven gelden totdat de regels in die verordening zijn omgezet naar het nieuwe stelsel. Het omzetten van die regels kan tot uiterlijk eind 2031 (artikel 8.2.11 Invoeringsbesluit).
De Omgevingswet gaat uit van het beginsel decentraal, tenzij Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit betekent dat de gemeente of het waterschap als eerste aan zet is. De provincie mag alleen de onderwerpen regelen die van provinciaal belang zijn.
Vergunningplicht grote gesloten systemen vervalt
Het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen (WBBE) maakte onderscheid tussen grote gesloten systemen (met een bodemzijdig vermogen van > 70 Kw) en kleine gesloten systemen (< 70 Kw). Voor grote systemen gold een OBM-toets (Omgevingsvergunning beperkte milieutoets). Deze vorm is onder de Omgevingswet niet teruggekomen. Onder de Omgevingswet moet de gemeente zelf bepalen wanneer en waar er een vergunningplicht nodig is. De gemeente moet de vergunningplicht zelf regelen in het omgevingsplan. Tot die tijd gelden de regels vanuit de bruidsschat. De bruidsschat regelt voor deze vergunning ook de aanvraagvereisten Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en de beoordelingsregels. Dit staat in paragraaf 22.3.26, artikel 22.260 van het Invoeringsbesluit (omgevingsvergunning installeren gesloten bodemenergiesysteem).
Wijziging bevoegd gezag bij meervoudige aanvraag
De aanleg en het gebruik van bodemenergiesystemen is een bedrijfstakoverstijgende activiteit. Het kan dus voorkomen dat de initiatiefnemer een meervoudige aanvraag doet.
Bij een enkelvoudige aanvraag voor een open bodemenergiesysteem is de provincie het bevoegd gezag. Dit staat in artikel 2.5 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Bij een meervoudige aanvraag kan er maar 1 bevoegd gezag zijn. Soms gaat dan de bevoegdheid van de gemeente voor. De provincie heeft wel adviesrecht voor de milieubelastende activiteit (artikel 4.25, 1e lid, Omgevingsbesluit).
Zie voor een aantal voorbeelden: Casus bepalen bevoegd gezag.
Overgangsrecht
De bestaande watervergunning voor open systemen wordt omgezet naar de nieuwe vergunning voor een milieubelastende activiteit. De algemene rijksregels gelden dan naast die vergunning. Het overgangsrecht voor vergunningen en vergunningvoorschriften is geregeld in afdeling 4.1 van het Invoeringsbesluit en paragraaf 4.2.4 van de Invoeringswet.
Het bestaande specifieke overgangsrecht voor systemen die zijn aangelegd voor 1 juli 2013 zet de Omgevingswet door (zie artikel 4.1147a en artikel 4.1157a Bal).
Decentraal, tenzij
Decentraal, tenzij betekent dat het laagste niveau de meeste taken en bevoegdheden rond de fysieke leefomgeving krijgt. De gemeenten staan aan de basis voor de algemene zorg voor de fysieke leefomgeving. De waterschappen hebben de functionele zorg voor het waterbeheer.
Lees meer over het begrip decentraal, tenzij.
Aanvraagvereisten
Aanvraagvereisten zijn gegevens die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten zitten. Het bevoegd gezag toetst deze gegevens bij het beoordelen van de aanvraag. Voor het beoordelen van de aanvraag gelden beoordelingsregels.