Voorbereiding bodem in het omgevingsplan
Het opstellen van een omgevingsplan is voor gemeenten een grote opgave. In het omgevingsplan komen namelijk alle regels op gemeentelijk niveau voor de fysieke leefomgeving terecht. Zo ook de regels over de bodem. Ter ondersteuning van de gemeente zijn er meerdere instrumenten ontwikkeld.
Instrumenten voor gemeenten
Op deze pagina worden de Wegwijzer bodem in de Omgevingswet, het programma Bodembeheer van de Toekomst en de online tool van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) nader toegelicht.
Nieuwe regels in het omgevingsplan
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgt een gemeente automatisch een omgevingsplan. Dit heet het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Het tijdelijk deel van het omgevingsplan is het startpunt van het omgevingsplan bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dan start de transitiefase waarbij gemeenten tot uiterlijk 31 december 2031 regels kunnen toewerken naar een omgevingsplan in de stijl van de Omgevingswet. Stapsgewijs kunnen zij daarbij de regels uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan omzetten naar regels in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Ook regels uit het huidige (bodem)beleid kunnen in het omgevingsplan komen.
Als (bodem)ambtenaar van de gemeente is het dus van belang om voor inwerkingtreding zicht te hebben op welke bodemregels er in het tijdelijk deel van het omgevingsplan terecht komen. En welke opgaven er liggen om te werken aan het nieuwe deel van het omgevingsplan. Het is belangrijk om tijdig de prioriteiten op een rij te hebben.
Stappenplan uit Wegwijzer bodem in de Omgevingswet
Rijkswaterstaat heeft een wegwijzer ontwikkeld om gemeenten en omgevingsdiensten te ondersteunen bij de voorbereiding van het thema bodem. Onderdeel van deze wegwijzer is ook een stappenplan voor bodem in het omgevingsplan:
1. Check binnen de organisatie wat de huidige stand van zaken over het opstellen van een omgevingsvisie en een omgevingsplan en wat de planning is. Leg contacten met de collega(‘s) die betrokken zijn bij het opstellen van het omgevingsplan. Leg ook contacten met andere organisaties zoals buurgemeenten, omgevingsdienst, provincie of waterschap.
2. Controleer wat er over bodem, ondergrond en grondwater in de omgevingsvisie staat.
3. Bestudeer de instructieregels van het Rijk uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en de bijbehorende bruidsschatbepalingen. De instructieregels geven aan wat de gemeente moet regelen en welke afwegingsruimte er is.
4. Ga na of de provincie in de omgevingsverordening instructieregels stelt.
5. Ga na welke algemene regels gelden op het gebied van bodem. Ga hierbij na of er maatwerkregels nodig zijn als de algemene regels voor de gemeente of een deel van de gemeenten niet voldoende zijn
6. Ga na welke bruidsschatbepalingen opgenomen zijn voor onderwerpen waar het Rijk zo meteen geen regels meer voor stelt.
7. Bekijk welk bestaand lokaal of regionaal beleid onder overgangsrecht valt. Stel ook vast welk lokaal of regionaal beleid niet onder overgangsrecht valt en waarvoor mogelijk regels in het omgevingsplan moeten komen. Bekijk hiervoor in ieder geval de volgende beleidsdocumenten en verordeningen en bepaal welke onderdelen automatisch onderdeel worden van het tijdelijk deel van het omgevingsplan:
o Verordening aanwijzing interferentiegebied
o (Regionaal) bodemsaneringsbeleid
o Nota Bodembeheer
o Bouwverordening
8. Bepaal of het omgevingsplan aangepast moet worden en wat dan prioriteit heeft. Als een regel aangepast wordt, dan wordt deze onderdeel van het nieuwe omgevingsplan. De regel moet dan ook voldoen aan de voorwaarden voor het omgevingsplan. Het is ook mogelijk om het omgevingsplan aan te passen voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. De wijziging gaat dan 4 weken na inwerkingtreding van de Omgevingswet in.
Bodembeheer van de Toekomst: voorbeeldregels voor het omgevingsplan
Het programma Bodembeheer van de toekomst is een initiatief van de werkgroep Bodem van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het programma helpt gemeenten bij regels over grond, bodem, grondwater en ondergrond in het omgevingsplan. Dit gebeurt met producten en hulpmiddelen (zoals de staalkaart met voorbeeldregels, juridische frames en informatiebladen). Maar ook door kennisoverdracht via webinars. Het is mogelijk de webinars terug te kijken. Deze staan op de pagina's van de thematische bouwstenen (zie hieronder).
Thematische bouwstenen
Het programma bestaat uit verschillende thematische bouwstenen:
- Aanvullingsspoor (gericht op de regels uit het Aanvullingsbesluit: Bal, Bkl en bruidsschat)
- Bodemenergie (bodemenergiesystemen en opslag van warmte en koude in de ondergrond)
- Grondwater (inhoudelijke uitleg en procesmatige tips)
- Toepasbare regels (omzetting van juridische regels naar toepasbare regels in het DSO)
- Voedselbossen (faciliteren en stimuleren in het omgevingsplan)
- Klimaatadaptatie
- Omgang met voormalige stortplaatsen
- Zeer Zorgwekkende Stoffen
- Evenwichtige toedeling ondergrondse functies
- Vitale bodem
Staalkaart met voorbeeldregels
Het programma levert een aantal ondersteuningsproducten, waaronder een zogenaamde Staalkaart bodembeheer met voorbeeldregels voor in het omgevingsplan. De staalkaart bestaat uit een algemene module en modules per activiteit of onderwerp. In de staalkaart staan voorbeeldregels bestaande uit een of meerdere varianten. Naast een generieke variant die veelal gebaseerd is op de bruidsschat, bevat de staalkaart twee alternatieve varianten. Naast voorbeeldregels bevat de staalkaart ook een toelichting per artikel.
Juridische frames en aantekeningblad
Een ander type product is het juridische frame. De juridische frames laten per onderwerp het volgende zien:
- de algemene regels van het Rijk in het Bal
- de instructieregels van het Rijk in het Bkl
- de mogelijke instructieregels van de provincie in de omgevingsverordening
- de bruidsschatregels
De juridische frames laten daarmee de context tussen deze regels zien, maar ook de afwegingsruimte. Zo ziet een gemeente voor bepaalde bruidsschatregels welke (on)mogelijkheden er zijn om regels te schrappen of aan te passen. Die juridische frames vindt u op de pagina's van de verschillende bouwstenen van het programma Bodembeheer van de Toekomst. Vooral binnen de bouwsteen Aanvullingsspoor zijn veel juridische frames ontwikkeld.
Voor gemeenten die aan de slag willen met de voorbereiding op het omgevingsplan is ook een aantekeningenblad beschikbaar. Dit is een werkdocument waarin u per milieubelastende activiteit kunt aangeven of er in het omgevingsplan een decentrale aanpassing op de rijks- of bruidsschatregels nodig is.
Online tool 'Ontwerpvragen omgevingsplan'
Om te komen tot nieuwe regels in het omgevingsplan heeft de VNG een ontwerptool ontwikkeld. De online tool 'Ontwerpvragen omgevingsplan' geeft - op basis van keuzes die de gemeente maakt – aan welke type regels de gemeente moet of kan opnemen in het omgevingsplan. Deze tool is bedoeld voor het gehele omgevingsplan en is niet specifiek ontworpen voor het onderwerp bodem. Grofweg bestaat deze tool uit drie stappen, te weten:
- Wat wil ik regelen? In dit onderdeel krijgt de gebruiker vragen om te bepalen welke ambities er zijn en waarvoor de gemeente regels wilt stellen. Zo gaan de vragen over:
- kaders en doelen in de omgevingsvisie of in programma's
- welke doelen voor de fysieke leefomgeving de gemeente met het omgevingsplan wil bereiken.
- welke regels de gemeente wil stellen voor thema’s en activiteiten
- overweging tot vaststellen omgevingswaarde
- Wat kan en moet ik regelen in het omgevingsplan? Hier gaan de vragen vooral over de kaders waar de gemeente rekening mee moet houden. De vragen gaan over:
- Is het een onderwerp dat door de Omgevingswet wordt geregeld? Betreft het dus de fysieke leefomgeving?
- De regels vanuit het Rijk of provincie over het onderwerp. Gelden er bijvoorbeeld instructieregels, regels voor activiteiten of omgevingswaarden?
- Zijn er lokale verordeningen die opgaan in het omgevingsplan?
- Zijn er bruidsschatregels?
- Hoe wil ik het regelen? Dit gaat over hoe de gemeente de antwoorden van stap 1 en 2 goed kan regelen. Er zijn binnen het omgevingsplan namelijk verschillende opties. Zo kan er bijvoorbeeld een gedoogplicht gelden, een vergunningplicht, een verbod of algemene regel. Per onderwerp is een afweging nodig wat de juiste aanpak is.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.