Gebruiksfunctie: logiesfunctie
Bij een logiesfunctie gaat het om het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen. Onder de logiesfunctie vallen bijvoorbeeld vakantiehuisjes, recreatiewoningen, hotels, motels en pensions.
Logiesfunctie, logiesverblijf en logiesgebouw
Logiesfunctie
Een logiesfunctie is een gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen (bijlage I onder B van het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl)). Die personen hebben ergens anders hun hoofdverblijf. Denk bij een logiesfunctie bijvoorbeeld aan een zomerhuisje, recreatiewoning, hotel, motel of pension.
Logiesverblijf
Een logiesverblijf is een gedeelte van een logiesfunctie voor een enkel persoon of een groep personen (bijlage I onder B van het Bbl). Bijvoorbeeld een kamer of suite in een hotel (dat is dan een logiesverblijf in een logiesfunctie). Andere voorbeelden van een logiesverblijf zijn een vakantiehuisje, vakantieappartement of een groepsaccommodatie zoals een vakantieboerderij.
Logiesgebouw
Een logiesgebouw is volgens bijlage I onder B van het Bbl een (gedeelte van een) gebouw dat voldoet aan 2 criteria:
- Gebouw heeft alleen logiesfuncties of nevengebruiksfuncties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) daarvan
- Gebouw heeft meerdere logiesverblijven die een gezamenlijke verkeersroute hebben
Een hotel of pension is een voorbeeld van een logiesgebouw. Nevengebruiksfuncties van een logiesfunctie zijn bijvoorbeeld kantoorruimten, vergaderruimten, eetzaal en keuken.
Een logiesfunctie kan in een logiesgebouw zijn maar dat hoeft niet per se.
Logiesfunctie of woonfunctie?
Soms bestaat er twijfel of het om een woonfunctie of om een logiesfunctie gaat. Een belangrijk verschil is dat het bij wonen meestal om permanent verblijf gaat en bij logies om tijdelijk verblijf. Een harde grens in verblijfsduur tussen logies en wonen is niet te geven. Uiteindelijk is het aan eigenaar of gebruiker om de indeling te maken en aan het bevoegd gezag om het ermee (on)eens te zijn.
De registratie van de gemeente kan aangeven dat iemand is ingeschreven op een bepaald adres. Daar valt dan uit op te maken dat daar het hoofdverblijf van degene is en sprake is van een woonfunctie. Hieronder enkele voorbeelden van mogelijke twijfelgevallen.
Asielzoekerscentra
Bij asielzoekerscentra (azc's) is er sprake van een woonfunctie. Dat komt doordat de mensen in azc’s niet ergens anders hun hoofdverblijf hebben.
Tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten
Tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten is te beschouwen als een logiesfunctie. Het gaat immers om tijdelijk verblijf. Zie ook het advies van de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften (ATGB) dat uitgaat van een logiesfunctie.
Studentenhuis
Een studentenhuis heeft een woonfunctie en geen logiesfunctie. Een studentenhuis heeft meestal 1 woonfunctie, maar als het om meerdere woonfuncties gaat, is het een woongebouw. Een studentenflat bijvoorbeeld kan uit units bestaan, die ieder worden bewoond door meerdere studenten.
Recreatiebungalow, stacaravan
Een recreatiebungalow op een vakantiepark (bungalowpark) heeft een logiesfunctie. Voor stacaravans geldt hetzelfde als voor recreatiebungalows. Maar wordt de stacaravan bewoond (als woonadres geregistreerd), dan is het een woonfunctie.
Kleine bed and breakfast
Bij een kleine bed and breakfast is een deel van de woning voorzien van gastenkamers voor het verblijf van personen. Zo'n woning is dan een woonfunctie (eventueel een woonfunctie met een logiesfunctie als nevengebruiksfunctie).
Bij grotere bed and breakfasts waar de gelegenheid in een apart gebouw bij de woning is gerealiseerd, ligt een logiesfunctie meer voor de hand.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Nevengebruiksfunctie
De definitie van nevengebruiksfunctie volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is: een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie. Een voorbeeld van een nevengebruiksfunctie bij een schoolgebouw (onderwijsfunctie) is een gymnastieklokaal (sportfunctie) of een kantine (bijeenkomstfunctie).
Ga voor meer informatie naar de pagina Nevengebruiksfuncties.