Gebruiksfunctie: woonfunctie
De woonfunctie geldt voor een ruimte voor wonen. Onder de woonfunctie vallen woningen, woonwagens en verschillende specifieke vormen van wonen.
Definitie woonfunctie
De 'woonfunctie' duidt op het gebruik van ruimten om te wonen. Voor een woonfunctie is vereist dat een gebouw, bouwwerk of een deel ervan bewoond wordt. Dit betekent dat het adres geregistreerd moet staan als woonadres in de gemeentelijke basisadministratie.
Alle definities staan in bijlage I, onderdeel B, bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Tabel 4.207 maakt bij de woonfunctie onderscheid tussen:
Woonfunctie voor kamergewijze verhuur
Een 'woonfunctie voor kamergewijze verhuur' is een niet-gemeenschappelijk deel van een woonfunctie waarin zich 5 of meer wooneenheden bevinden.
Een 'wooneenheid' is een gedeelte van een woonfunctie voor kamergewijze verhuur voor afzonderlijke bewoning.
Bij minder dan 5 wooneenheden is geen sprake van kamergewijze verhuur. De aanname is dat er geen extra risico’s zijn voor de brandveiligheid vergeleken met een reguliere woning. Bij toepassing van de regels voor kamergewijze verhuur gaat het om de indeling in afzonderlijke wooneenheden en gezamenlijk gebruik van voorzieningen buiten de wooneenheid zoals een keuken, douche en toilet. Er is geen bovengrens voor het aantal wooneenheden.
Subgebruiksfunctie woonfunctie voor studenten
Met deze woonfunctie schrijft het Bbl aan gebouwen waarin studenten wonen specifieke regels voor over de:
- aanwezigheid en afmetingen (oppervlakte, breedte, hoogte) van verblijfsgebieden en verblijfsruimten
- aanwezigheid van een buitenberging (maar niet over de afmeting, bereikbaarheid en regenwerendheid daarvan)
Subgebruiksfunctie woonfunctie voor particulier eigendom
De definitie van 'woonfunctie voor particulier eigendom' in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is: "een woonfunctie die in particulier opdrachtgeverschap wordt gebouwd of bewoond door de eigenaar". Particulier opdrachtgeverschap betekent "de situatie waarin een burger of een groep burgers, in het laatste geval georganiseerd als een rechtspersoon zonder winstoogmerk of volgens een overeenkomst, ten minste de economische eigendom verwerft en volledige zeggenschap en verantwoordelijkheid heeft over het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning". De toevoeging "of die door de eigenaar wordt bewoond" impliceert dat het niet alleen om nieuwbouw gaat, maar ook om het verbouwen van een bestaande woning. Artikel 4.9 van het Bbl specificeert de uitzonderingen die gelden voor een woonfunctie voor particulier eigendom.
Subgebruiksfunctie woongebouw
Een 'woongebouw' is een gebouw of gedeelte daarvan met alleen woonfuncties en nevengebruiksfuncties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) daarvan, waarin meer dan 1 woonfunctie ligt die is aangewezen op een gemeenschappelijke verkeersroute.
Voorbeelden van gemeenschappelijke verkeersroutes: een centrale hang en gang in een appartementencomplex of de galerij van een flatgebouw.
Subgebruiksfunctie woonwagen
Een woonwagen is een woonfunctie op een perceel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen. Alleen een woonwagen die op een specifiek daarvoor bestemd perceel is, geplaatst is een woonwagen als bedoeld in dit besluit. Uit het omgevingsplan volgt of sprake is van een perceel specifiek bestemd voor deze bijzondere woonfunctie.
Subgebruiksfunctie woonfunctie voor zorg
De woonfunctie voor zorg biedt bewoners professionele zorg binnen een speciaal daarvoor ingerichte woonomgeving. Daarbij zijn wonen en zorg geïntegreerd door een georganiseerde koppeling vanuit het zorgaanbod. Bewoners van zorgclusterwoningen of groepszorgwoningen ontvangen deze professionele zorg, gewoonlijk onder de Wet langdurige zorg of de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit onderscheidt het van mantelzorg. Voor meer informatie over zorgclusterwoningen, groepszorgwoningen en de indeling op basis van zorgbehoefte, zie de toelichting bij artikel 4.208 van het Bbl.
Zorgclusterwoning en zorgwoning
Een zorgclusterwoning is bestemd voor zelfstandige bewoning (dus geen groepszorgwoning) en voor het aanbieden van zorg aan ten minste één zorgcliënt, al dan niet met een partner of gezin.
Een zorgwoning is een zorgclusterwoning als deze onderdeel uitmaakt van een rijtje van 4 of meer dan 4 zorgwoningen.
Bijlage II beschrijft voor de woonfunctie voor zorg de volgende onderverdeling:
-
zorgclusterwoning voor zorg op afroep, in een woongebouw
-
zorgclusterwoning voor 24-uurszorg niet in een woongebouw
-
zorgclusterwoning voor 24-uurszorg in een woongebouw
-
groepszorgwoning voor zorg op afspraak
-
groepszorgwoning voor zorg op afroep
-
groepszorgwoning voor 24-uurszorg
-
andere woonfunctie voor zorg
Meer informatie
In het infoblad Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en woning (pdf, 2.4 MB) (voor grondgebonden woningen) vindt u uitgebreide informatie over de bouwregels voor de technische bouwactiviteit.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Nevengebruiksfunctie
De definitie van nevengebruiksfunctie volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is: een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie. Een voorbeeld van een nevengebruiksfunctie bij een schoolgebouw (onderwijsfunctie) is een gymnastieklokaal (sportfunctie) of een kantine (bijeenkomstfunctie).
Ga voor meer informatie naar de pagina Nevengebruiksfuncties.