Uitzonderingssituaties energielabel C
Wanneer een kantoorgebouw gebruikt wordt, is het in beginsel verplicht dat het kantoor over een energielabel C beschikt. Als het kantoor hier niet over beschikt, geldt er een gebruiksverbod voor het kantoorgebouw. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Ze staan beschreven op deze pagina.
Gemengd gebouw met <50% kantoorfunctie
Voor een kantoorgebouw Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) met een gebruiksoppervlakte (GO) aan kantoorfuncties van minder dan 50% van de totale gebruiksoppervlakte van het gebouw (artikel 3.87, lid 2, Bbl) geldt het gebruiksverbod niet. Dit heeft betrekking op gebouwen met verschillende gebruiksfuncties.
Voor de berekening van de 50% wordt alleen gekeken naar de gebruiksoppervlakte met kantoorfunctie. Niet naar de bijbehorende nevengebruiksfuncties (zoals het bedrijfsrestaurant).
Als er meerdere kantoorgebouwen in een (groter) gebouw zitten, moeten de gebruiksoppervlaktes van alle kantoorfuncties (exclusief nevengebruiksfuncties van de kantoorgebouwen) bij elkaar worden opgeteld. Als dit minder dan 50% is, geldt de uitzondering.
Voorbeeld
Een gebouw met winkels op de begane grond en daarboven op de 1e verdieping een kantoorgebouw.
De totale gebruiksoppervlakte (GO) van het gebouw is 2.000 m2. De winkels op de begane grond hebben een GO van 1.000 m2. De verdieping erboven met het kantoorgebouw heeft een GO van 1.000 m2. In het kantoorgebouw is 80% kantoorfunctie en 20% nevengebruiksfuncties. Dat betekent dat er 800 m2 aan kantoorfunctie is in het gebouw. Omdat 800 minder is dan 50% van 2000 (volledige gebouw), geldt de uitzondering van lid 2 hier: er is dus geen energielabel C-verplichting.
Klein kantoorgebouw van <100 m² gebruiksoppervlakte
Het gebruiksverbod geldt niet als de gebruiksoppervlakte (GO) aan kantoorfuncties en nevengebruiksfuncties minder is dan 100 m² (artikel 3.87, lid 3, Bbl). Als er meerdere kantoorgebouwen in een gebouw zitten, moeten de gebruiksoppervlaktes hiervan (inclusief nevengebruiksfuncties) bij elkaar worden opgeteld. Hiermee wordt voorkomen dat het gebouw opgeknipt wordt in stukken van kleiner dan 100 m².
Bij deze uitzondering gaat het dus om GO met kantoorfuncties en nevengebruiksfuncties. Dit in tegenstelling tot de uitzondering onder lid 2 (<50% kantoorfunctie), waar alleen wordt gekeken naar kantoorfuncties.
Voorbeeld
In het plaatje ziet u een gebouw bestaande uit een begane grond met een winkel van 60 m2 en 2 kantoorgebouwen daarboven. Een kantoorgebouw (a) van 60 m² kantoorfunctie en een kantoorgebouw (b) van 30 m2 kantoorfunctie met een bedrijfsrestaurant (nevengebruiksfunctie) van 20 m2. Omdat het hier gaat om 2 kantoorgebouwen in hetzelfde gebouw moet het GO van beide kantoorgebouwen bij elkaar worden opgeteld, wat uitkomt op 110 m2. Beide kantoorgebouwen zijn in dit geval energielabel C-plichtig omdat zij gezamenlijk boven de 100 m2 uitkomen.
Uitzonderingen vanwege specifieke eigenschappen
Een andere uitzondering geldt voor de kantoorgebouwen waarvoor geen labelplicht geldt, omdat ze behoren tot een categorie als bedoeld in artikel 6.28, Bbl (zie artikel 3.87, lid 4, Bbl). De verschillende categorieën worden hieronder toegelicht.
Monumenten
Kantoorgebouwen in of zijnde monumenten zijn uitgesloten van de energielabel C-verplichting. Het gaat om gebouwen die zijn aangewezen als rijksmonument, provinciaal of gemeentelijk monument. De gemeente en provincie hebben een overzicht van alle aangewezen monumenten. Het gaat hierbij niet alleen om gebouwen die al een dergelijke status hebben, maar ook om gebouwen waarvoor een aanwijzing in procedure is.
Beschermde stad of dorpsgezichten vallen niet onder deze uitzondering.
In sommige gevallen kan alleen een deel van het kantoorgebouw een monumentale status hebben. Wanneer de 2 gebouwdelen gezamenlijk 1 kantoorgebouw vormen, dan geldt de uitzondering voor het volledige gebouw.
Tijdelijk gebruik (minder dan 2 jaar)
Kantoorgebouwen in gebouwen die ten hoogste 2 jaar worden gebruikt, zijn uitgesloten van de energielabel C-verplichting. Gedacht kan worden aan kantoorgebouwen op bouwplaatsen, in slooppanden of in panden die worden getransformeerd. Het moet aannemelijk zijn dat het gebruik slechts tijdelijk van aard is. Het is aan het bevoegd gezag om dat te beoordelen. Gedacht kan worden aan:
- een schriftelijke bevestiging van contractopzegging
- een schriftelijke bevestiging van de gemeente met het voornemen tot transformatie
- andere schriftelijke bewijsstukken
De termijn van gebruik geldt alleen bij daadwerkelijk gebruik. De termijn begint te lopen wanneer het gebruik als kantoorgebouw start. Neem bijvoorbeeld een leegstaand kantoor dat op december 2023 in gebruik wordt genomen. Als op dat moment aannemelijk is dat het kantoor tot maximaal december 2025 in gebruik zal zijn, dan valt het gebruik onder de uitzondering. Het kantoorgebouw hoeft dan niet te voldoen aan de energielabel C-verplichting.
Op deze uitzonderingsgrond kan meerdere malen een beroep worden gedaan, zo lang de maximale termijn van 2 jaar niet wordt overschreden. Dit betekent dat de verschillende gebruiksperiodes bij elkaar op moeten worden geteld. Een kantoor kan dus bijvoorbeeld meerdere malen voor een paar maanden worden gebruikt, zolang deze periodes gezamenlijk niet de 2 jaar overschrijden.
Onteigening
Gebouwen die worden onteigend of aangekocht in het kader van de Onteigeningswet zijn uitgezonderd van het gebruiksverbod. Om een beroep te kunnen doen op deze uitzonderingsgrond, zal aannemelijk gemaakt moeten worden dat de onteigening of de minnelijke verwerving is of wordt ingezet. Het is aan het bevoegd gezag om de aannemelijkheid te beoordelen. Gedacht kan worden aan een schriftelijke bevestiging van de onteigening, voornemen tot onteigening of voornemen tot minnelijke verwerving van het bevoegd gezag.
Geen energieverbruik
Gebouwen waarvoor geen energie gebruikt wordt om het binnenklimaat te regelen, zijn uitgezonderd van het gebruiksverbod. Deze uitzondering ziet niet toe op de situatie waarin de energie om het binnenklimaat te regelen op het eigen terrein, gebouw of grond wordt opgewekt.
Leegstand
Als een kantoorgebouw leeg staat (met mogelijk nog kantoormeubilair erin), dan geldt het gebruiksverbod als er geen toereikend energielabel aanwezig is. Het gebouw mag dan niet als kantoorgebouw gebruikt worden of in gebruik worden genomen. Aangezien een leegstaand gebouw niet als kantoor in gebruik is, zal er geen handhaving zijn. Dit is pas het geval als het kantoorgebouw zonder toereikend energielabel wel in gebruik wordt genomen.
Het gebouw kan dan pas weer als kantoorgebouw worden gebruikt als er alsnog een geldig energielabel C wordt geregistreerd of wanneer een van de uitzonderingsgronden zich voordoet.
Te dure maatregelen: hardheidsclausule
De energielabel C-verplichting bevat een hardheidsclausule waarmee wordt voorkomen dat er in specifieke gevallen onredelijk hoge investeringen worden gevraagd. De eigenaar moet aantonen dat alle maatregelen zijn genomen met een terugverdientijd tot en met 10 jaar. Er moet daarbij een geldig op basis van die maatregelen verstrekt energielabel zijn opgesteld.
Het is dus aan de eigenaar om aan te tonen dat aan deze uitzonderingsgrond wordt voldaan. Hierbij overhandigt de eigenaar in ieder geval een berekening van de terugverdientijd voor de maatregelen die niet worden genomen, maar die wel nodig zijn om tot een energielabel C te komen.
In de praktijk betekent dit dat de kantooreigenaar moet aantonen welke maatregelen een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar met een berekening op grond van een advies een energie- of maatwerkadvies, aangevuld met een onderbouwing van de terugverdientijd per maatregel, conform de Activiteitenregeling milieubeheer of artikel 5.30, Omgevingsregeling. Als een vakbekwaam energieadviseur, die bekend is met de rekenmethode in de Activiteitenregeling, deze berekening uitvoert, zal het bevoegd gezag daar normaal gesproken vanuit mogen gaan. Deze adviseur moet voor een gecertificeerd bedrijf werkzaam zijn.
Een gecertificeerd energieprestatieadviseur zoeken
Op Centraal Register Techniek kunt u zoeken naar een gecertificeerd energieprestatieadviseur voor particulieren en voor bedrijven.
Bij twijfel over de aangeleverde bewijsmiddelen kan het bevoegd gezag altijd zelf onderzoek instellen of nadere bewijsmiddelen vragen.
Om gegrond met de hardheidsclausule aan de slag te gaan, is een Maatregelenlijst van energiebesparende maatregelen opgesteld. De lijst bevat maatregelen met terugverdientijd korter dan 10 jaar in een gemiddeld kantoor. Met de lijst is een onderbouwde discussie mogelijk tussen bevoegd gezag en een kantooreigenaar over wel of niet uitgevoerde maatregelen.
Rekenmethode Hardheidsclausule
Lid 6 van artikel 3.87 Bbl schrijft voor dat ervoor de hardheidsclausule gebruik moet worden gemaakt van de rekenregels zoals deze in een ministeriële regeling worden opgenomen. Deze regels zijn te vinden artikel 5.30, Omgevingsregeling (rekenmethode energiebesparende maatregelen).
Referentie situatie hardheidsclausule
De rekenregels gaan uit van een referentiesituatie. Het bevoegd gezag zal beoordelen of de uitgangspunten van de referentiesituatie voldoende onderbouwd en aannemelijk zijn. Hierbij kan het bevoegd gezag vragen rekening te houden met maatregelen die vanuit de energielabel C-verplichting moeten worden genomen omdat zij opzichzelfstaand binnen 10 jaar zijn terug te verdienen en dus genomen moeten worden. Deze maatregelen kunnen namelijk invloed hebben op de terugverdientijd van andere maatregelen.
Voorbeeld
Voor het berekenen van de terugverdientijd van een warmtepomp is de isolatiegraad van het gebouw van belang. Als er vanuit de energielabel C-verplichting een verbeterde isolatie van het gebouw moet worden toegepast, kan deze verbeterde isolatiewaarde van het gebouw als referentiesituatie worden gebruikt voor het bepalen van de terugverdientijd van de warmtepomp.
Geldigheidsduur hardheidsclausule
Een energielabel is 10 jaar geldig, daarna moet een nieuw energielabel worden opgesteld. Op dat moment moet (wanneer van toepassing) ook een nieuwe berekening van de terugverdientijd worden aangeleverd voor maatregelen die niet worden uitgevoerd en met een terugverdientijd van langer dan 10 jaar.
Informatie voor bedrijven
Bedrijven kunnen voor meer informatie over de label C-verplichting terecht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De RVO verzorgt de informatievoorziening en ondersteuning aan bedrijven en ondernemers over onder meer het energielabel. Kijk voor meer informatie op Energielabel C voor kantoren. Daar kunnen bedrijven hun vragen stellen.
Kantoorgebouw
Gebouw of gedeelte daarvan met alleen een of meer kantoorfuncties en nevengebruiksfuncties daarvan. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Gerelateerde begrippen
Binnen het begrip van 'kantoorgebouw' zijn de volgende begripsbepalingen van uit de Omgevingswet en het Bbl toepassing:
- gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt (bijlage, Omgevingswet)
- bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart (bijlage, Omgevingswet)