Kamerbrief over Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV)
In de Kamerbrief van 14 juli informeerde minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de Tweede Kamer over hoe Nederland de richtlijn Energy Performance of Buildings Directive IV (EPBD IV) gaat invoeren.
De EPBD is de Europese richtlijn om gebouwen te verduurzamen. De richtlijn is herzien (EPBD IV) om bij te dragen aan de aangescherpte doelen in de Europese Klimaatwet en aan meer energieonafhankelijkheid van de Europese Unie. De richtlijn gaat in op normerend beleid, financiering en stimulering. De kamerbrief over de invoering van de EPBD is gelijktijdig gepubliceerd met de internetconsultatie over de 1e tranche van EPBD IV. Hieronder staan de belangrijkste punten uit de brief.
De introductie van het 'ZEB-niveau'
De doelstelling voor emissievrije gebouwen in 2050 vertaalt zich in 4 aspecten:
- weinig energie voor verwarming en/of koeling
- efficiënte installaties
- geen fossiele emissies op het eigen perceel
- zoveel mogelijk hernieuwbare energie
Deze aspecten zijn samen het Zero Emission Building-niveau (ZEB-niveau) en gaat over zowel nieuwbouw als bestaande gebouwen. Het ministerie moet de precieze eisen nog uitwerken en verwacht deze per 1 januari 2030 te implementeren in de wet, Voor alle nieuwbouw gelden per 2030 de nieuwe ZEB-eisen. Deze vervangen de huidige eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Voor overheidsgebouwen gelden de ZEB-eisen vanaf 2028. Voor bestaande bouw geldt nog geen directe plicht. Bij bestaande bouw kan het ZEB-niveau voor verschillende gebouwtypen verschillend zijn.
Energielabel wordt verbeterd
Per 2030 worden de energielabels gebaseerd op een gemoderniseerde bepalingsmethode. Deze ligt dichter bij het werkelijke gebruik en de energieprestatie van een gebouw. Daarnaast worden de energielabelletterklassen vereenvoudigd. De huidige labels A+ t/m A++++ komen bij de nieuwe labels niet meer voor. De nieuwe indeling bestaat uit de categorieën A t/m G. Ook maakt op het label inzichtelijk of een gebouw voldoet aan het ZEB-niveau voor 2050.
Verplichte verbeteringen winkels, scholen en andere utiliteitsbouw
Per 2030 moet 16% en per 2033 moet 26% van de slechtst presterende gebouwen zijn verbeterd. Uiterlijk in 2027 worden de verplichtingen voor 2030 en 2033 voor utiliteitsbouw vastgesteld in het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl) en gepubliceerd. De minister geeft in de brief aan dat utiliteitsgebouwen niet alleen met een energielabel kunnen aantonen dat aan de minimale energieprestatie-eisen wordt voldaan, maar bijvoorbeeld ook via inzage in het energiegebruik of via aantoonbaar genomen maatregelen
Uitzonderingen voor utiliteitsbouw
Voor een aantal gebouwtypen van defensie, gebedshuizen en monumenten gelden geen verplichtingen per 2030 en 2033. Daarnaast zijn uitzonderingen mogelijk als de kosten voor de investering relatief hoog zijn in vergelijking met de verwachte besparingen.
Wlc-gwp-verplichting
Het 'whole life cycle – global warming potential' (wlc-gwp) is een instrument voor het berekenen van de uitstoot van broeikasgasemissies gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw. Vanaf 2028 moet de vergunningsaanvraag voor grote gebouwen (gebruiksoppervlakte > 1000 m2) hieraan voldoen. In 2030 moeten alle nieuwe bouwwerken met labelplicht hieraan te voldoen.
Meer informatie
- Een volledig overzicht van de wijzigingen staat in de internetconsultatie 1e tranche EPBD IV.
- Ga naar de Kamerbrief over de EPBD.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.