Webinar 'Technische isolatie'
Dit webinar biedt toezichthouders energiebesparing met weinig kennis over de isolatie van technische installaties meer informatie. Er wordt aangesloten bij de maatregelen rond deze technieken die te vinden zijn op de Erkende Maatregelen Lijst energiebesparing (EML). Aan bod komt onder meer: welke soorten technische isolatie zijn er en hoe worden ze toegepast? Hoe beoordeelt u of de ondernemer voldoet aan de EML-maatregelen en de bijbehorende regels rond doelmatig beheer en onderhoud (DBO)? Welke andere regels en keurmerken zeggen wat over deze techniek?

De video duurt 48 minuten en 20 seconden.
De sprekers zijn Herman Jan Wijnants en Johan Sentjens.
Herman Jan: “Welkom bij de negende en laatste webinar. Dit keer gaan we het hebben over de technische en industriële isolatie en de erkende maatregelenlijst. Dit webinar is onderdeel van een reeks van in totaal negen webinars. We hebben het vanochtend gehad over compressoren en perslucht. Begin van de middag hebben we het gehad over elektrische aandrijfsystemen en motoren. En nu hebben we het, als het gaat om de technische webinars, nog even over de technische isolatie. De dagen hiervoor zijn we ingegaan op de wetgeving en de ondersteuningsmogelijkheden. We hebben de wijzigingen in de wetgeving doorgenomen. We hebben de informatieplicht en de erkende maatregelen met elkaar besproken. De onderzoeksplicht hebben we nader toegelicht. De ondersteuning en beschikbare hulpmiddelen voor het bevoegd gezag hebben we beter bekeken. De portefeuilleaanpak en het energielabel C voor kantoren. Al deze webinars zijn terug te bekijken via een link die beschikbaar is op iplo.nl. Die link komt komende week beschikbaar, dus die kunnen jullie daar terugvinden. Nu weer even terug naar het webinar, over de technische industriële isolatie. Ik heb één tafelgast, dat was nog niet eerder voorgekomen, maar Johan is aangeschoven. Johan, kun jij je even introduceren.”
Johan: “Goedemiddag allemaal en bedankt voor de introductie. Mijn naam is Johan Sentjens. Samen met Sam Sierat, die hiernaast in de greenroom zit, verzorgen we deze presentatie vanmiddag. Een kleine toelichting op ons allebei. We zijn allebei TIPCHECK engineers, dat betekent dat wij in ons dagelijks leven isolatiescans uitvoeren. Daarbij ben ik zelf ruim 20 jaar in het isolatie wereld actief, op allerlei vlakken, ook op het gebied van kennisdeling en dat is ook één van de redenen waarom ik hier vandaag ben aangeschoven.”
Herman Jan: “En is TIPCHECK een soort methode?”
Johan: “Het is een manier om isolatiescans te kunnen doen en inzichtelijk te maken wat je aan energie verliest en ook je terugverdientijd. We gaan het er in deze presentatie een aantal keren over hebben.”
Herman Jan: “Daar komen we later nog op terug. Ik heb ook nog een huishoudelijke mededeling, want je kunt bij dit webinar ook vragen stellen via de chat. Deze vragen proberen we in de greenroom, waar Sam ook zit, direct te beantwoorden. Anderzijds, als het een vraag is die interessant genoeg is en relevantie heeft voor dit webinar, krijg ik het doorgestuurd op mijn tablet. Dan kan ik die eerst aan Johan stellen en dan probeert Johan deze te beantwoorden. Het kan ook zijn dat het een specifieke vraag is, die we op een later tijdstip gaan beantwoorden, omdat het te veel tijd vraagt om dat nu te doen. Dan wordt je doorgestuurd naar de helpdesk van IPLO en hetzelfde geldt als er veel vragen gaan komen. Dan vragen we ook jullie begrip, want dan kunnen we niet alles binnen dit uurtje beantwoorden, dan wordt dat ook later gedaan. Dat is het voor wat betreft de vragen. Ik zal mezelf even voorstellen, mijn naam is Herman Jan Wijnants. Ik heb inmiddels de negen webinars gehost en ik zal deze ook hosten. Ik werk bij het informatiepunt Leefomgeving van Rijkswaterstaat en ik werk mee in het team van de energiebesparingsplicht. Wij zijn dus de grote organisatie achter deze negen webinars. Even weer terug naar de techniek, want daar hebben we Johan voor gevraagd. Johan zal even een presentatie geven waarin hij op allerlei facetten ingaat van technische isolatie.
Johan: “Het is altijd uitdagend om aan het einde van de middag iedereen nog geïnteresseerd te houden. Dus we gaan het vandaag ook niet te ingewikkeld maken. Het doel van deze webinar is om iets over industriële isolatie te vertellen, maar niet te diepgaand, wat algemene kennis. We gaan kijken naar hoe interpreteer ik dat naar de erkende maatregelenlijst. Wil je meer over industriële isolatie weten, zijn er allerlei mogelijkheden en opleidingen. Op dit moment is er een beurs in Den Bosch, de energiebesparingsbeurs. Dit wordt in de Brabanthallen tot morgen nog gehouden, dus mocht je interesse hebben om meer kennis te vergaren, over wat er op het gebied van isolatie bestaat, staan er allerlei bedrijven die daarin actief zijn. Het is misschien dan ook een reden om die te gaan bezoeken.”
Herman Jan: “Leuke tip, wordt het jaarlijks georganiseerd?”
Johan: “Het wordt jaarlijks georganiseerd. Ik denk dat het nu al vijftien jaar wordt georganiseerd. Het is een redelijk bekende beurs. Nu nog vertellen wat industriële isolatie is, voordat wij naar die erkende maatregelenlijsten gaan. Wat is het eigenlijk? De definitie staat hier ook benoemd. Het isoleren van werkbouwkundige isolaties om een aantal redenen. Thermische, akoestische en brandveilige redenen. Isolatie kom je in allerlei markten tegen, die plaatjes rechts spreken voor zich. We gaan het vandaag hebben over de gebouw gebonden klimaatinstallaties of ook anders gezegd de HVAC-installaties. Het is ook belangrijk te noemen wat industriële isolatie niet is. Alles wat te maken heeft met de bouwkundige schil, omdat in de erkende maatregelenlijsten ook gesproken wordt over bouwkundige isolatie. Dat valt niet onder wat wij noemen industriële of technische isolatie. Wat is industriële isolatie? Het speelt zich af binnen een breed temperatuurgebied. Het gaat van heel laag, min 198 graden vloeibare zuurstof en vloeibare gassen, noemen wij vaak cryogeen, tot heel hoge temperaturen van meer dan 1000 graden, in de ovenbouw refactory genoemd, ijzersmelterijen bijvoorbeeld. Dat is dus een heel breed temperatuurpalet. Waar wij ons vandaag op zullen focussen is temperatuurbereik. Wat je in de cirkel ziet, net onder de nul graden tot ongeveer 120, 130, 150 graden. Het is belangrijk om even stil te staan bij de thermische redenen waarom er geïsoleerd wordt. We noemden het net ook akoestisch en brandtechnisch, maar de thermische redenen zijn de meest belangrijke. Je kunt in een warm of koud gebied verschillende redenen hebben om te isoleren, procestechnische of bescherming. Je ziet in het groen vakje de belangrijkste waar wij het vandaag over zullen hebben en dat is de energie- en CO2-reductie. In de loop van de dag vandaag zullen wij ook een aantal van deze redenen aantippen. Als je als inspecteur naar een project gaat en je gaat isolatie inspecteren, dan kom je ook isolatiematerialen tegen. De meest gangbare die je in de praktijk zult tegenkomen, staan hier genoemd. Links staan twee voorbeelden van isolatiematerialen die je vaak ziet bij warme toepassingen, minerale wol. Er zijn nog andere productnamen die ik hier niet zal benoemen. Resolschuim is een product dat je vaker zult tegenkomen. Rechts staan twee materialen genoemd die je zult zien bij koude isolatie. De bekendste daarvan zijn de flexibele elastomeerschuimen, daarvan zijn ook verschillende productnamen in de roulatie. Een ander product dat je zult zien, heeft een ingewikkelde naam: polyisocyanuraat oftewel PIG-schuim. Als je naar een project gaat om de isolatie te bekijken, dan zie je niet het isolatiemateriaal zelf maar de afwerking daarvan. Een aantal voorbeelden van afwerkingen die je in de praktijk zult zien, kunnen folie zijn. In de linkerbovenhoek zie je ook bepaalde metalen beplatingen. Rechtsboven zie je iets dat wij stucco noemen, dat is een hamerslagmotief. Rechtsonder zie je een voorbeeld van een aluminium beplating. Linksonder zie je een voorbeeld van wat wij hard-pvc afwerking noemen. In het midden-onder zie je het zwarte isolatiemateriaal dat wij FEF noemen. In het midden-boven zijn de isolatiematrassen. Het isolatiemateriaal zie je vaak niet, maar de afwerking daarvan. Dat om welke reden dan ook ervoor gekozen is om daar omheen af te monteren. Dat ging over de isolatie. Op de erkende maatregelenlijst komen er veel voor, misschien zelfs meer dan 100. Maar er zijn er elf waarvan er sprake is van industriële isolatie. En die elf maatregelen staan hier opgesomd en die zijn onderverdeeld in een aantal categorieën of onderdelen, faciliteiten, gebouwen en processen. Ik ga een aantal van deze rubriceren en dan met voorbeelden laten zien hoe je deze maatregelen kan interpreteren. Ik gaf het in het begin al aan dat de focus van deze webinar niet veel op isolatie zal richten, maar we gaan ook niet op allerlei complexe projecten in. We focussen ons bij deze webinar op de eenvoudig te inspecteren installaties. Die vallen onder de informatieplicht, maar soms kunnen die ook vallen onder de onderzoeksplicht. We proberen toch te kijken naar voorbeelden met een directe vertaling vanuit de maatregelen die in de EML genoemd zijn. De basis daarbij is de terugverdientijd van vijf jaar of minder. Ik denk dat je in alle situaties, als inspecteur daarnaar terug moet grijpen. Kom je in situaties waar er twijfel is of waar het niet duidelijk in elkaar zit, vraag om aanvullend bewijs. Dat recht heb je en dat ligt ook als plicht bij de gebruiker van de installatie om dat te bewijs te kunnen leveren als er een vraag om is.”
Herman Jan: “We komen nu bij de volgende sheet. En de volgende sheet is een pollvraag. Om de foto goed te bekijken is het denk ik handig om je presentatie op fullscreen te zetten voor de deelnemers. Dan kunnen ze de foto iets beter bekijken. We kunnen het nu hier niet groter maken, dat is niet gelukt. De vraag die bij deze foto hoort is: zijn jullie deze situatie eerder tegengekomen en dat is simpel: ja of nee? We wachten niet lang bij het beantwoorden van deze vraag, want dat ben je wel of dat ben je niet. Daarna willen we nog een tweede vraag stellen en dat is namelijk: welke installaties zie je? Dus die komt straks in je chat beschikbaar. Ik zie nog een paar mensen reageren op de situatie. Ben je die weleens tegengekomen? Het overgrote deel van de mensen, 93 procent is dat al eens tegengekomen Wat mij betreft starten we de volgende vraag: welke installaties zie je dan zoal? En daar kunnen de mensen ook nu op reageren. Zie je een koeling? Zie je een verwarming? Zie je luchtbehandeling? Of zie je alle drie? Dat zijn de vier antwoorden die je kan geven. Dus ik zou willen vragen of deze vraag opengesteld kan worden. Dan kunnen mensen daar ook op reageren. Dus het overgrote deel, bijna 95 procent is de situatie al eens tegengekomen.”
Johan: “Dat is mooi.”
Herman Jan: “Dus het verhaal heb je voor een publiek.”
Johan: “Wat landt.”
Herman Jan: “Wat gaat landen. Op de één of andere manier zie ik nu nog geen reacties binnenkomen. Dan geven wij ook meteen het antwoord. Nu komen de antwoorden binnen. Dan wachten we nog even. De meeste reacties zeggen, alle antwoorden zijn juist. Dus dat gaan we zien of dat inderdaad zo is. Een klein deel zegt: koeling of verwarming of luchtbehandeling. Grosso modo 85 procent zegt: alle antwoorden zijn juist. Zal ik het maar verklappen?”
Johan: “Dan zullen we een toelichting geven. Het is natuurlijk antwoord vier. Misschien is bij sommigen die luchtbehandeling niet goed zichtbaar. Die zat meer links in de hoek, je zag een stuk van een luchtbehandelingskast, een luchtkanaal. Rechts zie je een verdeler zoals dat heet. Dus bij iedere verdieping hoort daar een leiding die naar boven gaat. Dat is de verwarming en die zwarte, geïsoleerde leidingen met die FEF, zoals ik het al noemde, de elastomeren, dat is typisch het verhaal van de koeling.”
Herman Jan: “Dat was een aardige intermezzo. Misschien is het goed om terug te gaan naar een stukje theorie. Want daar is soms onduidelijkheid over. Misschien is het goed om daar mee te starten.”
Johan: “In de erkende maatregelenlijst kom je het begrip RD-waarde tegen en we vonden het belangrijk om toe te lichten wat dat precies is. De RD-waarde is een warmteweerstand, het geeft het isolerend vermogen aan van een laag isolatie. Het komt er op neer: hoe hoger die RD-waarde, hoe beter het isolatiesysteem isoleert. En in een systeem zijn er twee parameters die staan in de formule genoemd. De dikte van een isolatiemateriaal is simpel: als je in de wind een dikke jas aan hebt, isoleert dat beter dan een dun vliesje. Dat staat in verhouding tot een ander getal dat onder de deelstreep staat, de lambda-waarde, oftewel de warmtegeleidingscoëfficiënt. Dat is een getal dat een beetje vreemd is, want hoe lager dat getal is, hoe beter het materiaal isoleert. Die twee dikten en de lambda-waarden verhouden zich tot elkaar en geven we dan een RD-waarde die in de EML regelmatig terug gaat komen. Dan maar meteen verder met die erkende maatregelen. Ik heb ze enigszins gerubriceerd met de voorbeelden daarna en waar we beginnen is bij een groepje erkende maatregelen. Mijn excuses, ik ga te snel. Ik moet noemen waar die RD-waarde niet terug te vinden is en dat is namelijk de maatregelen over de koel- en vriesleidingen. Het gaat om het aanbrengen van isolatie rondom koel- en vriesleidingen. Je ziet geen RD-waarde genoemd, maar er staat wel iets groens genoemd. Belangrijk is: waarom isoleren we bij koele waterleidingen? Het voorkomen van oppervlaktecondensatie. Dan gebruiken we die flexibele elastomeer foam met een bepaalde gesloten celstructuur. We isoleren bij gekoeld watersystemen niet direct vanwege energiebesparing, dat is ook belangrijk, maar belangrijker is het voorkomen van oppervlaktecondensatie.”
Herman Jan: “En dat FEF is dat zwarte materiaal?”
Johan: “Ja.”
Herman Jan: “Als je dat zwarte ziet weet je dat het de koeling is.”
Johan: “En omdat je condensatie wilt voorkomen. En daarom als voorbeeld erachteraan zie je ook dat meestal alles al geïsoleerd is. Bij koel- en vriesleidingen komt je niet vaak tegen dat de delen niet geïsoleerd zijn. Daarom heb ik een voorbeeld erbij gedaan in die gele cirkel bij het plaatje rechts. Je komt nog eens wat tegen dat niet geïsoleerd is. Dan is het simpel: ga na of dat vochtig of nat is. Als dat niet zo is, dan kan het om een andere reden geïsoleerd zijn. Meestal in een gekoeld watersysteem, links plaatje, zie je dat bij zo'n koelsysteem alles helemaal geïsoleerd is. Dan hebben wij het warme deel, dit was het koude deel. Daarvoor heb ik een aantal maatregelen gerubriceerd en die zijn samen te vatten in het isoleren van leidingen en appendages. In dit geval praten we over de warm tapwatersystemen en ook hier zie je die RD-waarde terugkomen. Het isoleren met een materiaal van een bepaalde RD-waarde. Dat doe je bij de leidingen en appendages van een warm tapwatersysteem om energieverlies of warmteverlies tegen te gaan. Een tweede maatregel die erop lijkt, staat in de categorie bij gebouwen, bij ruimteverwarming. Dan praten we over verwarmingsleidingen en appendages, dus ook om leidingen. En dan praten we over isolatiemateriaal met een bepaalde RD-waarde en focussen we ons op leidingen en appendages die niet geïsoleerd zijn. Hetzelfde geldt niet alleen voor de leidingen maar ook voor de kanalen, de luchtkanalen en ventilatiekanalen en met name in de onverwarmde ruimtes. En hier wordt gesproken over een bepaalde RD-waarde. Alleen hier staat iets erbij vermeldt, bij de huidige situatie en dat staat hier in het groen aangegeven, daar gaat een wijziging op komen. Daar komt misschien nog toelichting op. Op dit moment is de situatie zo dat die tekst zoals die hier staat, we praten over een onverwarmde ruimte van ten hoogste veertien graden in het stookseizoen, dat daar een mutatie op gaat plaatsvinden. Hoe die precies eruit gaat zien, weten we nog niet. Het komt ook neer op het isoleren van niet-geïsoleerde luchtkanalen.”
Herman Jan: “Ik zie een vraag er tussen, kan ik die stellen?”
Johan: “Ja, zeker.”
Herman Jan: “Er is iemand die zegt: is er een bepaalde vuistregel die een inspecteur kan aanhouden om de isolatie uit te rekenen? Als je dit materiaal ziet kun je dan zeggen van dat is dat soort materiaal. En kunnen we die waarden aanhouden?”
Johan: “Wat dit verhaal betreft over de RD-waarden waar wij tegenaan zullen lopen is: hoe bepaal je de terugverdientijd van vijf jaar? Want daar gaat het om. Op dit moment is de inschatting die ik heb als TIPCHECK engineer, maar ook Sam deelt dat. Als jij geïsoleerde situaties tegenkomt en je moet daarin berekenen of dikker isoleren zich gaat terugverdienen, kom je met terugverdientijden die boven die vijf jaar zitten. Dus de insteek die wij daarin nemen is als iets geïsoleerd is, gaan we er vanuit dat dat voldoende is. En die RD-waarden die worden nu genoemd voor een moment dat ik iets moet gaan isoleren, isoleer ik dat dan met voldoende RD-waarde? Laat je daarin met de bewijsvoering die een klant of eindgebruiker of dergelijke van het gebouw heeft, overtuigen. Heb ik die berekening gemaakt of heb ik die RD-waarde ook uitgerekend. En dat zal je bij de eindgebruiker moeten laten liggen.”
Herman Jan: “Dus eigenlijk zeg je: als het geïsoleerd is, mag je ervan uitgaan dat het op een goede manier gedaan is, want de winst om het nog extra te isoleren, die ga je niet terugverdienen in vijf jaar.”
Johan: “Niet in vijf jaar, die zul je best wel een keer terug gaan verdienen. We moeten ons wat betreft de EML gaan focussen op vijf jaar of minder.”
Herman Jan: “En doe het dan bij de leidingen die niet geïsoleerd zijn.”
Johan: “En met name vaak ook de appendages.”
Herman Jan: “Helder.”
Johan: “De laatste in deze groep van niet-geïsoleerde leidingen praten we over zwembaden, want ook in zwembaden kun je ongeïsoleerde leidingen tegenkomen. Hier wordt gesproken over een isolatiemateriaal met een RD-waarde en focus je daarbij op de niet-geïsoleerde delen leidingen en appendages en al deze vier maatregelen. Als je ze in de praktijk tegenkomt dan zal je situaties zien zoals je op deze foto's ziet, dan zie je twee foto's van niet-geïsoleerde leidingsystemen en twee foto's van geïsoleerde. Dus links en een beetje midden onderin, zie je duidelijk waar appendages en pompen niet geïsoleerd zijn. En de tweede foto van links en de foto rechts dan zie je dat die isolatiematrassen zoals we ze in het begin genoemd hadden, aangebracht zijn rondom die appendages en daar zijn ze geïsoleerd. Om het zo eenvoudig mogelijk te maken, zeg ik: links is de situatie zoals die niet goed is en rechts is de situatie waar je het kunt afvinken en zeggen: hier is het geïsoleerd. Wat je zou kunnen doen, is kijken: is die RD-waarde gehaald? Dat zal de gebruiker van dit gebouw met een rapportage of iets dergelijks moeten kunnen aantonen. Dan ga ik naar situaties die iets complexer zijn dan wat hier omschreven is. En dan komen we in het gebied van de stoom, de stoomketels en stoomleidingen, dat is de groep FB5. Bij de groep stoomketels, in mijn ervaring, kom je vaak in projecten of installaties waar er geen informatieplicht is, maar een rapportageplicht. En bij stoomketels zit je dan in iets complexere situaties. Hier staat ook duidelijk omschreven: wat is de toe te passen maatregel? Isolatie aanbrengen van een bepaalde RD-waarde. Dan praten we over de ketel, over mangaten, ketelachtergronden, voedingswaterkleppen. Klinkt ingewikkeld, maar ik zal met voorbeelden laten zien hoe dat eruitziet. Het gaat niet alleen om de ketel, het gaat ook om het leidingwerk wat daar rond omheen loopt. Daar praten we over hetzelfde isolatiemateriaal met een bepaalde RD-waarde en dan de focus op de niet of onvoldoende geïsoleerde delen. Hoe ziet dat in de praktijk eruit? Hier zie je foto's van een stoomketel en een stoomleiding en op die linkse foto zie je dat in het zwart minder goed. Rechts zie je dat op het thermografisch beeld beter. Dan zie je die oranje vierkantige deksels. Dat zijn mangaten die zijn bedoeld om door te inspecteren. Die worden eraf gehaald en kun je de situatie van de binnenkant van de ketel inspecteren. Rechts staat er al iets bij, waardoor deze maatregel niet altijd één op één te interpreteren is. Wat belangrijk is, is dat je met de gebruiker of met de fabrikant of met de leverancier van de ketel goed afstemt over wat je kan isoleren. Er kunnen redenen zijn om het niet te doen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat zo'n mangat aan de bouten en dergelijke te warm worden, waardoor dat zou kunnen lekken. Dat kan implicaties hebben op garanties op zo'n ketel. De gebruiker van zo’n ketel zal dat eerst moeten checken, hij kan daarvan weer een rapportage krijgen. Dat moet geverifieerd worden en als dat kan, dan moet je het isoleren. En als het niet kan, zijn er redenen voor. Als we twee plaatjes naar onderen gaan, dan zie je een niet-geïsoleerde afsluiter in een stoomleiding. En je ziet in het thermografisch plaatje dat het 135 graden wordt. Het wordt gezegd dat men zo'n afsluiter niet wilt isoleren, omdat als bij de flensverbindingen van zo'n appendage lekkages ontstaan, moet je die lekkages kunnen zien. En als je isoleert, kan je die lekkages niet zien. Er zijn technische oplossingen voor en dat zie je in dat plaatje rechts. Dat is een roestvrijstalen band met een lekpijpje, als je dat voor het isoleren monteert rondom de flensverbinding en er is een lekkage, dan kun je dat goed waarnemen. Er zijn allerlei technische oplossingen voor problemen die je in de praktijk tegen kunt komen. Je ziet dat hier de maatregel niet altijd één op één in te voeren is en er soms aanvullend onderzoek nodig is. Dat geldt ook voor andere zaken die je bij stoomleidingen en stoomketels tegen kunt komen. Dan gaan we meer de techniek in. Links boven zie je een veerveiligheid. Een veerveiligheid is een klep die tegen een veer aandrukt en als de druk te hoog wordt, gaat die klep open springen. En de overtollige overdruk moet via een leiding weg kunnen stromen. Als je die veer gaat mee isoleren, dan ga je de veerconstante beïnvloeden en ook de werking van die veerveiligheid negatief beïnvloeden. Je ziet op het plaatje rechts, hoge temperaturen boven de 100 graden. Dat onderste deel kun je goed isoleren, maar dat bovenste deel moet je vrijlaten. Dat hetzelfde verhaal geldt ook voor wat we noemen condenspotten. Dat is ook een appendage waarin er soms condens afgevoerd wordt. In sommige situaties kun je die isoleren en dat zie je in de foto rechtsboven en rechtsonder. Dat zijn wat we noemen de mechanische condenspotten. Links zie je een voorbeeld, linksonder en links in het midden van wat wij noemen een thermodynamische condenspot die werkt met een bimetaaltje. Die zul je vrij moeten laten, anders ga je de werking beïnvloeden. Hetzelfde als die veerveiligheid. Je ziet dat er bij zo'n stoomketel situaties zijn waar je niet één op één kunt zeggen: niet geïsoleerd, moet ik isoleren. Zoals ik eerder zei: stoomketels zal onder de onderzoeksplichtige bedrijven vallen. Daar zullen rapporten liggen en zal het één en ander aangetoond en onderbouwd worden. Dan gaan we van de stoomketels naar de proceswarmte.
Hier zien we complexere situaties, waar er rapportages liggen. We praten hier over productleidingen en appendages. We praten over materiaal met een bepaalde RD-waarde. De focus is op het isoleren van leidingen en appendages die niet geïsoleerd zijn. Een aantal voorbeelden uit de praktijk. Linksboven zie je geïsoleerde leidingen en een afsluiter die niet geïsoleerd is. Kun je makkelijk zeggen: ga die maar isoleren. Linksonder en links midden zie je een aantal productleidingen die niet geïsoleerd zijn. Daar zou je ook kunnen zeggen: er gaat warmte verloren, dat kun je isoleren. Rechtsonder zie je een voorbeeld, waar vanwege procescondities gezegd wordt dat het geen zin heeft om te isoleren. In dit geval is het een condenssysteem waar de condens via een waterput afgevoerd wordt. Die warmte moet verloren gaan. Er zijn in het proces meerdere voorbeelden te noemen waar er om procestechnische redenen het geen zin heeft om iets te isoleren. Het kunnen warme delen zijn die je moet beschermen. We noemen dat personal protection. In dit geval zie je een foto rechtsboven, we lossen dat op met een hekwerk waardoor je er niet aan kan komen. Hier zie je dat niet bij alle procesleidingen er altijd noodzaak is om te gaan isoleren. En je vanuit de rapportage en de bewijsvoering moet kijken: heeft het zin of niet? Dan komen wij bij het verhaal in de proceswarmte over procesvaten of drukvaten. Daarin wordt gesproken over isolatiemateriaal aanbrengen met een bepaalde RD-waarde. Er komt nog iets extra's bij, het staat erbij dat economische randvoorwaarden genoemd dat er wel sprake is van een bepaalde gebruikstijd, er wordt gesproken over 2200 uren. Als je weet dat twenty four seven 8760 uur is, dan is dit iets minder dan een half jaar in gebruik. Hoe ga je hiermee verder? Hier zul je dieper in de materie moeten duiken. Een paar voorbeelden van procesvaten of tanks, rechtsboven zie je een voorbeeld van zo'n TIPCHECK en hieruit wordt een terugverdientijd berekend. In de rechterkolom zie je in het Engels staan pay-back time, terugverdientijd in dagen waar je mee kunt aantonen. In dit geval praten we over iets van minder dan vijf jaar en zou je niet moeten isoleren.”
Herman Jan: “In dit geval minder dan een jaar zelfs.”
Johan: “En die situaties kom je vaak tegen, maar je ziet dat er iets meer nodig is dan een simpele één op één interpretatie van die EML-lijst. Je blijft je focussen op die ongeïsoleerde delen. In dit geval zul je onderliggende bewijsvoering moeten hebben, heeft het zin en moet het? Hetzelfde geldt voor een andere groep: de maatregel in procesbaden. Een procesbad is een vat maar dan zonder bovenkant. Hier wordt er weer gesproken over isoleren met een bepaalde RD-waarde. En is er sprake van iets dat niet geïsoleerd is? Er wordt een randvoorwaarde genoemd. Er moet een temperatuurverschil zijn van ten minste 20 graden Celsius ten opzichte van de omgeving. Waar moet je aan denken bij procesbaden? Dat kom je vaak tegen in de galvanisatie- of verzinkindustrie. Je ziet twee mooie voorbeelden van hoe zo'n procesbad eruitziet. In het rechtse plaatje zie je één die niet geïsoleerd is. Je ziet duidelijk dat er ruimte is. Dus dit zou best geïsoleerd kunnen worden. Dan hebben we de laatste in de categorie van de proceswarmte. En dat zijn opslagtanks. Opslagtanks of verwarmde opslagtanks kunnen in alle grote en mate plaatsvinden. Ik denk dat de meeste mensen in de Botlek dat soort bedrijven kennen. Dus hier praten we over enkelwandige opslagtanks in een buitenopstelling, met een temperatuurverschil van of die verwarmd wordt tot ten minste 20 graden Celsius, met een economische randvoorwaarde van 500 uur per jaar. Komt op hetzelfde neer als bij die eerdere voorbeelden. Hier zal bewijsvoering moeten liggen om het aan te kunnen tonen of het binnen vijf jaar terugverdiend wordt. Dit is een voorbeeld met een foto van hoe een opslagtank eruitziet in een geïsoleerde toestand. Ik wil een rapport aanhalen, dit wordt ook in de chat met een link vermeld. In opdracht van DCMR is een rapport opgesteld waarin gesproken wordt over de energieverdienpotentie die bij die opslagtanks zijn en dat is behoorlijk groot. Het is een rapport van PostFossil, maar de link wordt in de chat genoemd.”
Herman Jan: “Die wordt in de chat genoemd. Ik heb een aantal vragen gekregen naar aanleiding van wat je gepresenteerd hebt, dus daar ga ik even bij langs. Eén gaat over de koeling dat was in het begin van de presentatie. Als appendages buiten de koeling bevroren zijn en er ijs op zit, betekent dat dan dat deze niet geïsoleerd is? Of is er iets anders aan de hand?”
Johan: “Dat kan twee dingen betekenen. Je komt wel situaties tegen waar er een grote klomp ijs zit en daar zit helemaal niks onder. Dat lijkt mij geen goede situatie. Ook als je bekijkt dat ijsgroei ook gewicht betekent, waaraan een leiding hangt en dat moet je niet onderschatten. Een leiding wordt berekend door de leidingsdragers te bepalen. En wordt er gekeken naar hoe groot is de leiding, hoeveel product gaat er doorheen. Als er extra gewicht aan hangt in de vorm van ijs, heeft dat een negatieve impact. Dus ijsvorming is te allen tijde iets dat je wilt voorkomen. Als het geïsoleerd is, dan zou het kunnen, dat de isolatie kapot is. Dan komen we op doelmatig beheer en onderhoud terug. Dan is er zeker iets aan de hand waar je dieper op in zou moeten gaan.”
Herman Jan: “En wat de ondernemer zelf zou willen of moeten fiksen.”
Johan: “Veel van die installaties draaien ook twenty four seven, en je moet wachten tot het moment dat de installatie op ambient of op omgevingstemperatuur draait, en dan kun je het pas vervangen.”
Herman Jan: “Hoe ga je om met niet-zichtbare isolaties? Hoe weet je als toezichthouder of de RD-waarde wel of niet is gehaald? Als die niet-zichtbaar is, lijkt me dat lastig.”
Johan: “Met niet-zichtbaar is dat sowieso lastig. Bij gebouwen zijn de leidingen die in het systeemplafond zitten nog moeilijker. Wat ik doe is vragen naar een specificatie. Welke diktes zijn er destijds gehanteerd bij het ontwerp van deze installatie? Niet altijd hebben gebruikers die specificatie nog voorhanden, maar dat kan wel een meetpunt zijn om te kijken naar die RD-waarde. Nogmaals, wat ik in het begin aangaf over RD-waarde, iets wat geïsoleerd is, zou ik adviseren, ga in de maatregel vanuit dat de terugverdientijd nooit minder dan vijf jaar zal zijn. Dus het heeft weinig zin om je te gaan focussen op iets dat al geïsoleerd is. We komen er zo meteen nog op terug, iets wat niet goed geïsoleerd is. We noemden net die ijsvorming, er zijn nog een paar voorbeelden, maar over de RD-waarden heb ik al met RVO contact gehad, zijn destijds in de EML opgenomen vanuit de situatie zoals die in andere landen in Europa gold, waar er vanuit wetgeving regels zijn hoe een isolatiedikte bepaald moet worden. Duitsland is daar best ver mee. Nederland heeft dat op dit moment nog niet. Ik denk dat RVO een beetje op de band vooruit is gelopen met dit soort dingen in de EML op te nemen. Mijn standpunt op dit moment is: focus je op de niet-geïsoleerde delen en ga ervan uit dat wat geïsoleerd is wel voldoet.”
Herman Jan: “Dan nog een vraag. Er is veel onkunde in de praktijk. Ik zie warmwaterleidingen die op mijn aanschrijving geïsoleerd worden, met FEF, dus met het zwarte materiaal, wat voor de koeling gebruikt wordt.”
Johan: “Daar is het weer. Ik gaf net de meest gangbare en toepasbare keuzes die gemaakt worden ten aanzien van isolatiemateriaal. Je zou naar het datablad van het isolatiemateriaal moeten kijken. Ik kan in die zin twee documenten aanbevelen als je het hebt over onafhankelijk insteek geven. Dat is een ISSO publicatieblad 64. Daar staat het één en ander over isolatiematerialen en eigenschappen. In de industrie geldt een andere handboek, dat heet het CINI Handboek en misschien dat die links later in de chat of ergens toegevoegd kunnen worden. En daarin worden generiek de kwaliteiten en eigenschappen van isolatiematerialen beschreven. En de FEF bijvoorbeeld is wel degelijk tot 50 of 60 graden toepasbaar dus je komt het wel eens tegen bij warmwatersystemen. Gebruikelijk is het voor gekoeldwatersystemen.”
Herman Jan: “Helder. Even kijken. Is er een vuistregel die de inspecteur kan aanhouden om de isolatie uit te rekenen van het materiaal? Die hebben we al gehad. Die stond er nog in. Dan kunnen we door naar de volgende pollvraag. Ik zou willen adviseren om de fullscreenoptie weer aan te vinken, want dan heb je beter beeld bij de verschillende foto's die gemaakt zijn. Wat je hier ziet zijn leidingen die geïsoleerd zijn, maar wel beschadigd zijn. Die schrijf je aan in het kader van de energiebesparingsplicht en we hebben weer drie antwoorden. Ja, ik schrijf aan, nee, ik schrijf niet aan, of ik schrijf aan op DBO, doelmatig beheer en onderhoud. Ik zie dat mensen bezig zijn om dat te beantwoorden. En het aardige is dat zo'n tien procent zegt: ik houd de energiebesparingsplicht aan. Zes procent zegt: nee, ik schrijf niet aan. En 80 procent zegt: ik schrijf aan op de DBO. Misschien is het aardig om toch over te gaan naar de DBO. Een korte toelichting.”
Johan: “Ik denk misschien een paar korte toelichtingen. Ik zie in de percentages dat de meeste mensen neigen naar doelmatig beheer en onderhoud. Want die vijf jaar terugverdientijd, het is al verteld tijdens dit webinar, die zul je waarschijnlijk niet halen. We praten over het aanschrijven op artikel 2 punt 15, lid 1. Wat je wel kunt gebruiken is het artikel 2 punt 15, lid 11, en het gaat over het DBO en het komt er op neer dat als iets kapot is dan moet je het maken. Bij de voorbereiding hadden wij het over goed huisvaderschap en dat is iets dat stuk is. En bij de foto rechts, en de tweede van rechts zie je duidelijk dat iets beschadigd is. En bij die foto rechts zie je roestvorming en onderin iets bruin, wat duidelijk een plasje water is. Dat is duidelijk dat het kapot is en dat moet je maken.”
Herman Jan: “Als ondernemer gaat het ook een keer mis.”
Johan: “Als je het hebt over gevolgschade en dergelijke, is dat afhankelijk van installatie. Dit was bijvoorbeeld in het ziekenhuis, dat is een koeling en er hangen allerlei delicate systemen aan vast. Je wilt toch niet op de operatiekamer liggen met iets dat kapot gaat?”
Herman Jan: “Nee. Wij hadden het in het vooroverleg ook over die linker middelste buis. Die er zo pokdalig uitziet. Dan denk je misschien van is er iets stuk? Je ziet geen scheur, maar je ziet wel dat het materiaal aangetast is.”
Johan: “Dat pokdalige is niet het strakke wat je normaal gewend bent en iemand die wat meer expert is in dit wereldje zal zien dat er iets aan de hand is. En wat hier aan de hand is, is dat meestal onder die isolatie vocht zit en dat die stalen leiding aan het roesten is. Roest in combinatie met flexibele elastomeren, is geen goede combinatie. Dan zie je dat de celstructuur van dat materiaal gaat samentrekken en dat uit zich in dat pokdalige. Een bekend fenomeen, ik kom het regelmatig tegen. Dit duidt erop dat er iets aan de hand is en nadere inspectie behoeft. Nogmaals, dat zit meer in de DBO- dan in de EML-maatregelen. Plaatje links is waarschijnlijk niet helemaal goed te zien. Die leiding die diagonaal naar voren steekt, aan de bovenkant zag je dat de hele oppervlakte van die isolatie dermate aangetast was. Dat was al een soort veroudering van het materiaal. Dan moet je je ook afvragen: is dat materiaal nog goed? Werkt het nog zoals het moet? En dan heb je aanvullende inspecties nodig om te bepalen van: is er iets aan de hand? Dit zijn duidelijk vier voorbeelden waar er onderhoud nodig is.”
Herman Jan: “Je gaf al aan, in het kader van DBO, daar kunnen we nog even verder op ingaan.”
Johan: “Dan komen we aan het eind van dit webinar: doelmatig beheer en onderhoud. Een oplettende lezer heeft waarschijnlijk die elf maatregelen onderaan gelezen dat er gesproken wordt over inspecteer iets jaarlijks of inspecteer of controleer iets regelmatig. Het is niet altijd even strak en duidelijk. Als we het hebben over controleren of inspecteren van isolatie, dan kan het op drie manieren. We zien hier ook die plaatjes rechts staan, rechtsboven is het uitwendig visueel inspecteren op defecten. Heeft iemand op isolatie gestaan, wat je in de industrie vaker ziet, dan is het kapot en dat moet je dan ook repareren. Dat heet dan: inspecteren op defecten. Het tweede plaatje is het thermografische op warmteverliezen, dat noemt men een thermografische camera. De derde manier zie je in dat plaatje rechtsonder, is het helemaal verwijderen van isolatie. Dat heeft te maken met een thema, dat heet corrosie onder isolatie. Het heeft niet direct met EML te maken, maar als je bijvoorbeeld te maken hebt met BRZO-bedrijven, gelden ook regels dat zij een aanpak moeten hebben voor corrosie onder isolatie. Dat kun je doen door isolatie uit te pakken en te kijken hoe de situatie daaronder is. Welke acties kun je dan ondernemen? Die staan hier genoemd. Mijn advies is: doe inspecties door opgeleid gecertificeerd personeel. TIPCHECK engineers is één daarvan. Waarom noem ik die? Omdat RVO die ook noemt in hun documenten. Er zijn ook bijvoorbeeld CINI Inspectors. Er zijn meer mensen in opleidingen en die gecertificeerd zijn, maar TIPCHECK engineers zijn gekwalificeerd om de terugverdientijdberekeningen te maken. En de tweede actie is simpel: when it's broken, fix it, als iets kapot is, moet je het maken. Dan is ook het advies, laat dat doen door erkende bedrijven. Daarachter staat er tussen haakjes iets genoemd. Dat heet VIB. Dan wil ik afsluiten met een paar nuttige links die ik graag zou willen maken, die aansluiten op mijn verhaal en nog noemenswaardig zijn. Ze worden volgens mij ook genoemd in de chat.”
Herman Jan: “Die komen daar ook zichtbaar.”
Johan: “En het VIB, we hebben het over isolatiebedrijven, er is een branchevereniging in Nederland en die hebben een website isoleren.nl en er staan alle erkennende isolatiebedrijven in genoemd. We hebben in Nederland nog een opleidingsfonds, de OOI. Dat wordt ook in de chat genoemd. Het opleidings- en ontwikkelingsfonds manifesteert zich op dit moment als portal van alle vragen. Als jullie vanaf vandaag vragen over isolatie krijgen en we hebben nu al een paar gehad en je vraagt: waar kan ik terecht? Jij gaat naar die site OOI.nl of bel ze op en daar kunnen ze jou verder helpen met jouw vraag. De laatste die ik wil noemen, heeft betrekking op het verhaal TIPCHECK engineers. TIPCHECK is een programma dat uitgevoerd wordt door de EIIF, die letters staan voor European Industrial Insulation Foundation. Het is een non-profitorganisatie die dertien jaar actief is op het lobbyen met als doel CO2-reducties en energiebesparingen. TIPCHECK is daar een onderdeel van en ze hebben ook een programma voor opleiding en certificering. Dus ook die website wordt nog genoemd. Misschien nog een aanvulling met ISSO 64 en CINI. Ik begrijp dat er een link komt naar dat rapport dat ik net genoemd heb.”
Herman Jan: “Van DCMR.”
Johan: “En dan kom ik aan het eind van mijn verhaal. Ik wil iedereen bedanken voor het deelnemen en kijken en luisteren.”
Herman Jan: “Johan, ik wil in het bijzonder jou en ook Sam in de greenroom bedanken voor jullie aanwezigheid.”
Johan: “Graag gedaan.”
Herman Jan: “Jou voor het geven van een duidelijke presentatie voor wat mij betreft, met ook heldere toelichting op de foto's en hoe je als inspecteur en toezichthouder hiermee om kan gaan.
Ik wil ook, omdat dit het laatste seminar is, mijn collega's in de greenroom bedanken voor hun aanwezigheid, want die hebben gedurende al die negen seminars vragen opgevangen en voor een deel ook beantwoord. Dus Irma, Vharsa en John, die hebben daar zitten werken. Ik wil ten slotte ook nog opmerken dat je alle webinars terug kan bekijken en dat deze links op de IPLO-website straks weer terug gaan komen en dat we aan het einde van deze uitzending nog een korte enquête hebben. Wij hebben het verzoek om deze snel in te vullen, om een waardering te geven aan hoe nuttig en waardevol jullie deze webinar gevonden hebben. Dat hebben we met alle webinars gedaan en daar leren wij ook weer van. Dat was het, we hebben er negen op zitten. Ik hoop dat de mensen het interessant en informatief hebben gevonden. Wij krijgen in de chat al een paar suggesties om het aantal webinars uit te breiden met voornamelijk technische webinars. Daar laten wij zeker onze blik nog even op gaan. In ieder geval aan de deelnemers hartelijk bedankt voor jullie aandacht en tot een volgende keer. Dank jullie wel.”
Meer informatie over webinars over energiebesparing
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) organiseert in samenwerking met het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties diverse webinars met uitleg over de plicht tot verduurzaming van energiegebruik. Ook de onderwerpen waarmee toezicht en handhaving op deze plicht mee te maken krijgt komen aan bod.
Het IPLO biedt de volgende webinars aan:
- Algemene webinars (uitleg over definitieve wetgeving en over veelgestelde vragen aan de helpdesk van het IPLO)
- Technische webinars (uitleg over technieken die energietoezichthouders tegenkomen bij hun controles op de energiebesparingsplicht)