Erkende maatregelenlijst (EML)
In de Omgevingsregeling staat in de artikelen 4.14 lid 1 en 5.29 lid 1 hoe voor de milieubelastende activiteit en het gebouw wordt voldaan aan de energiebesparingsplicht. Namelijk door alle toepasselijke maatregelen te nemen van de Erkende maatregelenlijst (EML) uit de bijlagen VII en XIV.
Terugverdientijd
De Erkende maatregelenlijst (EML) maakt het op een makkelijke en praktische manier mogelijk om te voldoen aan de energiebesparingsplicht. Op deze manier hoeven bedrijven niet op individueel niveau alle maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder in kaart te brengen. Ook vergemakkelijkt de EML het toezicht op de energiebesparingsplicht.
De Erkende maatregelen voor de energiebesparingsplicht hebben een terugverdientijd van 5 jaar of minder. De terugverdientijd is bepaald met een vastgestelde rekenmethode en rekenwaardes. In de Omgevingsregeling (bijlage XV 10a) staat de formule voor de terugverdientijd waarmee dit is bepaald.
Actualisatie op 1 juli 2023
Op 1 juli 2023 zijn de erkende maatregelen geactualiseerd. Ook zijn ze uitgebreid met maatregelen voor de productie van hernieuwbare energie op de eigen locatie en maatregelen voor het vervangen van een energiedrager die leiden tot een lagere emissie van kooldioxide. Een vergelijking met de oude en nieuwe EML is gemaakt en te vinden op RVO.nl.
Indeling EML
De Erkende maatregelenlijst uit de Omgevingsregeling is als volgt ingedeeld:
- Bijlage VII, processen (P)
- Bijlage VII, faciliteiten (F)
- Bijlage XIV, gebouwen (G)
De nummering van de erkende maatregelen is als volgt:
- de eerste letter is een F, P of G van de onderdelen
- de tweede letter duidt op de categorie van het onderdeel
- dan volgt een nummer van de maatregel binnen de desbetreffende categorie
Zo staat PC9 voor een procesmaatregel van de 3e categorie (hier aandrijvingen) en de 9e maatregel (hier een frequentieregelaar op een centrifugaalpomp). Op de Informatiebank EML van de RVO staat meer informatie.
Het bevoegd gezag controleert of de erkende maatregelen:
- zijn uitgevoerd
- op een goede manier zijn toegepast; en
- goed worden beheerd en onderhouden (specifieke zorgplicht Bal en specifieke uitwerkingen bij de maatregelen)
Format van de maatregelen
Het format is voor iedere maatregel hetzelfde. We lichten het hieronder toe.
Toe te passen maatregel
In deze regel staat omschreven wat de maatregel doet en hoe de maatregel energie bespaart.
Huidige situatie
Hier staat wat de uitgangssituatie is op basis waarvan de maatregel wordt genomen. Welke techniek nu wordt toegepast, wordt hier beschreven.
Randvoorwaarden
Een maatregel is alleen van toepassing wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden die bij de maatregel staan (artikel 4.14, lid 2, en artikel 5.29, lid 2, Omgevingsregeling). In de EML-tabellen zijn daarom economische en technische randvoorwaarden opgenomen. De exploitant moet kunnen aantonen dat een randvoorwaarde niet van toepassing is. Het bevoegd gezag moet dan aangeven of het de verklaring aannemelijk vindt en instemt met het niet nemen van een maatregel.
Economische randvoorwaarden
De maatregel moet zich terugverdienen in 5 jaar of minder. Dat is afhankelijk van zowel de kosten als de besparing. Bij sommige maatregelen zijn economische randvoorwaarden opgenomen om een terugverdientijd te halen van 5 jaar of minder. De vervanging van TL8-buizen door ledbuizen (GF2) is bijvoorbeeld direct uitvoerbaar met een terugverdientijd van 5 jaar bij 1.350 branduren per jaar. Ook is voor sommige maatregelen vastgelegd dat de maatregel alleen geldt onder een bepaald energiegebruik. Bij een hoger energiegebruik geldt een lager belastingtarief, waardoor de maatregel zich niet meer terugverdient.
Technische randvoorwaarden
Soms zijn er technische redenen waardoor een maatregel niet getroffen hoeft te worden. Bijvoorbeeld omdat er grote veranderingen nodig zijn om de maatregel te kunnen nemen. In dat geval verdient de maatregel zich niet terug in 5 jaar of minder. Zo gelden er bij perslucht verschillende randvoorwaarden, waaronder dat er voldoende ruimte nabij de persluchtcompressor moet zijn om een persluchtbuffervat te plaatsen (FA1 uit bijlage VII van de Omgevingsregeling).
Monumentale gebouwen
Bijzondere aandacht is er nog voor monumentale gebouwen. Daarvoor is bij een aantal maatregelen aangegeven dat deze alleen kunnen worden uitgevoerd als de monumentale waarde van het erkende monument niet wordt aangetast. Als de maatregel wel de monumentale waarde aantast, kan het bevoegd gezag de eigenaar wel wijzen op mogelijke alternatieven die interessant kunnen zijn. In plaats van HR++ glas bijvoorbeeld voorzetglas. Meer informatie over de energiebesparingsplicht bij monumentale gebouwen is te vinden op de website van RVO.
Geen uitputtende lijst mogelijk
Een uitputtende lijst van technische randvoorwaarden is onmogelijk op te stellen. Als een toe te passen maatregel uit de EML in een specifiek geval technisch niet uitvoerbaar is, kan dat worden aangegeven in de rapportage voor de informatieplicht. Het is vervolgens aan het bevoegd gezag om te bepalen of het bedrijf dan nog steeds de EML-systematiek volgt en of het aannemelijk is dat het bedrijf voldoet aan de energiebesparingsplicht. Mogelijk kan het bedrijf een alternatieve maatregel treffen.
Natuurlijke momenten
Sommige maatregelen verdienen zich alleen terug op een zogenoemd natuurlijk moment. Bij een natuurlijk moment moet het bedrijf toch al kosten maken voor vernieuwing of reparatie. Alleen de extra kosten voor de energiezuinige maatregel tellen dan mee voor het bepalen van de terugverdientijd.
Is er een natuurlijk moment geweest maar is de maatregel niet getroffen? Dan zal het bevoegd gezag die maatregel alsnog eisen, niet-proportionele omstandigheden daargelaten. In het Informatieblad toezicht en handhaving staat hoe het bevoegd gezag kan omgaan met deze situatie.
Voorbeelden van geplande natuurlijke investeringsmomenten
Geplande natuurlijke investeringsmomenten zijn bijvoorbeeld:
- normaal preventief onderhoud (periodiek onderhoud van installaties en technieken)
- een verbouwing
- een vernieuwing van:
- de verlichting, als toch al de oude verlichting uit het plafond gaat
- de verwarmingsinstallatie, als de oude ketel toch al aan vervanging toe is
- normaal groot preventief onderhoud (zoals het stoppen van productieprocessen)
- een aanpassing van installaties en activiteiten (zoals nieuwbouw, uitbreiding bedrijfsactiviteiten, aanpassen van de bedrijfsformules); en
- wijzigingen van eigendom en/of in bedrijf nemen van een gebouw
Voorbeelden van ongeplande natuurlijke momenten
Ongeplande natuurlijke momenten zijn bijvoorbeeld het kapotgaan van installaties en technieken, waardoor vernieuwing of reparatie toch al nodig is.
Direct uitvoerbaar
Naast 'natuurlijke momenten' zijn er ook 'zelfstandige momenten'. Dit houdt in dat een maatregel zich op elk moment terugverdient binnen 5 jaar. Zo'n maatregel moet dus zijn uitgevoerd als de EML-systematiek wordt gevolgd.
Als er op korte termijn een natuurlijk moment zal zijn, kan de (toch al direct uitvoerbare) maatregel nog goedkoper. Het is dan redelijk dat het bevoegd gezag hiermee rekening houdt en dit ook vastlegt. Als een gepland natuurlijk moment niet doorgaat, ondanks de gemaakte afspraak, dan is er geen natuurlijk moment meer. De afspraak is dan ook niet meer geldig en de maatregel dient direct uitgevoerd te worden.
Doelmatig Beheer en Onderhoud (DBO)
Erkende maatregelen moeten goed worden beheerd en onderhouden. Dit heet Doelmatig Beheer en Onderhoud (DBO). Hierdoor verdient de investering zich ook echt terug. De toezichthouder controleert daarop. De EML bevat voor sommige maatregelen specifieke regels. Daar waar dat niet zo is, geldt altijd de specifieke zorgplicht uit het Bal voor zover het gaat om de milieubelastende activiteit. Die kan dus ook worden gebruikt voor alternatieve maatregelen.
Alternatieve maatregelen
Een ondernemer kan voor een alternatieve maatregel kiezen en dat voorleggen bij het bevoegd gezag. Een alternatieve maatregel is gelijkwaardig aan of beter dan de techniek die genoemd staat in de EML.
Het alternatief kan alleen een maatregel vervangen die hetzelfde doel heeft. Bij de erkende maatregel staat het doel bij 'toe te passen maatregel'. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk een maatregel die het 'geïnstalleerd vermogen van de buitenverlichting beperkt' te vervangen door een maatregel die 'het onnodig branden van de buitenverlichting' voorkomt. Dat geldt ook voor een maatregel van een andere activiteit. Zo kan een verlichtingsmaatregel geen alternatief zijn voor een verwarmingsmaatregel.
Maatregelen voor duurzame opwekking van energie gelden niet als alternatieve maatregel voor energiebesparing. Zowel de maatregelen voor opwekking van duurzame energie, zoals het plaatsen van zonnepanelen, als de maatregelen voor energiebesparing gelden.
Door het nemen van 1 of meer alternatieve maatregelen wordt afgeweken van EML-systematiek. Maar daarmee is niet de erkende maatregelaanpak van tafel. Een mogelijke discussie kan alleen gaan over de alternatieve maatregelen. Het is aan de exploitant informatie te leveren zodat kan worden nagegaan of een alternatieve maatregel minimaal hetzelfde effect heeft als de erkende maatregel. Als het bevoegd gezag vindt dat de toelichting op de gelijkwaardigheid onvoldoende is en dus de maatregel niet gelijkwaardig vindt, dan moet het dat onderbouwen.
Bij de doorrekening wordt de methode om de terugverdientijd te berekenen gebruikt uit bijlage XV van de Omgevingsregeling. Die wordt berekend met deze formule:
TVT = (I + F)/B
Betekenis van de symbolen:
- TVT: de terugverdientijd in jaren
- I: de (meer)investering in de maatregel in euro's
- F: de kosten voor het lenen van geld om de maatregel te nemen in euro's
- B: de jaarlijkse kostenbesparing in euro’s
De berekening neemt de inflatie of verwachtingen over toekomstige prijsontwikkeling niet mee. Ook bij het bepalen van de kosten (F) en kostenbesparing (B) zijn de veranderingen in vennootschapsbelasting geen onderdeel van deze formule. Afhankelijk van het verbruik, gelden er vaste energietarieven. Bedrijven die onder de onderzoeksplicht vallen mogen, mits onderbouwd, afwijken van de energietarieven voor het proces. Dat is te vinden in bijlage XV onder 3b2 van de Omgevingsregeling.
Voor glastuinbouwbedrijven geldt een afzonderlijke berekeningsmethode voor de terugverdientijd. Deze is nog niet gepubliceerd in de Omgevingsregeling, maar is wel al te vinden in de Activiteitenregeling. Zodra deze beschikbaar komt in de Omgevingsregeling, zullen we die hier publiceren.
Wat te doen wanneer 2 of meer energiebesparende maatregelen gelden
Het kan voorkomen dat 2 of meer energiebesparende maatregelen gelden voor dezelfde installatie/techniek. Dan wordt de maatregel getroffen met de meeste kooldioxidereductie. Bij vervanging van gloeilampen wordt bijvoorbeeld ledverlichting toegepast en geen tl-verlichting als beide op zichzelf een terugverdientijd korter dan 5 jaar hebben.
Verdergaande maatregelen treffen
Het staat vrij maatregelen te nemen die verder gaan dan op grond van de EML moet. Soms is de absolute besparing van de hoeveelheid energie zo interessant dat de exploitant ze, ondanks een langere terugverdientijd, toch wil nemen. Deze keuzes zijn de eigen verantwoordelijkheid.