Plaatsgebonden risico in het omgevingsplan
In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan instructieregels over het plaatsgebonden risico voor het omgevingsplan. Gemeenten moeten in hun omgevingsplan een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico in acht nemen.
Grenswaarde voor zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare gebouwen en locaties
In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan instructieregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) over het plaatsgebonden risico voor het omgevingsplan. Gemeenten moeten in hun omgevingsplan een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico in acht nemen. Dit is een grenswaarde van 1 op de 1.000.000 per jaar. Dit geldt voor zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare gebouwen en locaties. De waarden voor het plaatsgebonden risico worden ruimtelijk vertaald in afstanden tot gebouwen en locaties. (Zeer) kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties mogen niet binnen de PR-10-6-contour van een activiteit komen. In acht nemen van de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico betekent dat de gemeente alleen van de grenswaarde mag afwijken onder de voorwaarden die in het Bkl staan.
Tijdelijk afwijken van grenswaarde
Er staan voorwaarden in het Bkl waaronder een gemeente tijdelijk kan afwijken van de grenswaarde. Dit kan alleen bij kwetsbare gebouwen en locaties, dus niet bij zeer kwetsbare gebouwen. Afwijken kan voor een periode van maximaal 3 jaar. Gedurende die 3 jaar geldt een plaatsgebonden risico van 1 op de 100.000. Na die 3 jaar geldt de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico van 1 op de 1.000.000.
Deze afwijking maakt verandering in transitiegebieden mogelijk. Vaak zijn hiervoor investeringen noodzakelijk die pas gefinancierd worden als het omgevingsplan de gebouwen of locaties daadwerkelijk toelaat. Een voorbeeld hiervan is mijnbouw. Bij het in gebruik nemen van een productieveld kunnen buisleidingen nodig zijn met een hoge druk. Naarmate het productieveld uitgeput raakt, neemt de druk in de buisleidingen af. Bij de start van de productie kan er vanwege de hoge druk een overschrijding zijn van het plaatsgebonden risico. Die kan de gemeente accepteren als aan de voorwaarden wordt voldaan.
Standaardwaarde voor beperkt kwetsbare gebouwen en locaties
Voor beperkt kwetsbare gebouwen en locaties moeten gemeenten rekening houden met een standaardwaarde voor het plaatsgebonden risico. De standaardwaarde is 1 op de 1.000.000 per jaar. Rekening houden met betekent dat de overheid een eigen afweging maakt. Maar de instructieregel geeft wel inhoudelijk sturing aan de afweging.
Instructieregels van het type 'rekening houden met' geven het bevoegd gezag een zekere mate van beoordelingsvrijheid. Gemeenten mogen bij beperkt kwetsbare gebouwen dus afwijken van deze standaardwaarde. Ze moeten daar dan wel goede redenen voor hebben en dit goed motiveren.
Plaatsgebonden risico voor activiteiten
De regels over het plaatsgebonden risico gelden ook voor het toelaten of vergunnen van de activiteiten uit bijlage VII bij het Bkl. Het gaat om de volgende categorieën van activiteiten:
- Activiteiten zonder vergunningplicht met vaste afstanden voor het plaatsgebonden risico. Het gaat hier om veel voorkomende, uniforme activiteiten. Denk aan gasdrukregel- en meetstations en het opslaan van propaan in relatief kleine boven- of ondergrondse opslagtanks.
- Activiteiten met vergunningplicht met vaste afstanden voor het plaatsgebonden risico. Dit is bijvoorbeeld het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15).
- Het Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor en over binnenwateren.
- Activiteiten zonder vergunningplicht waarvoor het plaatsgebonden risico berekend moet worden. Dit zijn enkelvoudige windturbines en buisleidingen met gevaarlijke stoffen.
- Activiteiten met vergunningplicht waarvoor het plaatsgebonden risico berekend moet worden. Dit zijn bedrijven met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen of zeer gevaarlijke stoffen. Of bedrijven waar veel handelingen met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, zoals Seveso-inrichtingen en stuwadoorsbedrijven.
Berekenen afstand voor het plaatsgebonden risico
De afstand voor het plaatsgebonden risico wordt berekend volgens het rekenvoorschrift omgevingsveiligheid van het Handboek Omgevingsveiligheid van het RIVM. Dit is geregeld in de Omgevingsregeling.
Instructieregel
De instructieregel is een bindende regel voor bestuursorganen over:
- de uitvoering van bepaalde taken, of
- de inhoud of motivering van bepaalde besluiten (bijvoorbeeld programma's, omgevingsplannen, waterschapsverordeningen, omgevingsverordeningen, maatwerkvoorschriften, projectbesluiten)
Lees meer over de instructieregel.