Publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS 15) - Productopvang in een opslagvoorziening
Bij de opslag van vloeistoffen moet voorkomen worden dat producten de opslagvoorziening kunnen uitstromen. Er gelden eisen aan de opvangcapaciteit en voor sommige opslagvoorzieningen gelden aanvullende eisen.
Let op: u bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2021. De handleidingen PGS 15 versie 2016 en versie 2011 kunt u bekijken in het webarchief van Kenniscentrum InfoMil.
Inhoud opvang
Voor de opslag van vloeibare gevaarlijke stoffen is het noodzakelijk (volgens voorschrift 3.6.1) om voorzieningen te treffen zodat deze vloeistoffen kunnen worden opgevangen. Productopvang is niet noodzakelijk voor de opslag van vaste gevaarlijke stoffen. Lege ongereinigde verpakkingen tellen niet mee voor de berekening van de hoeveelheid productopvang.
Het uitgangspunt voor productopvang is dat er geen vloeistof uit de opslagvoorziening mag stromen. De opvangcapaciteit van de gevaarlijke vloeistoffen moet ten minste 110% zijn van de inhoud van de grootste verpakking binnen de opslagvoorziening. Als 110% van de grootste verpakking een kleinere hoeveelheid is dan 10% van de totale inhoud van alle aanwezige verpakkingen dan moet die 10% van de totale inhoud worden aangehouden.
De productopvang kan voor een opslagvoorziening in het geheel worden gerealiseerd of in kleinere lekbakken per stelling/pallet of verpakking.
Hoofdstuk 4
Voor opslagvoorzieningen die ook moeten voldoen aan hoofdstuk 4 van de PGS 15 zijn aanvullende eisen gesteld aan productopvang. Dit is mede afhankelijk van het aanwezige beschermingsniveau in de opslag. De eisen voor productopvang in hoofdstuk 4 zijn aanvullend op de voorschriften in hoofdstuk 3. Bij de opslagvoorzieningen in hoofdstuk 4 wordt bluswateropvang voorgeschreven. Dit kan vaak in combinatie met productopvang.
Zie ook een voorbeeld van bepaling van productopvangcapaciteit (hoofdstuk 4).