Publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS) 15 - Vrijkomen van dampen en explosieveiligheid
Bij opslagvoorzieningen voor verpakte gevaarlijke stoffen kunnen dampen vrijkomen. Ook gelden voorschriften met als doel explosieveiligheid. Een gevarenzone-indeling kan hiervan onderdeel uitmaken. De eisen staan in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Let op: u bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2021. De handleidingen PGS 15 versie 2016 en versie 2011 kunt u bekijken in het webarchief van Kenniscentrum InfoMil.
Explosieveiligheid
Voor opslagvoorzieningen moet rekening gehouden worden met explosieveiligheid. Het kan zijn dat voor een opslagvoorziening een gevarenzone-indeling nodig is. De eisen staan in het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 3.5a t/m 3.5f. De artikelen verwijzen naar bijlage I van de Europese richtlijn 1999/92/EG. De gevarenzone-indeling daaruit wordt nader uitgewerkt in de NPR 7910-1:2020+C1:2021.
Vanwege onduidelijkheden in de noodzaak voor het opstellen van een gevarenzone-indeling voor opslagvoorzieningen, heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie het document 'Explosieveiligheid in PGS 15-opslagen voor verpakte gevaarlijke stoffen' opgesteld. Hierin heeft ze haar standpunt verwoord. Namelijk of iedere verpakking van (zeer) (licht) ontvlambare stoffen gezien moet worden als mogelijke bron van explosieve atmosferen (in de terminologie van de normen voor gevarenzone-indeling als een secundaire gevarenbron).
Het standpunt komt neer op het volgende. Bij het indelen van een PGS 15-opslagvoorziening in gevarenzones worden verpakkingen zonder ontluchtingsventiel, die voldoen aan het UN-keurmerk of vallen onder het LQ-regime, niet gezien als secundaire gevarenbron. Dit is een verduidelijking van de NPR 7910-1. Bij een PGS 15-opslagvoorziening met alleen verpakkingen die voldoen aan het UN-keurmerk, leidt dit tot een indeling in niet-gevaarlijk gebied. Het belangrijkste gevolg hiervan is dat tijdens normaal bedrijf geen explosieveilig materieel gebruikt hoeft te worden (zoals heftrucks).
Deze aanpak is in lijn met de ATEX-regelgeving rond explosieveiligheid uit het Arbobesluit. Het blijft voor bedrijven altijd noodzakelijk om voor explosieveiligheid rekening te houden met calamiteiten. Zoals het leksteken van een vat met de lepels van een heftruck of als een vat uit een stelling valt.
Vrijkomende dampen van verpakte gevaarlijke stoffen
Als in een opslagvoorziening onbedoeld dampen kunnen vrijkomen, moeten deze uit een opslagvoorziening worden afgevoerd. Dit staat in voorschrift 3.9.1. van de PGS 15. Dit geldt voor bouwkundige opslagvoorzieningen en losse brandveiligheidsopslagkasten. De milieurelevantie van vrijkomende dampen is minimaal. Er zal dan ook geen aanleiding zijn om maatregelen te treffen ter voorkoming van emissie naar de lucht, zoals bedoeld in de Nederlandse emissierichtlijn Lucht (NeR).
In het kader van Arboveiligheid is dit wel een belangrijk aspect. Bij normaal gebruik van verpakte gevaarlijke stoffen is het mogelijk dat er dampen vrijkomen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de gebruikers van de opslagvoorziening. Ook kan er een explosieve atmosfeer ontstaan. Het is aan de gebruiker van de opslagvoorzieningen om na te gaan of er schadelijke dampen kunnen vrijkomen. En welke maatregelen hier dan getroffen moeten worden.
Een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) kunnen risicobronnen en mogelijke maatregelen inzichtelijk maken. De inventarisatie en het nemen van maatregelen om aantasting van de gezondheid te voorkomen, of het ontstaan van een explosieve atmosfeer, is geregeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Maatregelen
Maatregelen kunnen bestaan uit natuurlijke of mechanische ventilatie van een opslagvoorziening (zie ventilatie bij Brandveiligheidsopslagkasten).
Vanzelfsprekend moet bij het voorkomen van een explosieve atmosfeer rekening worden gehouden met de explosieveiligheid van de mechanische ventilatie. In de meeste situaties is het naar verwachting niet noodzakelijk om maatregelen te treffen.