Grootte en capaciteit van een (buffer)bewaarplaats voor vuurwerk
Er gelden eisen en uitgangspunten voor de hoeveelheid vuurwerk die in een (buffer)bewaarplaats wordt opgeslagen. In de opslag is ook ruimte nodig voor gangpaden, voor inspectie en voor een goede werking van sprinklers. Er is een voorbeeldberekening voor het bepalen van de capaciteit van een bewaarplaats.
Grootte en indeling
De grootte en indeling van de (buffer)bewaarplaats bepaalt de hoeveelheid vuurwerk die kan worden opgeslagen. Voor de opslag van vuurwerk kan niet het totale vloeroppervlak en de totale vrije hoogte van de ruimte worden gebruikt. Bijvoorbeeld omdat er ook loopruimte moet zijn en er ruimte nodig is om de goede werking van de sprinklers te waarborgen. In een bufferbewaarplaats is daarnaast ook ruimte voor het uitpakken en ompakken van vuurwerk.
In dit deel van de Handreiking brandbeveiliging vuurwerk volgt een opsomming van de punten die vooral bepalen hoeveel ruimte er vrij blijft voor de opslag van vuurwerk. Ook staat er een voorbeeldberekening
Oppervlak
Wat oppervlak betreft zijn de volgende punten bepalend:
- Afmetingen van de (buffer)bewaarplaats(en).
- Ruimte nodig voor gangpaden: gangpaden zijn nodig om het vuurwerk visueel te kunnen inspecteren en voor het inbrengen en uitnemen van vuurwerk. In artikel 4.1045 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staat dat er ten minste 1 gangpad is met een breedte van ten minste 75 cm. Het doel van dit gangpad is het visueel kunnen inspecteren en het onbelemmerd inbrengen en uitnemen van vuurwerk.
Het kan voorkomen dat met 1 gangpad de visuele inspectie van het vuurwerk of het onbelemmerd inbrengen en uitnemen van vuurwerk niet voldoende mogelijk is. Dit betekent dus dat er meer dan 1 gangpad nodig kan zijn. Alle gangpaden die nodig zijn om het vuurwerk visueel te kunnen inspecteren en het onbelemmerd inbrengen en uitnemen van vuurwerk mogelijk te maken, moeten een minimale breedte van 75 cm hebben.
Deze uitleg staat ook in paragraaf 5.2 van Memorandum 60:2020. In deze paragraaf staat dat een gangpad minimaal 75 cm is (afwijkend van de in de NEN EN 12845+A2+NEN 1073:2010 genoemde maat van 1,2 meter bij opslag in ST 5). Deze minimumbreedte geldt dus voor ieder gangpad. - Afstand van de opslag tot de wanden van minimaal 20 mm. Dit is om te zorgen dat het water van de sprinkler vrij langs de wanden kan stromen. Om de wanden te koelen en zo de brandwerendheid van de brandscheiding op te waarderen.
- Afstand tot toestellen of leidingen van een installatie die warmte ontwikkelt is ten minste 30 cm (artikel 4.1045 van het Bal);
- Specifiek voor de bufferbewaarplaats:
- wat oppervlakte betreft voor het uitpakken en ompakken van vuurwerk: hiervoor is het uitgangspunt dat een ruimte van 2x2 m2 nodig is. Dit is op basis van 1 tafel voor de ompakwerkzaamheden plus de benodigde werkruimte om deze tafel heen. Dit is dus een indicatief oppervlak.
Met bovenstaande regels wordt het oppervlak bepaald dat binnen de (buffer)bewaarplaats vrij is voor de opslag van vuurwerk.
Hoogte
- Hoogte van de ruimte.
- Voor de open sprinklers is er geen minimum/maximum afstand tot het plafond. De basiseis is dat de sprinklers hun sproeipatroon kunnen ontwikkelen (paragraaf 7.2 Memorandum 60:2020).
- Minimale vrije ruimte tussen opgeslagen vuurwerk en sprinklers, verticaal gemeten tussen bovenzijde opgeslagen vuurwerk en spreidplaat van de open sprinklers, dus niet de moeder- of detectiesprinkler (paragraaf 7.2 Memorandum 60:2020):
- 1 meter bij één opensprinkler per maximaal 9 m2.
- 0,5 meter bij één opensprinkler per maximaal 6 m2.
- Sproeidichtheid van de toegepaste sprinklers (paragraaf 5.2 Memorandum 60:2020), de sproeidichtheid bepaalt samen met het soort opgeslagen vuurwerk verpakt (= categorie 3) of onverpakt (=categorie 4), wat de maximum stapelhoogte voor het vuurwerk is. (Let er wel op dat daarbij ook altijd de minimale vereiste vrije ruimte tussen het opgeslagen vuurwerk en de spreidplaat van de opensprinklers aanwezig blijft).
- Afstand tot toestellen of leidingen van een installatie die warmte ontwikkelt is ten minste 30 cm (artikel 4.1045 van het Bal).
Bovenstaande regels bepalen tot welke hoogte vuurwerk mag worden opgeslagen binnen de (buffer)bewaarplaats.
Inhoud
Vermenigvuldigen van het oppervlak met de maximum opslaghoogte bepaalt het aantal m3 dat binnen de (buffer)bewaarplaats vrij is voor de opslag van vuurwerk.
Vuistregels aantal kilogram vuurwerk per m3 opslagruimte
Voor verpakt vuurwerk (in de bewaarplaats) wordt in de berekeningen meestal uitgegaan van een verhouding van 1:4. Dit betekent dat 1.000 kg verpakt vuurwerk een volume inneemt van 4.000 liter ofwel 4 m3.
Voor de combinatie van verpakt en onverpakt vuurwerk (in de bufferbewaarplaats) wordt meestal gerekend met de verhouding 1:7. Bij verpakt en onverpakt vuurwerk neemt 1.000 kg een ruimte van 7 m3 in beslag.
Bij de berekening van deze verhoudingen is uitgegaan van een beperkt assortiment vuurwerk met een hoog soortelijk gewicht, zoals kanonslagen. Deze verhoudingen zijn indicatief (maar wel algemeen geaccepteerd). In beginsel wordt daarom met deze verhouding gerekend. Afhankelijk van het type vuurwerk, de hoeveelheid verpakt en onverpakt vuurwerk, kunnen deze verhoudingen anders liggen.
Andere verhouding bij zwaarder vuurwerk
Ook is vuurwerk de laatste jaren door verbeteringen in stabilisatie zwaarder geworden. Terwijl het volume niet is toegenomen. Uit de praktijk blijkt dat bij een gemiddeld assortiment vuurwerk de verhouding eerder 1:5 of 1:6 is. Dit betekent dat er dus minder kilogrammen kunnen worden opgeslagen dan volgens een berekening waarbij is uitgegaan van de verhouding 1:4.
Een ondernemer zal er rekening mee moeten houden dat in de meeste gevallen, gelet op het volume van het vuurwerk, niet het aantal berekende kilo's kan worden opgeslagen. Hier moet diegene bij de (eerste) bestelling rekening mee houden.
Vanuit het berekende aantal m3 dat voor opslag van vuurwerk mogelijk is, kan, in combinatie met bovenstaande vuistregels, worden berekend hoeveel kilo in de (buffer)bewaarplaats kan worden opgeslagen.
Voor een bufferbewaarplaats geldt daarnaast nog een maximum. Volgens het Bal, artikel 4.1035 lid 1 onder b, geldt bij opslag tot 10.000 kg vuurwerk: maximaal 2.000 kg per bufferbewaarplaats. Of bij opslag van meer dan 10.000 kg volgens artikel 4.1035 lid 2 onder c: maximaal 5.000 kg per bufferbewaarplaats.
Samenhang met watervoorziening
De watercapaciteit die op de locatie beschikbaar is, is afgestemd op de noodzakelijke watercapaciteit. Hierbij is rekening gehouden met de benodigde waterdruk, de watercapaciteit (aantal dm3/min), het aantal m2 dat gelijktijdig gesprinklerd moet kunnen worden en de tijd dat de sprinkler minimaal in werking moet kunnen blijven.
Het kan zijn dat via de waterleiding niet voldoende watercapaciteit beschikbaar is. Dan zijn maatregelen nodig, zoals:
- een alternatieve watervoorziening, of:
- aanpassingen aan de wijze van opslag. Bijvoorbeeld het toepassen van sprinklers met een lagere sproeidichtheid. Hierdoor kan het vuurwerk minder hoog worden opgeslagen. Of:
- het aanbrengen van bouwtechnische voorzieningen, zodat niet alle sprinklers van de verschillende (buffer)bewaarplaatsen gelijktijdig in werking hoeven te treden. Of:
- het verkleinen van de (buffer)bewaarplaatsen zodat een kleiner oppervlak hoeft te worden gesprinklerd.
Het effect van iedere aanpassing zal in ieder geval zijn dat het aantal kilo's vuurwerk dat kan worden opgeslagen verandert.
Voorbeeldberekening van de capaciteit van een bewaarplaats
Uitgangspunten:
- de ruimte is 3 x 4 x 3,6 meter (lxbxh)
- vrij te houden ruimte tussen sprinkler en opgeslagen vuurwerk is 0,5 m (1 sprinkler per 6 m2)
- afstand tussen de sprinkler en het plafond = 0,1 m (gemeten tussen onderzijde plafond en sprinklerspreidplaat
- sproeidichtheid van de sprinklers is 10 mm/min
- er zijn geen installaties aanwezig die warmte ontwikkelen
Berekening:
- De effectief beschikbare opslaghoogte is 3,0 m (vrije hoogte – afstand sprinkler tot plafond – vrij te houden afstand tussen vuurwerk en sprinkler).
- Om het vuurwerk visueel inspecteerbaar te houden zijn 2 gangpaden nodig. De gezamenlijke lengte van deze gangpaden is 6,8 m bij een breedte van 0,75 m. Het oppervlak van de gangpaden is hiermee 5,1 m2
- Vuurwerk moet op 2 cm van de wanden worden opgeslagen. De netto afmeting voor de opslag van vuurwerk is 2,96 x 3,96 = 11,7 m² - 5,1 m² (oppervlak gangpaden) = 6,6 m2.
- Op basis van de tabel in paragraaf 5.2 van Memorandum 60:2020 mag bij een sproeidichtheid van 10 mm/min verpakt vuurwerk (categorie 3) in stellingen (st 5) maximaal 2,6 meter hoog worden opgeslagen. In bulk is dit (st 1) maximaal 3,5 meter hoog.
Bij opslag in stellingen is het aantal m3 vrij voor opslag van vuurwerk:
6,6 m2 x 2,6 m = 17,16 m3. Het maximum aantal kilo's is dan 17,16: 4 x 1000 = 4290 kg.
Bij opslag in bulk is het aantal m³ vrij voor opslag van vuurwerk:
6,6 m2 x 3 m = 19,8 m3. Het maximum aantal kilo's bedraagt dan 19,8: 4 x 1000 = 4950 kg.
(In bulk mag bij deze sproeidichtheid van de sprinklers maximaal 3,5 hoog worden gestapeld. Er moet rekening gehouden worden met de afstand tot de sprinklers en de afstand tussen de sprinklers en het plafond. Er blijft dan maar een effectieve ruimte van 3 meter over waarbinnen vuurwerk mag worden opgeslagen).
Watercapaciteit
Stel dat in dit voorbeeld de waterleiding niet genoeg capaciteit heeft. In dit geval past men de sproeidichtheid van de sprinklers aan naar een sproeidichtheid van 7,5 mm/min.
Via de tabel in paragraaf 5.2 van Memorandum 60:2020 mag bij een sproeidichtheid van 7,5 mm/min verpakt vuurwerk (categorie 4) in stellingen (st 5) maximaal 2,2 meter hoog worden opgeslagen. In bulk is dit (st 1) maximaal 2,9 meter hoog.
Bij opslag in stellingen is het aantal m3 vrij voor opslag van vuurwerk nu:
6,6 m2 x 2,2 m = 14,52 m3. Het maximum aantal kilo's bedraagt dan 14,52: 4 x 1000 = 3630 kg.
Bij opslag in bulk is het aantal m³ vrij voor opslag van vuurwerk nu:
6,6 m2 x 2,9 m = 19,14 m3. Het maximum aantal kilo's bedraagt dan 19,14: 4 x 1000 = 4785 kg.
Uit deze voorbeeldberekening blijkt wel dat er veel parameters zijn die van invloed zijn op de hoeveelheid vuurwerk die mag worden opgeslagen. Van iedere aanpassing moet bekeken worden of deze van invloed is op andere uitgangspunten.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.