Zoeken in deze site

Windturbines en externe veiligheid

Voor het exploiteren van een windturbine gelden veiligheidsvoorschriften. Die voorschriften staan in verschillende besluiten en regelingen onder de Omgevingswet. Zoals het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), de Omgevingsregeling en de Handreiking risicozonering windturbines.

RvS-uitspraak windturbinepark

Een uitspraak van de Raad van State (RvS) over een windturbinepark heeft gevolgen voor het toepassen van direct werkende rijksregels voor windturbineparken onder de Omgevingswet, en in het verlengde daarvan ook voor vergunningverlening en ruimtelijke besluiten. Meer over de gevolgen van de RvS-uitspraak.

Besluiten en regelingen

Voor windturbines gelden regels uit:

  • het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal): voorschriften voor burgers en bedrijven. De voorschriften gaan over een jaarlijkse beoordeling door een deskundige en  over ontwerpeisen in NEN-normen.
  • het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl): voorschriften voor bevoegd gezag. Het gaat hierbij om:
    • de eisen aan het plaatsgebonden risico in onderdeel D en E van bijlage VII
    • de instructieregels voor het omgevingsplan in hoofdstuk 5
    • de boordelingsregels voor omgevingsvergunningen in hoofdstuk 8
  • de Omgevingsregeling: de regels voor het uitvoeren van een risicoberekening staan in de rekenvoorschriften van het RIVM. Die wordt aangewezen in de Omgevingsregeling.
  • de Handreiking risicozonering windturbines: extra informatie over de beoordeling van windturbines.

Besluit activiteiten leefomgeving

Paragraaf 3.2.4: hierin staat de werkingssfeer van het Bal. Dus wanneer valt een windturbine onder de regels van het Bal? En wanneer geldt de vergunningplicht bij windturbines?

Veiligheidsvoorschriften paragraaf 4.30: hier staan de veiligheidsvoorschriften voor windturbines die onder de algemene rijksregels van het Bal vallen.

Besluit kwaliteit leefomgeving

Bijlage VII: hier staan de afstanden voor het plaatsgebonden risico. In onderdeel D1 staat wat geldt voor windturbines zonder vergunningplicht. In onderdeel E1 staat wat geldt voor windturbines met vergunningplicht.

Hoofdstuk 5: Het Bkl noemt in hoofdstuk 5 de instructieregels voor het bevoegd gezag bij het opstellen van een omgevingsplan. Voor windturbines zijn de regels voor het plaatsgebonden risico van belang.

Hoofdstuk 8: Voor vergunningplichtige milieubelastende activiteiten staan beoordelingsregels over externe veiligheid in het Bkl. Daarbij zijn zowel algemene regels relevant als de specifieke beoordelingsregels vanuit externe veiligheid.

Omgevingsregeling

De Omgevingsregeling wijst de rekenmethoden aan voor het berekenen van het plaatsgebonden risico en de aandachtsgebieden. In afdeling 4.3 staat voor windturbines een verwijzing naar module IV van het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid.

De Handreiking risicozonering windturbines

In de Handreiking risicozonering windturbines (pdf, 773 kB) staan de veiligheidsrisico's van een windturbine. Hoe deze zich verhouden tot wet- en regelgeving en uitgangspunten van het veiligheidsbeleid.

Vergunningverleners, ontwikkelaars en eigenaren van infrastructurele werken kunnen de documenten gebruiken om de verandering van de risico's voor personen en objecten te bepalen wanneer windturbines in hun nabijheid geplaatst worden.

Let op: een nieuwe versie, speciaal voor de Omgevingswet, is in de maak.

De Handreiking gaat daarnaast in op het Individueel Passanten Risico (IPR) en het Maatschappelijk Risico (MR). Rijkswaterstaat en ProRail gebruiken deze als beleidsuitgangspunt bij rijkswegen, rijkswateren en spoorwegen, voor het beoordelen van het risico's voor passanten.

Praktijksituaties

Bij de praktijksituaties staat informatie over het plaatsen en gebruik van windturbines. En over het toelaten ervan in een omgevingsplan. Daarbij komen meerdere omgevingsthema's aan bod waaronder externe veiligheid.