Geluid en gebouwen met een onderwijsfunctie
Het Rijk beschermt personen die onderwijs krijgen tegen geluid. Om die reden wijst het Besluit kwaliteit leefomgeving gebouwen met een onderwijsfunctie aan als geluidgevoelige gebouwen met daarin geluidgevoelige ruimten.
Aanwijzing gebouwen in het Bkl
De instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) wijzen geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige ruimten aan. Dit is ter bescherming van mensen tegen omgevingsgeluid. Overheden passen deze instructieregels voor geluidgevoelige gebouwen toe bij het uitvoeren van hun wettelijke taken. Voorbeelden hiervan zijn een omgevingsplan opstellen, een projectbesluit nemen of lokale wegen monitoren.
Gebouwen met een onderwijsfunctie zijn geluidgevoelige gebouwen (artikel 3.21 Bk). Een onderwijsfunctie is een gebruiksfunctie voor het geven van onderwijs.
Het gaat hierbij om aanwezige, in aanbouw zijnde en nog te bouwen gebouwen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (artikel 3.21, lid 3 Bkl).
Nevengebruiksfuncties
Onder een geluidgevoelig gebouw vallen ook delen van een gebouw met een nevengebruiksfunctie van de onderwijsfunctie (artikel 3.21, lid 1 Bkl). Voorbeelden van nevengebruiksfuncties van een onderwijsfunctie zijn een gymnastieklokaal (sportfunctie) of een kantine (bijeenkomstfunctie).
Geluidgevoelige ruimten
Een geluidgevoelige ruimte is een verblijfsruimte of verblijfsgebied van een gebouw met een onderwijsfunctie (artikel 3.21, lid 1, onder b Bkl). Gangen (met een vakterm 'verkeersruimten' genoemd), een toiletruimte, een badruimte en technische ruimten horen wel bij de onderwijsfunctie, maar zijn geen geluidgevoelige ruimten.
Verblijfsgebieden van nevengebruiksfuncties van een onderwijsfunctie zijn niet aangewezen als geluidgevoelige ruimten. Bijvoorbeeld de kantine (bijeenkomstfunctie) of het gymnastieklokaal (sportfunctie) zijn daarom geen geluidgevoelige ruimten.
Gebouw geheel of gedeeltelijk geluidgevoelig
Het hele onderwijsgebouw (dat wil zeggen de hele buitenzijde, zowel het dak als alle gevels) is in beginsel beschermd. De Omgevingswet sluit hiermee zoveel mogelijk aan bij de situatie onder het Activiteitenbesluit milieubeheer, dat een gebouw in zijn geheel beschermt.
Laat het omgevingsplan voor een gedeelte van een gebouw geen geluidgevoelige ruimten toe? Dan is dat deel van het gebouw geen geluidgevoelig gebouw (artikel 3.21, lid 2 Bkl). De instructieregels van het Bkl voor geluid gelden dan niet voor dat deel van het gebouw.
Tip: het vastleggen van een deel van een gebouw als niet-geluidgevoelig beperkt de flexibiliteit.
Uitzonderingen
Er is een aantal situaties waarbij een (gedeelte van een) gebouw met een onderwijsfunctie geen bescherming heeft tegen geluid door activiteiten:
- Het omgevingsplan bepaalt dat de waarden voor geluid door een activiteit niet gelden voor een onderwijsgebouw dat een functionele binding heeft met die activiteit (artikel 5.61 Bkl).
- Onderwijsgebouwen op een industrieterrein met een geluidproductieplafond (artikel 5.55, lid 2, onder a Bkl).
Bruidsschat
Voor de geluidregels in het tijdelijk deel van het omgevingsplan (de bruidsschat) gelden iets andere regels dan voor geprojecteerde geluidgevoelige gebouwen. Ook gelden iets andere regels voor tijdelijke gebouwen (niet meer dan 10 jaar). Voor meer informatie zie Geluidgevoelige gebouwen en bruidsschat.
Toelaten
Bij toelaten van gebouwen met een onderwijsfunctie of geluidbronnen in de buurt daarvan gelden de waarden, eisen en mogelijkheden uit de instructieregels. Op de volgende situaties zijn instructieregels van toepassing:
- Toelaten geluidgevoelig gebouw in geluidaandachtsgebied
- Toelaten geluidgevoelig gebouw bij activiteit
- Toelaten meeste activiteiten
- Toelaten 1 of 2 windturbines
- Toelaten windparken
- Toelaten civiele buitenschietbanen
- Toelaten militaire buitenschietbanen en springterreinen
- Toelaten 1 of meerdere evenementen
- Toelaten activiteiten in omgevingstype (zoals openbare buitenruimte, industrieterrein of stiltegebied)
- Toelaten geluidbron met geluidproductieplafonds
- Toelaten lokale (spoor)weg
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Geprojecteerd gebouw
Een geprojecteerd gebouw is een gebouw dat er nog niet is. Het omgevingsplan staat realisatie op deze locatie toe. Bouwen mag op grond van het omgevingsplan. Of een verleende omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.
Voor meer informatie zie de volgende artikelen in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl):
- artikel 5.3, lid 3 Bkl (veiligheid)
- artikel 3.21, lid 3 Bkl (geluid)
- artikel 5.91 Bkl (geur)